Dordrecht niet in beroep tegen nieuwe vergunning Viton-fabriek

In de raadsinformatiebrief van 21 juni 2016 over de stand van zaken PFOA is de raad onder meer geïnformeerd over de nieuwe milieuvergunning met nieuwe emissie-eisen voor de Viton-fabriek.

Het college gaf daarin aan te overwegen om beroep in te stellen tegen de vergunning. Op advies van een gespecialiseerd bureau is besloten dat niet te doen. Hierop geeft het college in deze raadsinformatiebrief van 27 juli (981 kB) verdere toelichting. Hieronder leest u een samenvatting.

Emissie HFP

Van de emissies van stoffen uit de Viton-fabriek is hexafluorpropeen (HFP) de meest bepalende. In de milieuvergunning van 2013 is de emissie-eis voor HFP van 35.700 kg naar beneden bijgesteld tot 3.140 kg. Chemours schatte destijds in dat deze grote vermindering mogelijk was. In de praktijk is dat (nog) niet gehaald. Daarom heeft Chemours nu een emissie-eis van 15.000 kg aangevraagd en door de provincie in de nieuwe vergunning vergund gekregen. De HFP-emissie gaat dus wel omlaag ten opzichte van de situatie vóór 2013, maar aanzienlijk minder dan eerder overeengekomen.

Zienswijze

Dordrecht heeft op 11 januari 2016, samen met Sliedrecht, een zienswijze ingediend op de ontwerpbeschikking. We zijn hierbij geadviseerd door gespecialiseerd bureau MOB. De kern van onze zienswijze was in de eerste plaats dat wij vinden dat de strengere emissie-eis voor met name HFP (hexafluorpropeen) in beeld moet blijven als eis waar op termijn aan voldaan moet worden. In de tweede plaats vonden wij dat de vergunning moet voorschrijven dat meer onderzoek gedaan moet worden om duidelijk te maken dat HFP geen enkel risico voor de omgeving oplevert.

Advies nieuwe vergunning

Sliedrecht heeft, mede namens Dordrecht en Papendrecht, de definitieve vergunning opnieuw voor advies voorgelegd aan MOB. MOB gaat in zijn advies in op de status van HFP. Naar aanleiding van de zienswijzen heeft de provincie dit opnieuw onderzocht. HFP heeft op dit moment niet de status van zeer zorgwekkende stof. De verwachting is dat over HFP de komende jaren wel meer gegevens beschikbaar komen waarmee dit opnieuw kan worden beoordeeld. Belangrijk is wel dat de provincie de vergunningaanvraag heeft getoetst aan een lagere blootstellingsnorm dan Europees is bepaald. De feitelijke blootstelling in de omgeving ligt daar weer ruim onder en daarmee ruim onder de door het RIVM afgeleide norm waarbij gezondheidseffecten zouden kunnen optreden.

In onze zienswijze hadden wij gevraagd om de emissie-eis van 3.140 kg voor HFP uit de milieuvergunning van 2013 aan te houden als eis waar op termijn aan moet worden voldaan. Dat heeft de provincie niet overgenomen, omdat op dit moment niet duidelijk is of dit haalbaar is. In plaats daarvan heeft de provincie de vergunning voor de nieuwe emissie-eisen voor een periode van vijf jaar afgegeven. Daarmee moet over vijf jaar dus een nieuwe afweging worden gemaakt. Dat komt voldoende tegemoet aan ons verzoek.

Verplicht te rapporteren

Tot slot heeft de provincie aan de vergunning toegevoegd dat Chemours verplicht jaarlijks rapporteert over nieuwe kennis van de gevaarlijke stoffen die het bedrijf gebruikt. Wij vinden dit een goede ontwikkeling, mede gezien de PFOA-problematiek. Wij verzoeken de provincie om ons jaarlijks te informeren over deze rapportage.

Geen beroep

MOB concludeert dat met deze definitieve milieuvergunning aan alle wettelijke eisen is voldaan. Wij nemen die conclusie over en stellen geen beroep in tegen deze vergunning.

Alle vergunningen van Chemours zijn te vinden op de website van de DCMR (Milieudienst Rijnmond).