Toespraak burgemeester Wouter Kolff dodenherdenking 4 mei 2022

Waar waren uw gedachten zojuist tijdens de 2 minuten stilte? Waren ze bij familieleden die de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt?

Was u met uw gedachte bij de slachtoffers in Nederlands-Indië? Of dacht u aan alle verschrikkingen die de Oekraïners deze dagen moeten doorstaan?

Mijn gedachten gingen van het verleden naar het heden. Ik neem u even mee in mijn gedachten.

Treinen vol met moeders, kinderen en ouderen op weg naar een ongewisse toekomst. Uit elkaar getrokken families, vermoorde vrienden en familieleden.

Gewone burgers, zoals u en ik. Hele dorpen weggevaagd door tanks en bommen. Soldaten van 18 jaar jong die mensen op straat executeren.

Mensen die vluchten en zich al maanden schuilhouden in de hoop dat hun onderkomen niet geraakt wordt door een bom of gevonden wordt door de vijand.

Ik dacht aan al die moedige mensen die hun land verdedigen. Ze hebben vaak vrouw en kind achter moeten laten. En de vraag is of ze elkaar ooit nog terug zullen zien.

Het beeld van die mensen in volle treinen is een beeld dat we allemaal herkennen uit de beelden van tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Maar het is ook een beeld van nu. Oorlog is niet een oud woord dat we nu bijna niet meer gebruiken.

Nee, oorlog is een woord dat dagelijks wordt gebruikt. Oorlog hier in Europa behoort helaas niet tot het verleden.

We moeten ons blijven verzetten. Hoe lastig dat ook is. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was er de februari-staking van 1941.

Om in opstand te komen tegen een bezetter is veel moed nodig. Weerstand bieden is gevaarlijk en kan soms de dood tot gevolg hebben.

Ook nu gaan duizenden mensen de straat op om te strijden tegen onrecht. Om te strijden voor vrijheid.

In een niet-democratisch land als Rusland, hoef je maar een bordje omhoog te houden op het Rode Plein en je wordt opgepakt en oneerlijk berecht. Als het al zover komt.

Vrijheid en vrede zijn niet vanzelfsprekend. Onze gasten uit Oekraïne, hier vandaag ook aanwezig hebben dat aan den lijve ondervonden.

Beste gasten uit Oekraïne, welkom in Nederland: (Дорогі Oekraïnci, Ласкаво просимо до Нідерландів) Dorohi Oekraïnci, Laskawo prosymo do Niderlandiev

Ze hebben huis en haard achter moeten laten om hier in veiligheid te hopen dat het goed gaat met de mensen die zijn achtergebleven.

Soms tegen beter weten in. Ze hopen dat ze ooit weer terug kunnen keren naar een democratisch en veilig land.

Ieder jaar staan we hier stil bij de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en van oorlogssituaties en vredesoperaties daarna.

Gelukkig kan dit ook weer met elkaar hier op het plein. We hebben allemaal een bepaald beeld bij het woord oorlog.

We hebben er over gelezen of films gezien. Maar er zijn ook heel veel familieverhalen. En juist het vertellen van die familieverhalen is zo belangrijk.

Films of boeken over de Tweede Wereldoorlog bijvoorbeeld gaan vaak over opvallende verhalen uit de oorlog.

Maar ook juist die kleine menselijke verhalen zijn het waard in leven gehouden te worden. We moeten er van blijven leren.

Misschien heeft u zojuist gedacht aan zo’n verhaal? Een verhaal van een opa of overgrootvader, van een nichtje, broer, zus, vader of moeder….

Eén van die vele verhalen wordt beschreven in het boek 'Tot de dood ons scheidt'. In dat boek staan verhalen over huwelijken die zijn voltrokken in kamp Westerbork. Stichting Stolpersteine Dordrecht heeft hier ook aandacht aan besteed op hun website.

Vier joodse Dordtenaren zijn in het doorgangskamp Westerbork, in afwachting van hun deportatie naar concentratiekampen, getrouwd.

Eén van hen, Rozette Allemans, kreeg daar met haar echtgenoot Moritz Fogel zelfs nog een baby, Carry Ellen. Een zus van Rozette, Annie Esther Allemans, trad enkele maanden later ook in Westerbork nog in het huwelijk, met de Tsjech Kurt Beck (36). Een derde bruid was Betje Monasch.

Drie van de vier bruidsparen zijn naderhand vermoord, ook baby Carry Ellen. Schrijnend in de akten is die steeds weer terugkerende zin: dat de bruid en bruidegom beiden wonende te Westerbork waren. Alsof het een onschuldige gemeente betrof, en geen strafkamp, waarvandaan wekelijks goederentreinen naar de dood reden.

De in Dordrecht geboren 29 jarige Rozette Allemans was waarnemend hoofdverpleegster van beroep. Ze gaf op 5 mei 1943 het ja-woord aan de 46-jarige in Rotterdam geboren koopman Moritz Fogel.

De getuigen waren Rozette’s zus Annie Esther en een zwager van Moritz, Isaac Levie Bril. Allen wonende te Westerbork. Op 27 maart 1944, tien maanden later, bevonden Rozette en Moritz zich nog steeds in Westerbork en beviel Rozette van een dochtertje, Carry Ellen.

Nog eens bijna zeven maanden later waren moeder en baby dood, omgebracht op twee verschillende dagen in Auschwitz: Rozette op 18 oktober. Dochtertje  Carry Ellen op de 19de. Van vader Moritz is niet helemaal bekend waar en hoe hij is overleden of vermoord. Getuige Isaac Levie Bril is vermoord in Auschwitz op 1 oktober 1944, 46 jaar oud.

Dit soort familieverhalen moeten gedeeld blijven worden. We mogen ze niet vergeten. We moeten er van blijven leren. De mensen blijven herdenken. We herdenken vandaag de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog in Europa en in voormalig Nederlands-Indië. Naast militairen herdenken we ook gewone mensen - zoals u en ik - die de dood vonden.

We herdenken de miljoenen Joodse, Roma en Sinti slachtoffers. En natuurlijk onze helden uit het verzet en de vele onschuldige dwangarbeiders. Tegelijkertijd gaan onze gedachten uit naar hen die in de periode na de Tweede Wereldoorlog door oorlogsgeweld of tijdens een vredesmissie zijn getraumatiseerd, gewond zijn geraakt of de dood hebben gevonden, vaak ver van huis. Voor volk, voor vaderland, maar vooral voor vrijheid. Onze vrijheid.

Morgen, 5 mei, vieren we dat we in een vrij land leven. Dat doen we in de wetenschap dat hier op een korte afstand een verschrikkelijke oorlog wordt gevoerd in Oekraïne.

Natuurlijk vieren we dat we in vrijheid leven. Maar niet zonder te beseffen dat die vrijheid heel kwetsbaar is. Daar blijven we voor strijden. Het is niet vanzelfsprekend.

We herdenken vandaag het verleden maar denken ook nu weer aan onze toekomst. En daarom is herdenken zo waardevol.

We mogen in ieder geval nooit, maar dan ook nooit vergeten welke verschrikkelijke gebeurtenissen allemaal hebben plaatsgevonden en nog steeds plaatsvinden.

Alleen dan kunnen we onze vrijheid echt op waarde schatten. Ik blijf denken aan die mensen in die treinen. Mensen die zo’n 80 jaar terug veelal de dood vonden bij het eindstation. Ik hoop dat die mensen in de treinen van nu weer veilig terugkeren en hun land met elkaar kunnen opbouwen in vrede en veiligheid.

We zijn hier vandaag bijeen opdat wij niet vergeten. Dank voor uw aandacht.