Toespraak burgemeester Wouter Kolff dodenherdenking 4 mei 2021
Dames en heren, jongens en meisjes,
Vandaag herdenken wij voor het tweede jaar op een andere manier dan we gewend zijn. We herdenken nog steeds zoveel mogelijk thuis omdat we samen het coronavirus proberen terug te dringen.
Een deel van onze geliefde en voor velen zo vanzelfsprekende vrijheid, bestaat al ruim een jaar niet meer. We leven nu in de grootste wereldwijde crisis sinds de Tweede Wereldoorlog. Het gaat iedereen aan. En zoals onze Denker des Vaderlands, Daan Roovers zegt: "Alle klokken staan nu even gelijk. De crisis op wereldschaal dringt door tot in elk detail van ons dagelijks leven. Net als tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn de inperkingen van onze alledaagse en vanzelfsprekende vrijheden ongekend." (einde citaat).
Behalve vrijheidsbeperkingen hebben wij het afgelopen jaar ook te maken gehad met vrijheidsontnemingen. Toch is het leven van nu niet te vergelijken met het leven tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het donker en stil op straat. Men moest verduisteren. Overvliegende geallieerde vliegtuigen konden zo voor hun navigatie geen gebruik maken van deze lichten.
Er was een avondklok. Die zogenaamde spertijd gold van 20.00 uur 's avonds tot 04.00 in de ochtend. Wie zich niet hield aan de spertijd liep groot risico. In de krant stond: 'Personen, die in de spertijd de straat betreden, en op bevel niet onmiddellijk blijven staan, worden beschoten.'
Dat is toch een andere boodschap dan die wij hebben meegekregen de afgelopen maanden.
De avondklok die wij tot vorige week hadden, doet denken aan de oorlog maar de mensen leefden toen in een dictatuur. Je wordt nu niet opgehaald of beschoten. Maar dat wil niet zeggen dat die beperking of ontneming van vrijheid, waar we nu vandaag precies een week vanaf zijn, niets met ons heeft gedaan.
In de oorlogsjaren was de spertijd voor de bezetter een middel om de Nederlanders onder de duim te houden. Wij hadden de afgelopen maanden een avondklok om een onzichtbare vijand te verslaan zeker niet om ons onder de duim te houden.
Vandaag staan wij stil bij een oorlog die 76 jaar geleden is beëindigd. Ik vraag mij wel eens af hoe mensen over 76 jaar vanaf nu terugkijken op de wereldwijde coronacrisis. De gevolgen zullen ook nu nog lang zichtbaar en tastbaar zijn.
Recent heb ik het jaarboek van de Historische Vereniging Oud-Dordrecht gelezen. Dit boek gaat over de Jodenververvolging in Dordrecht en heeft de titel 'We zijn vertrokken….'.
Op 10 november 1942 hielden - zo staat in dit boek opgetekend - de Duitsers een grote opruimdag. Een verschrikkelijke mensonterende term voor een verschrikkelijke dag. Die dag werden 39 Joodse Dordtenaren opgepakt. Zo ook in een pand aan de Singel 229 (nu 351). Daar troffen Duitsers, vergezeld met Dordtenaren die voor de Duitsers werkten, 5 volwassen Joden aan.
Toen zij gedwongen uit het huis werden gehaald, liepen ze hun dood tegemoet. Voor de Duitsers waren Joden on-mensen. De Dordtse Joden die die dag zijn opgepakt, zijn naar Amsterdam gestuurd en vandaar volgde het transport naar Kamp Westerbork om uiteindelijk in een vernietigingskamp de dood in gejaagd te worden.
Joodse Dordtenaren waren constant op hun hoede. Wie konden ze vertrouwen? Van de Duitsers was het bekend dat zij de vijand waren. Maar was de buurman of buurvrouw te vertrouwen? Die spanning moet continue voelbaar zijn geweest.
Was je eigen familie te vertrouwen?
Die van Dordtenaar Wolf Frenkel in ieder geval niet.
Wolf kwam uit een gezin van fruithandelaren en had de bijnaam 'bananenjood'. Hij trof het niet met de zus van zijn vrouw. Haar man was een NSB'er. Ze waren net getrouwd toen Wolf oneerbiedig omging met haar trouwfoto waar zij met haar man vol trots in NSB uniform op stond afgebeeld.
Zij was zo ernstig beledigd dat zij hem de volgende dag aangaf bij de politie. Zijn vrouw en kinderen zijn nog een paar keer langs gegaan op het hoofdbureau aan de Groenmarkt om hem boterhammen te brengen. Dat waren de laatste ontmoetingen…
Wolf overleed op 9 mei 1945 ergens in Duitsland tijdens een dodenmars. Of door uitputting of door een kogel. We weten het niet.
We moeten niet wegkijken van dit git zwarte hoofdstuk in onze geschiedenis. Het is zeer belangrijk de oorlog en de gevolgen daarvan te herdenken en de verhalen te blijven delen.
Daarom ben ik blij met onze lokale televisiezender RTV Dordrecht die een serie heeft gemaakt over Dordtenaren die de oorlog hebben overleefd.
We herdenken vandaag de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog in Europa en in voormalig Nederlands-Indië. Naast militairen herdenken we ook gewone mensen - zoals u en ik - die de dood vonden.
We herdenken de miljoenen Joodse, Roma en Sinti slachtoffers. En natuurlijk onze helden uit het verzet en de vele onschuldige dwangarbeiders.
Tegelijkertijd gaan onze gedachten uit naar hen die in de periode na de Tweede Wereldoorlog door oorlogsgeweld of tijdens een vredesmissie zijn getraumatiseerd, gewond zijn geraakt of de dood hebben gevonden, vaak ver van huis. Voor volk, voor vaderland, maar vooral voor vrijheid. Onze vrijheid.
Morgen, 5 mei, vieren we dat we in een vrij land leven. Wij leven 76 jaar in vrijheid maar ons leven staat zelf al ruim een jaar op zijn kop. Natuurlijk is de coronacrisis niet te vergelijken met oorlog. Maar we worden wel beperkt in onze vrijheden. Vrijheden die we vanzelfsprekend vonden, maar niet vanzelfsprekend blijken te zijn.
We herdenken vandaag het verleden maar denken ook aan onze toekomst. Een toekomst in vrijheid. Iets waar we voor moeten blijven strijden. En daarom is herdenken zo waardevol.
We mogen in ieder geval nooit, maar dan ook nooit vergeten welke verschrikkelijke gebeurtenissen allemaal hebben plaatsgevonden. Alleen dan kunnen we onze vrijheid echt op waarde schatten.
Opdat wij niet vergeten.