Berging Spitfire in Amstelwijck
Op maandag 4 november 2024 start de berging van het Spitfire jachtvliegtuig dat tijdens de Tweede Wereldoorlog neerstortte op landgoed Amstelwijck in Dordrecht. De crash is op zondag 3 november precies 80 jaar geleden.
Piloot Henri Goldsmit en het Spitfire jachtvliegtuig
De crash van het Spitfire jachtvliegtuig van de Britse Royal Air Force (RAF) gebeurde op 3 november 1944. Het vliegtuig van de joodse Henri Maurice Goldsmit was onderdeel van het 349 Squadron. Dit Belgische squadron van de RAF was toen onderdeel van de 135e ‘wing’ (afdeling van vier squadrons) 2nd Tactical Air Force.
Het volgde de opmars van geallieerde invasielegers op de voet. Het squadron had vanaf 6 augustus 1944 in tenten gebivakkeerd en was op 2 november 1944 op het vliegveld van Maldegem aangekomen. Hier was het personeel voor het eerst weer in gebouwen ingekwartierd, wat zij erg waardeerden.
Op 3 november steeg Henri Goldsmit om 12:20 op voor bombarderen en gewapende verkenning in het gebied van het Hollandse Diep en de Oude Maas. Samen met twee collega’s vormde hij die dag de ‘Blue section’ (hier een formatie van drie vliegtuigen). Tijdens hun vlucht werden zij door luchtafweergeschut beschoten en raakten twee van de drie vliegers in de problemen.
Via de radio meldde Goldsmit: “impossible to make for own lines, am crash landing”(onmogelijk om terug te keren naar eigen linie, ik stort neer”). Dit was het laatste wat zijn collega’s van hem hebben gehoord. De locatie waar zij zijn toestel voor de laatste keer waargenomen hebben, was ten westen van Blauwe Sluis.
Goldsmit werd als vermist opgegeven, met als vermoedelijke tijdstip 13:30. Ook zijn sectiegenoot, P. Decroix, werd vermist. Hij had meer geluk en overleefde de oorlog als krijgsgevangene.
Begraafplaats
De piloot Henri Goldsmit heeft de crash niet overleefd. Hij heeft op de locatie een veldgraf gekregen. In de directe nabijheid heeft ook een gedenksteen ter nagedachtenis gestaan. Deze gedenksteen was opgericht door de toenmalige grondeigenaar, Adrianus Visser.
Op 9 juli 1945 doet RAF 151 Repair Unit (reparatie eenheid) in een telegram een kort verslag van haar bevindingen op de crash locatie. Daarin staat dat de stoffelijke resten van de piloot H.M. Goldsmit op 6 juli 1945 zijn opgegraven en herbegraven op de Algemene Begraafplaats te Dordrecht.
Uiteindelijk heeft Goldsmit op 30 juni 1950 in Evere (België) op het Belgian’s Airman Field of Honour van het Brussels Town Cemetery zijn definitieve rustplaats gevonden. In het eerdergenoemde telegram adviseert RAF 151 Repair Unit om de in de bodem aanwezige restanten van het toestel niet te bergen.
Vliegtuigbergingen
Tijdens de Tweede Wereldoorlog gingen ongeveer 5900 vliegtuigen in Nederland verloren. Een speciaal team van Defensie heeft nu ongeveer 85% van de vliegtuigwrakken geborgen. Dit team staat onder leiding van de Stafofficier Vliegtuigberging van de Koninklijke Luchtmacht.
Gemeente Dordrecht is opdrachtgever van de veilige berging in Amstelwijck Midden. In de wrakstukken van de Spitfire zitten mogelijk nog munitie, asbest, olie en licht radioactieve deeltjes. Deze ruimt Defensie op tijdens de berging.
Spitfire LF IXe
Uit veldonderzoek blijkt dat er op het terrein Amstelwijck Midden in Dordrecht een vliegtuigwrak aanwezig is. Het gaat hier om een eenmotorige eenpersoons Engelse jachtbommenwerper van het type Spitfire LF IXe.
Defensie een digitaal beeld van de hoeveelheid ijzerhoudend materiaal in de grond. Dit deden ze met behulp van oppervlaktedetectie. Zo konden ze de plaats en de diepte van de wrakstukken vaststellen.
De eerste diepte is belangrijk, want zo meet Defensie de bovenkant van het eerste wrakstuk. De stukken kunnen delen van de romp, de cockpit, motor, munitie en wapensystemen zijn.
Hoe diep alle wrakstukken gevonden worden, hangt af van: hoe de bodem is, hoe zwaar het voorwerp is en hoe hard de crash is geweest. De totale berging van de Spitfire in Amstelwijck zal 4 tot 5 weken duren.