Verslagen Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit

De verslagen met de adviezen van de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen Welstands- en monumentencommissie).

Bekijk de actuele verslagen

U vindt hier de laatste verslagen. Oudere verslagen kunt u opzoeken in het webarchief 

of opvragen via secretariaatwmc@dordrecht.nl.

Grote commissie ​​​​​​| Verslag 7 juli 2025

Aanvang:     13.30 u. – 18.45 u.
Locatie:        Stadskantoor, vergaderkamer 3
Aanwezig:    Mevr. E. Marcusse (voorzitter), dhr. J. Baijense, dhr. S. van der Spuij, mevr. A. Riel, mevr. A. Kruisinga, mevr. V. Herzberg, dhr. D. Smit (secretaris)

1. Grafelijkheidsweg 82

  • Omschrijving: zorgwoningen
  • Architect: I.A.A. Architecten
  • Vooroverleg, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Woonerfwijken
  • Welstandsniveau: Regulier

Advies commissie

Het hier maken van zorgwoningen, ter vervanging van het bestaande gebouw, is op zichzelf beschouwd goed denkbaar. Het plan roept evenwel vragen op bij de commissie. De commissie vraagt zich af of het gebouwontwerp goed is afgestemd op het hier beoogde zorgprogramma. Zo lijken de bij een zorgprogramma horende voorzieningen nog in het ontwerp te ontbreken, zoals een lift en een intern trappenhuis. De bovenverdieping kan alleen via de uit het gebouwvolume stekende trappen worden bereikt. Op de bovenverdieping ontbreken buitenruimtes die direct aan de woonkamer grenzen. Een en ander zal gevolgen hebben voor het beeld van het gebouw. De commissie maakt daarnaast de volgende opmerkingen:

-maak het gebouw niet te symmetrisch / niet te formeel.

-de aan de voor- en achterzijde uit het volume stekende trappen leveren een merkwaardig beeld op.

Dit overtuigt de commissie niet. Voldoet een dergelijke toegang aan de wet- en regelgeving wat betreft het bieden van een regenvrije toegang?

-de alzijdigheid van het gebouw is belangrijk.

-wat is nu de entree van het gebouw, en hoe kom je er?

-de kopgevels en de trappen zijn nog wat karig vormgegeven

-Het fietspad is een belangrijke openbare route waar sociale controle nodig is: bij voorkeur het programma met de niet-slaapfuncties aan deze zijde situeren.

-de noordwesthoek is vanaf het fietspad nu een geaccentueerde beeldbepalende hoek. Het zou goed voorstelbaar zijn om hier in de nieuwbouw ook een accent te maken.

-het aan de zijde van het water en het fietspad situeren van bergingen is niet goed denkbaar. Een andere plek op het terrein, daar waar je het gebouw benadert en uit het zicht van fietspad, is wellicht denkbaar.

-de commissie is benieuwd naar het beoogde kleur- en materiaalgebruik, en naar de detaillering. Een bepaalde eenvoud is denkbaar, mits dit voldoende zorgvuldig wordt uitgewerkt. Hierbij kan worden gedacht aan de neggediepte.

-aandacht voor de installaties op het dak. Ontwerp deze mee, en ontwikkel hier een realistisch voorstel voor.

-de vormgeving van de terrasjes oogt formeel. Maak hier een meer informele / ongedwongen zitplek van. En maak de heg aan de zijde van het water en leg de terrasjes achter de haag, in plaats van ervoor.

-het terrein oogt in de huidige situatie heel versteend. Wordt dit in de nieuwe situatie helemaal vergroend, zoals de situatietekening suggereert? Laat de haag ter afscherming van parkeerplaatsen aan noordoostzijde staan

-aandacht voor natuurinclusief bouwen, en voor de samenhang van de te treffen natuurinclusieve maatregelen. De commissie verwijst naar het Handboek Natuurinclusief Bouwen van de gemeente.

Ook kan er contact worden opgenomen met de stadsecoloog. Het fietspad is wellicht ook een vleermuisroute, waarop kan worden aangesloten wat betreft de te treffen maatregelen. De commissie houdt het plan aan.

Aanhouden

2. Cornelis Trompweg ong.

  • Omschrijving: modulaire woningen (15 jaar)
  • Vooroverleg, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Wederopbouw - Stempelwijken
  • Welstandsniveau: Regulier

De stedenbouwkundige licht toe dat het hier gaat om een lastig te ontwikkelen plek, vanwege de in de loop van de jaren ontstane eigendomssituatie. De parkeerplaats is van de VvE van het appartementencomplex. Het hier maken van tijdelijke woningen is een kans om, voor de duur dat deze woningen hier staan, het bouwblok af te maken. Gegeven die omstandigheden, is het plan stedenbouwkundig akkoord. Belangrijk is de samenhang van dit blok met de architectuur en het kleur bijvoorbeeld denkbaar. Met een hoge gemetselde tuinmuur worden het appartementencomplex en deze woningen met elkaar verbonden, en is er geen zicht op het parkeerterrein.

De projectleider licht de achtergrond van het plan toe. De architect licht het ontwerp toe. Het is passen en meten is geweest om de woningen hier in te passen. Het plan betreft grondgebonden woningen, met een hoge tuinmuur. Het kleur- en materiaalgebruik wordt toegelicht. De (blinde) achtergevel wordt in hout uitgevoerd, in combinatie met vergroening. De overige gevels worden in metselwerk uitgevoerd (gebakken steenstrips). In de kopgevels komen ramen.

Advies commissie

De commissie heeft begrip voor de urgentie en voor de complexiteit van de opgave. De commissie is blij dat het plan, ondanks dat het hier gaat om bouwwerken met een tijdelijke instandhoudingstermijn, aan de commissie wordt voorgelegd. De commissie geeft een aantal opmerkingen mee:

-De commissie begrijpt de achtergrond van de stedenbouwkundige situering na de uitleg hierover door de stedenbouwkundige. Evenwel uit de commissie haar zorg ten aanzien van de stedenbouwkundige situering van de woningen, ook vanwege de woonkwaliteit. Het hier introduceren van een voorzone zou zowel voor de aanblik van de woningen vanuit de openbare ruimte als voor de woonkwaliteit van de woningen zelf goed zijn. Direct aan de straat grenzende woonruimtes zijn bij voorkeur een keuken of een woonkamer.

-Het betreft modulair bouwen. Stel daarom goed vast wat de daaraan te stellen kwaliteitseisen zijn, en leg helder vast waar de grenzen liggen (wat is nog acceptabel als een gelijkwaardig alternatief en wat niet). Leg bijvoorbeeld vast dat het materiaalgebruik een gebakken steenstrip moet zijn. Dit om zodoende daadwerkelijk te bereiken wat er hier wordt beoogd in het ontwerp.

-kleur- en materiaalgebruik / steenkeuze exterieur is nog onderwerp van nadere studie

-Maak de puien in de woningen niet te breed en niet te hoog, omdat dit anders vanwege de compactheid van de woningen kan leiden tot een rommelig beeld. De voorgestelde pui op de begane grond (glas tot op de grond, direct aan de straat) maakt het lastig om hier bijvoorbeeld een bankje neer te zetten.

-de tuinmuur is een mooi gegeven en het maken hiervan is cruciaal. De commissie vraagt om te onderzoeken hoe de muur meer transparant zou kunnen worden uitgevoerd, en zodoende de ruimtelijke kwaliteit van het gebied erachter als gevolg van het plan (de achterliggende parkeerplaats) niet te verslechteren. Wellicht ook in samenhang met de te treffen natuurinclusieve maatregelen.

-De woningen en de tuinmuur worden uitgevoerd in metselwerk. De fietsenstalling is nu een ‘incident’ in hout. Uitvoering van de fietsenberging in metselwerk is goed denkbaar. 

-Onderzoek of er ramen kunnen worden toegevoegd in de blinde achtergevel.

-Zijn de woningen demontabel en/of re-montabel?

-Bekijk welke natuurinclusieve maatregelen in het project zouden kunnen worden toegepast. De commissie verwijst naar het Handboek Natuurinclusief Bouwen van de gemeente.

Positief met opmerkingen

3. Cornelis Evertsenstraat ong.

  • Omschrijving: modulaire woningen (15 jaar)
  • Vooroverleg, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Wederopbouw - Stempelwijken
  • Welstandsniveau: Regulier

De stedenbouwkundige licht toe dat de locatie om twee voorkanten vraagt. Door hier rug-aan-rug woningen te maken is er sprake van een alzijdig ontwerp. Alle woningen krijgen een eigen voortuin. De bij beide blokken te hanteren kleur moet worden afgestemd op het nabijgelegen project Tromptuinen.

De architect licht toe dat het plan rug-aan-rugwoningen betreft. Het ontwerp is verwant aan het ontwerp van de woningen aan de Cornelis Trompweg.

Advies commissie

De commissie is positief over de ontwikkeling, en over wat het bijdraagt aan de huidige situatie. Het is een goede inpassing en een goede invulling van de stedenbouwkundige opzet. De commissie is blij dat het plan, ondanks dat het hier gaat om bouwwerken met een tijdelijke instandhoudingstermijn, aan de commissie wordt voorgelegd. De commissie maakt een paar opmerkingen:

-Het betreft modulair bouwen. Stel daarom goed vast wat de daaraan te stellen kwaliteitseisen zijn, en leg helder vast waar de grenzen liggen (wat is nog acceptabel als een gelijkwaardig alternatief en wat niet). Leg bijvoorbeeld vast dat het materiaalgebruik een gebakken steenstrip moet zijn. Dit om zodoende daadwerkelijk te bereiken wat er hier wordt beoogd in het ontwerp.

-kleur- en materiaalgebruik / steenkeuze exterieur is nog onderwerp van nadere studie

-De woningen worden uitgevoerd in metselwerk. De fietsenstalling is nu een ‘incident’ in hout, en is bovendien op de hoek gesitueerd; dat is jammer. Uitvoering van de fietsenberging in metselwerk is goed denkbaar. Een uitvoering in hout is alleen denkbaar wanneer de houten gevel en de gemetselde gevel niet in één lijn liggen

-Maak de puien in de woningen niet te breed en niet te hoog, omdat dit anders vanwege de compactheid van de woningen kan leiden tot een rommelig beeld.

-Zijn de woningen demontabel en/of re-montabel?

- Bekijk welke natuurinclusieve maatregelen in het project zouden kunnen worden toegepast.

Er liggen hier heel veel kansen wat betreft het treffen van natuurinclusieve maatregelen, zeker gezien het groen in de omgeving en de ligging naast de groenstrook. Gedacht kan worden aan groen op het dak, groene erfafscheidingen, het toepassen van een bloemmengsel, etc. De kansen liggen met name in de groene inrichting van het terrein wanneer er weinig mogelijkheden zijn om natuurinclusieve maatregelen in te passen in de gevel. De commissie verwijst naar het Handboek Natuurinclusief Bouwen van de gemeente.

Positief met opmerkingen

4. Van Leeuwenhoekweg 21

  • Omschrijving: het realiseren van een nieuwbouw kantoor
  • Architect: RoosRos
  • Vooroverleg, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Ontwikkelgebieden
  • Welstandsniveau: Ontwikkeling

De aanvrager heeft de vergadering bijgewoond. De architect licht het plan toe, en hoe de opzet en de situering van de gebouwen verband houdt met het gebruik van het terrein / de logistiek. De gevel bestaat uit een cortenstalen grid, de constructie zal worden gemaakt in hout. Overal wordt dezelfde maatsystematiek toegepast. Het dakterras wordt een echt groen dak. Het weegkantoor wordt wellicht circulair gebouwd.

Advies commissie

De commissie vindt het een sympathiek en overtuigend plan, en complimenteert de architect en de opdrachtgever met dit mooie en ambitieuze ontwerp. De commissie onderschrijft het advies van het Q team van het HBR waarin aandacht wordt gevraagd voor de materialisatie en de kleur van de wanden in verband met het bereiken van een uniform beeld, en voor het herzien van het hekwerk langs de gevel om loze ruimte te voorkomen.

De commissie geeft ten aanzien van de verdere uitwerking een aantal aanbevelingen mee:

- met nadruk vraagt de commissie om te bekijken wat/waar er circulair zou kunnen worden gebouwd / hergebruikt materiaal kan worden toegepast. Dit versterkt het verhaal , en past goed bij het bedrijf. In verband daarmee noemde de commissie dat het interieur in dit kader wellicht kansen biedt.

-het ontwerp bestaat uit een compositie van opgetilde volumes. Onder het ene volume staan kolommen, onder een andere een wandstructuur. De commissie vraagt om nog eens te kijken naar hoe de volumes het maaiveld raken, en hoe het hekwerk zich hiertoe verhoudt. Het plan zal aan zeggingskracht winnen wanneer dit meer 'familie' van elkaar wordt gemaakt.

- de commissie vraagt om daar waar mogelijk te vergroenen. Aandacht voor voldoende diepte ter plaatse van de op het dakterras voorgestelde bomen. Gelet op de onderlinge samenhang van natuurinclusieve maatregelen, vraagt de commissie om te kijken waar het mogelijk zou kunnen zijn om gevelgroen toe te passen, als 'stepping stone' naar het dakterras. De commissie verwijst naar het Handboek Natuurinclusief Bouwen van de gemeente.

De commissie adviseert positief en ziet een verdere uitwerking van het plan als aanvraag met vertrouwen tegemoet in een volgende vergadering.

Positief, met aanbevelingen

5. Hoge Nieuwstraat 83 GM (DR)

  • Omschrijving: verbouwing, woning splitsen en maken van een dakopbouw met terras op dak
  • Architect: Stijl architectuur
  • Vooroverleg, 2e behandeling
  • Gebiedstype: Historische binnenstad
  • Welstandsniveau: Intensief

Een erfgoedadviseur licht toe dat de nu in de stukken aangegeven situatie overeenkomt met de uitkomst van het ten tijde van de vorige eigenaren doorlopen legalisatie-onderzoek. Het plan is aangepast naar aanleiding van de door de commissie gemaakte opmerkingen, en het is verder uitgewerkt. Er worden diverse opties ten aanzien van het ontwerp van de balustrade voorgelegd. Ook de uitvoering van het dak is aangepast. Dit is beter passend is in het dakenlandschap. Verder is de aansluiting op het belendende pand goed inzichtelijk gemaakt. Duidelijk is dat de dakopbouw onder de gootlijn van het aangrenzende pand zal blijven. Het voorliggende plan is wat betreft het vakteam erfgoed op hoofdlijnen voorstelbaar.

De aanvragers hebben de vergadering bijgewoond. De architect licht het plan toe. Wat betreft de uitkomst van het door de vorige eigenaren doorlopen legalisatie-traject, is nu het goede uitgangspunt gehanteerd. Er worden twee woningen ontworpen, één op de begane grond en één op de verdieping. Daardoor is er een minimaal aantal ingrepen nodig. Het ontwerp van de dakopbouw is aangepast naar aanleiding van de opmerkingen van de commissie. De daklijn is vereenvoudigd, evenals het volume van de dakopbouw, en de ritmiek van de kozijnindeling is aangepast. Wat betreft afmetingen is de dakopbouw nu iets kleiner. Ten aanzien van de balustrade zijn verschillende varianten en samenstellingen ontwerpend onderzocht. De voorkeur is om als balustrade een recht spijlenhekwerk toe te passen, in combinatie met een plantenbak.Op één plek wordt zonwering in de vorm van lamellen voorgesteld.

Advies commissie

De commissie is positief over het plan. Bij de eerste beoordeling van het plan op 14 april 2025 gaf de commissie aan dat een transformatie van het pand naar maximaal twee woningen en het maken van een dakopbouw op zichzelf beschouwd voorstelbaar is. De commissie gaf aan dat het per verdieping splitsen van het pand heel positief en goed denkbaar is, zowel bezien vanuit (de aantasting van) monumentale waarden als gelet op de bij woningen horende voorzieningen zoals (fietsen)bergingen en buitenruimtes (gemeentelijk beleid). Wat betreft de vormgeving van de dakopbouw maakte de commissie nog een voorbehoud en plaatste zij een aantal opmerkingen.

Als gevolg van de gemaakte aanpassingen is het plan rustiger en krachtiger geworden, en is het flink verbeterd. De commissie vindt het mooi en weloverwogen ontwerp. De keuze ten aanzien van het als balustrade toepassen van een recht spijlenhekwerk in combinatie met een plantenbak is akkoord. Ten aanzien van de verdere uitwerking geeft de commissie de volgende aandachtspunten mee:

- het voorgestelde lamellensysteem is nu een uitzondering in het ontwerp. Dit overtuigt de commissie nog onvoldoende. De commissie vraagt in het algemeen om te kijken naar een goede oplossing ten aanzien van zonwering, en dit mee te nemen in het ontwerp.

-aandacht voor de mogelijke opklimbaarheid (in verband met veiligheid) van de balustrade bestaande uit een plantenbak en een hekwerk

-sterke aanbeveling om het dak en het dakterras een groene invulling te geven. Dit voegt esthetische kwaliteit en gebruikskwaliteit toe.

Positief met aanbevelingen

6. Grotekerksbuurt 16 RM (SH)

  • Omschrijving: Transformatie en renovatie
  • Architect: Stijl architectuur
  • Vooroverleg, 2e behandeling
  • Gebiedstype: Historische Binnenstad
  • Welstandsniveau: Intensief

Een erfgoedadviseur licht toe dat de architect een verdere aanzet heeft gegeven voor een plan met meerdere complexe facetten. Feitelijk kan het plan opgesplitst worden in twee delen; het herstellen van de funderings- en constructie schades die zijn opgetreden door jarenlange verloedering en funderingsproblematiek en het architectonisch plan tot transformatie van het symfoniegebouw tot appartementencomplex. Beide onderdelen kunnen min of meer los gezien worden, maar hebben desondanks een duidelijke samenhang. Het loskoppelen van de restauratie en casco renovatie ten opzichte van het casco plan is daarmee moeilijk, maar voor de instandhouding van het gebouw wel noodzakelijk.

De architect heeft in korte tijd grote stappen gezet om tot een substantiële verbetering van het ontwerp te komen. Het behouden van de vrije hoogte van de zaal door middel van maisonnette appartementen met een vide is een goede oplossing. Ook het appartement op de begane grond heeft door het samenvoegen van de fietsenstalling aan kwaliteit gewonnen. Het verhogen van de kapconstructie is – mede gelet op de massastudie – op hoofdlijnen voorstelbaar, mits bij de uitwerking aangetoond wordt dat dit technisch mogelijk is en dat de kap technisch in zijn geheel niet te behouden valt. Het maken van een extra atrium is voorstelbaar gelet op de beperkte aantasting van het monument en de 'lucht' die hierdoor in het ontwerp ontstaat. Het is dan wel van belang dat de verdere kapvorm zonder veel extra voorzieningen intact blijft en gerespecteerd wordt.

Het vakteam maakt tenslotte nogmaals een groot compliment aan de ontwikkelaar wat betreft het initiatief om dit zeer moeilijke pand te restaureren, renoveren en herontwikkelen. De wijze waarop de ontwikkelaar en de architect het plan nu oppakken, moet hierin benadrukt te worden. De architect licht toe dat sinds de eerdere behandeling in de commissie er is gewerkt aan het ontwikkelen van een (restauratie)visie, het inzichtelijk maken van de ingreep ter plaatse van het dak, er een tweede lichthof is geïntroduceerd en dat er is kritisch gekeken naar de woningen.

Als gevolg hiervan is nu een deel van de woningen levensloopbestendig, en een deel niet. De (restauratie)visie gaat uit van respect voor de oorspronkelijke structuur, het zichtbaar maken van de historische gelaagdheid van het pand en van toekomstbestendigheid. De symmetrie van het patriciërshuis wordt hersteld. Ruimtes met een dubbele hoogte behouden deze. Aan de voorzijde wordt het dak verhoogd, en de gevolgen hiervan zijn inzichtelijk gemaakt. De buitenruimte van het penthouse zal onder de kap en aan het lichthof worden gesitueerd. Het lichthof wordt mogelijk afgedekt.

Advies commissie

De commissie had bij de eerdere planbehandeling op 23 juni 2025 aangegeven dat er vanuit de commissie heel veel waardering en respect is voor de opdrachtgever en de architect om hier iets moois tot stand te brengen. Uit de heldere presentatie spreekt veel aandacht voor het materiaal en de bouwhistorie van dit bijzondere gebouw, en dit wordt gewaardeerd. Wat betreft het faseringsvraagstuk merkte de commissie op dat dit globaal op zichzelf beschouwd voorstelbaar is vanuit het oogpunt van de conservering van monumentale waarden. Tegelijkertijd stelde de commissie vast dat de voorgestelde fasering in het plan samenhangt met ontwerpingrepen zoals het verhogen van de kap; ingrepen die niet (alleen) gericht zijn op conservering van monumentale waarden. De commissie vroeg om een visie te ontwikkelen ten aanzien van de hoofdonderwerpen, waarbij goed inzichtelijk moet wordt gemaakt wat hierin de pijnpunten zijn / wat de gevolgen zijn voor monumentale waarden.

De commissie is positief over hetgeen nu ter beoordeling voorligt en de visie die eruit spreekt, en denkt dat het tot een mooi project kan gaan leiden. De woningen zijn op een goede manier ingepast. De nieuwe opzet biedt veel potentie om op een goede manier verder te worden uitgewerkt. Wat betreft het verhogen van de kap merkt de commissie op dat het wijzigen van een kap, bezien over de gehele geschiedenis van de stad, wel vaker is uitgevoerd. Binnen zo’n tijdlijn is een dergelijke ingreep niet ondenkbaar. De voorgestelde dakophoging is in principe akkoord, met als voorwaarde dat er naast de twee nu aangegeven zware ingrepen in het dakvlak, de verdere ingrepen die een aantasting van het dakvlak tot gevolg hebben tot een minimum worden beperkt. De commissie heeft behoefte aan een onderbouwing van de staat van de kap, en vraagt om hier onafhankelijk onderzoek naar te laten uitvoeren.

De commissie maakt daarnaast de volgende opmerkingen:

-aandacht in de uitwerking voor de talloze (detail)zaken die samenhangen met het behoud van monumentale waarden bij de transformatie van een monument. Wat is er bijvoorbeeld nodig qua brandveiligheid?

- interieuraspecten die er nog zijn betekenisvol terugbrengen in de woningen. Behoedzaam omgaan met wat er nog is. Maak inzichtelijk hoe de verschillende tijdslagen in de appartementen zichtbaar zullen worden gemaakt.

-lichthoven: essentieel is om die goed te laten functioneren wat betreft privacy, daglicht, etc.

-positief is dat de ruimten die aan de straat liggen, nu tot de woningplattegrond behoren en dat hier niet langer een fietsenstalling wordt voorgesteld. Juist vanwege de in die ruimten aanwezige balken.

-hoe wordt de buitenruimte van het penthouse opgelost?

De commissie is benieuwd naar de verdere uitwerking, en adviseert positief.

Positief

7. Groenmarkt 84-86 RM (SH)

  • Omschrijving: Transformatie en renovatie
  • Architect: Stijl architectuur
  • Vooroverleg, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Historische Binnenstad
  • Welstandsniveau: Intensief

Een erfgoedadviseur licht toe dat het plan twee panden betreft. Geconstateerd is er reeds was begonnen met sloopwerkzaamheden. Deze sloopwerkzaamheden zijn stilgelegd, en er is nader bouwhistorisch onderzoek uitgevoerd. Het nu voorliggende plan kan worden gezien als een eerste verkenning naar wat hier de meest logische indeling in appartementen zou zijn, met de meeste kwaliteit. Het hierbij respecteren van de monumentale waarden / de gebouwstructuur is van groot belang. Overwegend voegt de voorgestelde indeling zich vrij goed en natuurlijk in het monument. Het deels opnemen van appartement 1 in het rechterbouwdeel oogt daarentegen wat onnatuurlijk. De uitgangspunten voor het behoud van zaken als geornamenteerde stucplafonds, de kamer-en-suite, etc. moeten inzichtelijk worden gemaakt. Ten aanzien van de voorgestelde buitenruimtes is het bieden van voldoende privacy een aandachtspunt. Voorkomen moet worden dat hier hoge schuttingen zouden komen. Wellicht kan de toepassing van groen(structuren) tot een kwalitatief hoogwaardige oplossing leiden.

Er is plaatselijk, aan de achterzijde in het linkerdeel, sprake van grote schades die vermoedelijk duiden op een gebrekkige funderingsconstructie. In de bouwmuren zijn grote scheuren aanwezig in combinatie met behoorlijke scheefstanden van de vloerconstructies. Bij een vervolgbehandeling zullen de in dit verband noodzakelijke herstelwerkzaamheden aan de orde moeten komen. Ook wordt gevraagd om de problematiek verder in kaart te brengen, in combinatie met de bouwtechnische staat. De architect licht het plan toe. Gezocht is naar een werkbare verdeling in appartementen; appartementen die niet te groot zijn. Gestreefd is naar het hierbij zoveel mogelijk behouden van het bestaande. Er is gekeken naar de constructieve uitdagingen, maar nog niet naar de fundering. In appartement 3 wordt een vide voorgesteld, met dakramen in de kap. Ter plaatse van de voorgestelde vide zullen de balken blijven zitten en gaan alleen vloerdelen weg. Ter plaatse van de aansluiting van de kappen wordt een plat dak voorgesteld. Bij de privé buitenruimten zullen erfafscheidingen worden mee-ontworpen.

Advies commissie

De commissie is op hoofdlijnen positief over deze ontwikkeling. Het is positief dat het pand aangepakt gaat worden en wordt getransformeerd naar wonen, en het moet goed mogelijk zijn om meerdere woningen in te passen in de bestaande monumentale structuur.

De voorgestelde indeling van het monument in appartementen oogt op de verdiepingen logisch in relatie tot de bestaande structuur, maar op de begane grond niet. Op de begane grond roept de voorgestelde indeling vragen op. De commissie is niet blij met een fietsenberging die is gesitueerd in een aan de straat gelegen ruimte. Beter denkbaar is bijvoorbeeld om in totaal vier woningen te maken, met wellicht een commerciële ruimte op de begane grond. Hierdoor zou het plan aan helderheid kunnen winnen, en dit zou ook veel opleveren voor wat betreft de kwaliteit en uitstraling van de aan de straat gelegen ruimtes.

In het algemeen vraagt de commissie om zoveel mogelijk van het historische materiaal mee te nemen in het ontwerp. De commissie vraagt om goed inzichtelijk te maken wat de consequenties zijn ten aanzien van het behoud van monumentale waarden, als gevolg van het plan. De commissie noemde hierbij als een voorbeeld het maken van de voorgestelde vide en het daklicht. De commissie vraagt om inzichtelijk te maken waar wat zit qua interieurelementen/-afwerkingen, en hoe daarmee wordt omgegaan in het plan. Uitgangspunt is het zoveel mogelijk behouden van interieurelementen/-afwerkingen. Wat gebeurt er met de kelder? Kan de kelder wellicht aan een woning worden toegekend?

De commissie maakt een voorbehoud voor wat betreft de aan de achterzijde voorgestelde buitenruimtes. Dit is een zwaarwegend aspect. Hoe borg je hier de kwaliteit? De commissie vraagt om goed inzichtelijk te maken (bijvoorbeeld door middel van 3d impressies) welk totaalbeeld dit oplevert (gevel, terrassen en balkon, erfafscheidingen). Op voorhand geeft de commissie aan dat het balkon vrij fors lijkt. Gestreefd moet worden naar een rustig beeld en naar een kwalitatief hoogwaardige oplossing aan de achterkant.

De commissie ziet het plan graag in een volgende vergadering als vooroverleg terug, en houdt het plan aan.

Aanhouden

8. Zuidendijk 331-331A GM (SH)

  • Omschrijving: Uitbreiden woonhuis in schuur
  • Architect: Van der Padt & Partners
  • Vooroverleg, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Landgoederen en buitenplaatsen
  • Welstandsniveau: Regulier

Een erfgoedadviseur licht toe dat in het plan een goede eerste aanzet wordt gegeven tot het uitbreiden van de woning in de schuur, het vervangen van de dakbedekking en het intern wijzigen van het voorhuis. Op hoofdlijnen passen de voorgenomen ingrepen bij het monument. De uitdaging hierin zit nog wel in het vinden van een goede balans tussen de gesloten utilitaire boerenschuur met dominant houtskelet, en de nieuwe voorzieningen die hierin geplaatst worden die vragen om daglichttoetreding en een interne verdeling. Een duidelijke visie van de architect kan hierin bijdragen om te komen tot een gebalanceerd ontwerp. Het vakteam is enthousiast over het bundelen van grote ingrepen in gevel en dak aan één zijde die reeds aangetast zijn, maar ziet nog een ontwerpopgave om hier de balans te vinden tussen monument en vernieuwing. Ook in het interieur ligt de uitdaging om het houtskelet en de vrije hoogte zoveel als mogelijk visueel en beleefbaar te houden.

De opdrachtgever heeft de vergadering bijgewoond en licht (de achtergrond van) het plan toe. Ondanks dat het pand formeel nog geen monumentenstatus heeft, is er goed contact met het vakteam Erfgoed. Er is gekozen voor dit architectenbureau vanwege hun ervaring met boerderijen. De architecten lichten het plan toe. De hele schuur krijgt in de nieuwe situatie een woonprogramma. De rieten kap die het pand had zal worden teruggebracht. De constructie blijft intact en in het zicht. De voorgestelde ingrepen ter plaatse van de schuur bestaat daarnaast uit het maken van een aantal grote ‘gaten’ door over de gevel en het dakvlak doorlopen. Deels komen hier lamellen. Deze ingrepen zijn gesitueerd aan de meest private zijde van het pand. In de gevel van de woning aan de voorkant wordt een nieuwe ‘achterdeur’ voorgesteld.

Advies commissie

De commissie is op hoofdlijnen positief over de aanpak. Het is een voorstelbaar nieuw programma. Het wijzigen van de dakbedekking in een rieten kap is denkbaar en mogelijk. Wel worden er nu forse ingrepen ter plaatse van de schuur voorgesteld. De commissie vraagt om hier nog eens goed naar te kijken. Met name wat betreft elementen zoals gevels en het dakvlak moet er sprake zijn van een goed evenwicht tussen behoud en vernieuwing. Reductie (het niet toepassen van een veelvoud aan zware ingrepen, materialen en vormen) is hierbij de weg naar het bereiken van een mooie oplossing. De commissie maakt daarnaast de volgende opmerkingen:

-De kwaliteiten van de schuur zijn de grote open ruimte en de constructie ervan. Die kwaliteiten moeten in voldoende mate ervaarbaar en beleefbaar blijven. Veel van die kwaliteiten lijken verloren te gaan als gevolg van het plan. De commissie vraagt om beter inzichtelijk te maken wat er nog van die kwaliteiten over is met het nieuwe programma, en om te bezien hoe kan dit worden geoptimaliseerd. De zwembadruimte leent zich goed voor optimalisatie.

-de voorgestelde nieuwe indeling van het woonhuis aan de voorkant lijkt voorstelbaar

-De commissie is niet akkoord wat betreft het toevoegen van de deur in de gevel van het woonhuis aan de voorzijde. Wat dit aspect betreft adviseert de commissie negatief. Deze gevel is nu nog intact en moet behouden blijven.

-Neem het bestaande als uitgangspunt bij het ontwerp van de gevel in de nieuwe situatie, bezie dit als een nieuwe (tijd)laag.

-De commissie doet een oproep om de twee stalraampjes te behouden en goed in te passen in het gevelontwerp

-Installaties mee-ontwerpen, maak een installatieontwerp dat recht doet aan het gebouw en laat de inpassing hiervan niet aan het toeval over. Het is zonde dat de airco op de gevel behouden blijft.

Het is een prachtige opgave, en de commissie is benieuwd naar de verdere uitwerking. De commissie ziet het plan graag als vooroverleg in een volgende vergadering terug, en houdt het plan aan.

Aanhouden

9. Wijnstraat 56 RM (SH)

  • Omschrijving: renovatie en restauratie
  • Architect: DAR Bouwadvies
  • Vooroverleg, 2e behandeling
  • Gebiedstype: Historische binnenstad
  • Welstandsniveau: Intensief

Een erfgoedadviseur licht toe dat na de laatste planbehandeling in de commissie de bouwhistorische waarden zijn aangevuld en per vertrek en verdieping beschreven en gewaardeerd. Geconcludeerd is dat de vloerconstructies een hoge monumentwaarden krijgen vanwege de oude balklagen. De betonvloer op de begane grond valt hier echter buiten en heeft een indifferente waarde gekregen. Het platte dak bezit eveneens weinig monumentwaarde en is indifferent gewaardeerd. De schuifvensters hebben daarentegen een hoge monumentwaarden gekregen, deels vanwege de ouderdom en de relatieve ouderdom en samenhang van de reconstructie.

De omgang met de schuifvensters is hetgeen nu voorligt als bespreekpunt. Gesteld wordt dat na uitgebreide inventarisatie is gebleken dat de kozijnen gerestaureerd kunnen worden en dat de ramen van de voorgevel vervangen moeten worden. Ook wordt gesteld dat de huidige indeling detoneert in het straatbeeld, dat die gekenmerkt wordt door een meer eigentijdse indeling, en dat door de voorgenomen wijziging een betere aansluiting gevonden wordt.

De ramen hebben een hoge monumentwaarden toebedeeld gekregen, wat betekent dat deze behouden dienen te worden. Een algeheel slechte staat kan betekenen dat andere keuzes gemaakt moeten worden. Ondanks dat het vakteam schades erkent en erkent dat de ramen niet overal meer goed zijn, kan niet gesteld worden dat deze dermate slecht zijn dat de enige optie vernieuwing is. Dat de indeling detoneert in de straat, daar is het vakteam het niet mee eens gelet op de vele andere patriciërshuizen in de straat en in stad die patatsnijders hebben.

Het vakteam kan zich zodoende niet vinden in het voorstel om de ramen met patatsnijders te verwijderen en te vervangen door een herziene indeling. Het uitgangspunt bij een monument is immers dat behoud gaat voor vernieuwing.Verder is document aangeleverd met daarin de uitgangspunten tot verduurzaming van het monument.

Het daarin voorgestelde dampopen isolatiesysteem is een goed uitgangspunt passend bij een monument en de vele moeilijke aansluitingen die vaak aanwezig zijn. Het vakteam ziet dit bij de aanvraag graag uitgewerkt.

De aanvragers hebben de vergadering bijgewoond en lichten toe dat de kozijnen behouden kunnen blijven, maar dat de ramen in een bouwtechnisch te slechte staat zijn en moeten worden vervangen. Het is volgens de aanvragers niet mogelijk om in de roeden van de patatsnijders monumentenglas in te passen. Een restauratie-architect is bij de planvorming betrokken en deze heeft geconcludeerd dat het behoud van de ramen economisch niet verantwoord is. De nu aanwezige patatsnijders is volgens de restauratie-architect een bepaalde (restauratie)visie, en de architect stelt als vervanging hiervan een andere indeling voor.

Advies commissie

De commissie heeft bij de eerdere beoordeling van het plan op 3 maart 2025 aangegeven positief te zijn over het feit dat het pand zal worden aangepakt en dat het weer een woonhuis zal worden. De commissie complimenteerde de aanvrager en de ontwerper met de planvorming. De omgang met de schuifvensters is hetgeen nu voorligt als bespreekpunt. Het advies van de commissie betreft daarom alleen betrekking op de omgang met de schuifvensters. De commissie maakte op 3 maart 2025 een voorbehoud wat betreft de voorgestelde vervanging en nieuwe indeling van de vensters in de voorgevel. De commissie vroeg allereerst om het hier toepassen van achterzetbeglazing te onderzoeken. Alleen wanneer het toepassen van achterzetbeglazing niet mogelijk is, en goed wordt onderbouwd / aangetoond dat de staat van de bestaande vensters heel slecht is, is vervanging denkbaar. Wanneer de uitkomst van deze nadere onderzoeken het vervangen van de vensters is, dan is een andere kozijnindeling niet ondenkbaar. Het op 3 maart 2025 voorgelegde voorstel, het wijzigen van de patatsnijders in Empire-vensters, vond de commissie nog onvoldoende overtuigend omdat op oude foto's een andere kozijnindeling zichtbaar is. In het ontwerp van de vensters in de achtergevel leek te worden teruggegrepen op de situatie van 1945. De commissie vroeg om die keuze beter te onderbouwen.

De commissie vraagt om een representatief en onafhankelijk onderzoek waarin de staat van de ramen goed in beeld komt. Deze onderbouwing is noodzakelijk voor de commissie om een goed gefundeerd advies uit te kunnen brengen. Wanneer uit de onderzoek blijkt dat de bouwtechnische staat te slecht is voor restauratie, dan is vervanging denkbaar. In het geval dat vervanging noodzakelijk is, zijn er wat betreft de commissie twee opties denkbaar:

-indeling patatsnijders aanhouden

-reconstructie van de indeling van voor de fase met de patatsnijders. Hier zijn historische foto's van. De commissie vraagt om daar onderzoek naar te doen, en om een voorstel goed te onderbouwen met historisch materiaal.

Ten aanzien van het toepassen van biobased materialen en damp-open bouwen merkt de commissie op dat dit goede uitgangspunten zijn. 

Aanhouden

10. Bagijnhof 48-52 BS (SH)

  • Omschrijving: Het toevoegen van appartementen op de verdiepingen
  • Architect: Stijl architectuur
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 2e behandeling
  • Gebiedstype: Historische Binnenstad
  • Welstandsniveau: Intensief

Een erfgoedadviseur licht toe dat het plan is aangepast naar aanleiding van de door de commissie gemaakte opmerkingen. Er wordt nu een andere invulling van de gevelopeningen voorgesteld, en er zijn groenvoorzieningen toegevoegd. De nu voorgestelde invulling van de kozijnen kan worden omschreven als eenvoudig en passend. Er zou qua invulling enig onderscheid gemaakt kunnen worden tussen beide panden, maar dit zou ook door middel van de kleurstelling verkregen kunnen worden. In beginsel is deze invulling passend, waarbij het vakteam opmerkt dat draaikiepvensters niet akkoord zijn in het beschermde stadsgezicht, en dat een volledige set detailtekeningen ontbreekt. Het vakteam komt tot de conclusie dat plan is verbeterd , maar er had in het ontwerp meer rekening kunnen worden gehouden met het maken van een gevelbeeld dat passend is bij de nieuwe functie, en dat het daarmee een positieve bijdrage levert aan deze (toekomstige) woonstraat. Het schuifhek, waar geen vergunning voor is verleend, maakt nog steeds onderdeel uit van het plan.

Het behoud van het schuifhek resulteert niet in een kwalitatieve verbetering. Dat het schuifhek voor de bergingdeur wegschuift lijkt daarnaast geen wenselijke of veilige situatie. Ten aanzien van het schuifhekwerk is het vakteam niet positief. De architect licht het plan toe en geeft aan dat vanuit de gebruikers de wens bestaat om hier een hekwerk te hebben. Dit kan ook een vouwpoort zijn.

Advies commissie

De commissie had op 26 mei 2025 aangegeven heel positief te zijn over de hier beoogde ontwikkeling, wonen boven winkels. De Het is positief dat er woningen worden toegevoegd. De impact op de historische omgeving is beperkt. Heel positief is ook dat het beeld van het rechterpand intact blijft, en dat de woningen binnen de bestaande contouren worden gerealiseerd. De commissie gaf op 26 mei 2025 aan dat de achterzijde, de Lenghengang, kansen biedt om aan te sluiten bij / mee te gaan met de transformatie van deze straat naar een woonstraat. De commissie gaf in dit verband de sterke aanbeveling om kennis te nemen van de hier ontwikkelde plannen. De commissie vroeg om een (ontwerp)visie op de achtergevel te ontwikkelen, en gaf aan dat hier nog een ontwerpslag nodig is. Dit kan een nieuwe tijdlaag zijn, maar ook een meer traditionele vormgeving is wellicht denkbaar. De commissie vroeg om na te gaan wat er nog aan oorspronkelijk/origineel materiaal in deze gevel aanwezig is. De commissie vroeg om in plaats van het voorgestelde schuifhek, een draaihek te maken. Tenslotte vroeg de commissie om te bekijken waar het mogelijk is om vergroening toe te passen.

Hierop is het plan aangepast. In hoofdzaak is er een goede invulling gegeven aan de door de commissie gemaakte opmerkingen. De commissie is op hoofdlijnen akkoord met het plan in de nu voorgelegde vorm. De commissie vindt het jammer dat het plan niet is aangegrepen als kans om aan de Lenghengang een bijdrage te leveren aan de transformatie van deze straat naar een woonstraat.

De achtergevel is evenwel nu op zichzelf beschouwd meer samenhangend vormgegeven en daarom is het plan akkoord, mits (voorwaarden):

-er geen draaikiepramen worden toegepast. Dit levert een voor het beschermde stadsgezicht wezensvreemd beeld op, en dit is niet akkoord

-er een in beschermd stadsgezicht passend hekwerk wordt ontworpen, dat niet voor de gevel schuift.

Het aanwezige (niet-vergunde) schuifhekwerk is niet akkoord. De commissie vraagt om het plan hierop aan te passen, en houdt het plan aan. Een hierop aangepast plan kan ambtelijk worden beoordeeld.

Aanhouden

Rondvraag

Grote commissie | Verslag 23 juni 2025

Aanvang: 13.30 u. – 19.45 u.

Locatie: Stadskantoor, vergaderkamer 3

Aanwezig: Mevr. E. Marcusse (voorzitter), dhr. J. Baijense, mevr. A. Riel, mevr. A. Kruisinga (m.u.v. agendapunt 7, Karel Doormanweg ong), mevr. V. Herzberg, dhr. D. Smit (secretaris)

Afwezig: dhr. S. van der Spuij (geraadpleegd)

1. Laan van Barcelona ong.

  • Omschrijving: nieuwbouw shortstay appartementen
  • Vooroverleg, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Ontwikkelgebieden
  • Welstandsniveau: Ontwikkeling
  • Beeldkwaliteitsplan Amstelwijck

De architect heeft de vergadering bijgewoond en licht het ontwerp toe. Sinds de laatste keer dat de commissie het plan heeft beoordeeld, heeft het gebouwontwerp een extra bouwlaag gekregen. Verder sluit het ontwerp aan op hetgeen de commissie eerder heeft beoordeeld. Het dak zal worden uitgevoerd als sedumdak, en op het terrein komt groen.

Advies commissie

Op 28 september 2020 heeft de commissie een plan beoordeeld voor een met dit gebouw vergelijkbaar gebouw, op deze plek. De commissie gaf destijds aan dat dat plan een verdere uitwerking betrof van het eerder als vooroverleg aan de commissie voorgelegde plan. De door de commissie tijdens het vooroverleg benoemde punten waren in het plan verwerkt. De commissie adviseerde in 2020 positief, met als aandachtspunt de stedenbouwkundige / landschappelijke inpassing. De commissie vroeg om hierover contact op te nemen met de stedenbouwkundige. Wat betreft het ontwerp van de stedenbouwkundige / landschappelijke inpassing, en aspecten als het groene karakter van de buitenruimte, klimaatadaptie en verlichting, gaf de commissie aan hier kansen voor verbetering te zien.

Het nu ter beoordeling voorgelegde gebouwontwerp is in architectonisch opzicht op hoofdlijnen gelijk aan het eerder beoordeelde plan, met uitzondering van het aantal bouwlagen (één bouwlaag meer). De commissie is op hoofdlijnen positief over het plan in de huidige vorm. De massa verbetert door de extra bouwlaag. Om de installaties komt een scherm met strekmetaal. De commissie vraagt aandacht voor het ontwerp van de entreepartij en van de luifel. De commissie vraagt in dit verband aandacht voor de logica van de kozijnindeling van deze pui, op zichzelf beschouwd en in relatie tot de luifel. De luifel lijkt daarnaast wat fors / dik. Aangezien er sprake zal zijn van meerdere gebruikers, vraagt de commissie om (in ieder geval de plek en het formaat van) de reclame / signing mee te ontwerpen. De commissie verwijst volledigheidshalve naar de hier geldende welstandscriteria ten aanzien van reclame. De terreininrichting vraagt aandacht. Het gebouw en de (nu versteende) omgeving van het gebouw zijn kansrijk wat betreft vergroening en het treffen van natuurinclusieve maatregelen. De commissie verwijst in dit verband naar het Handboek Natuurinclusief Bouwen van de gemeente en er kan contact worden opgenomen met de stadsecolooog.

De commissie adviseert positief en ziet het plan graag als aanvraag (inclusief bemonstering van het kleur- en materiaalgebruik) in een volgende vergadering terug, met inachtneming van de gemaakte opmerkingen.

Positief met opmerkingen

2. Keerweer ong.

  • Omschrijving: het realiseren van bedrijfsunits met kantoren (Westview Business Park)
  • Architect: Van Es architecten
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling (eerder behandeld als vooroverleg)
  • Gebiedstype: Stedelijke groengebieden
  • Welstandsniveau: Regulier

De architect en de aanvrager hebben de vergadering bijgewoond. De bemonstering van het kleur- en materiaalgebruik wordt ter beoordeling voorgelegd.

Advies commissie

De commissie heeft het plan eerder als vooroverleg beoordeeld. De commissie gaf tijdens het vooroverleg aan dat de kop van het project de potentie heeft om te gaan fungeren als ‘uithangbord’ van de ambitie om hier een duurzaam bedrijventerrein te maken, door hier van met elkaar samenhangende natuurinclusieve maatregelen te treffen. De gevel zou hierbij als ‘stepping stone’ naar het dak kunnen gaan fungeren. Ook gaf de commissie aan dat het daadwerkelijk realiseren van de getekende landschappelijke invulling van de buitenruimte goed moet worden geborgd, en dat een en ander met de gemeente / de stedenbouwkundige moet worden afgestemd.

De commissie is positief over het nu als aanvraag ter beoordeling voorliggende plan. De commissie is positief over de voorgestelde natuurinclusieve maatregelen, en de commissie is positief over hoe de eerder hierover gemaakte opmerkingen zijn opgepakt en uitgewerkt. Hierin zijn goede keuzes gemaakt, bijvoorbeeld wat betreft het maken van ‘stepping stones’. De commissie geeft ten aanzien van de verdere uitwerking twee aanbevelingen mee:

-de commissie vraagt om nog eens naar (de detaillering van) de hoeken te kijken. Kan dit bijvoorbeeld overhoeks in glas worden uitgevoerd, in plaats van metalen zetwerk, door de kozijnstijlen iets anders te verdelen? Hierdoor zal het ontwerp aan zeggingskracht winnen.

-ter plaatse van de watergangen, wanneer het hier gaat om natuurvriendelijke oevers: pas dan een dotterbloemmengsel toe in plaats van gras. De commissie merkt op dat alles wat in beheer komt bij gemeente, ook nog door gemeente zal moeten worden beoordeeld. De commissie vraagt om de (uitwerking van) de inrichting van de openbare ruimte met de gemeente / de stedenbouwkundige af te stemmen.

De commissie adviseert positief, met als voorwaarde dat het volledige kleur- en materiaalgebruik nog ter beoordeling wordt voorgelegd (voorwaarde). Het kleur- en materiaalgebruik is in hoofdzaak akkoord, behoudens de (niet bemonsterde) gevelbeplating met houtmotief. Pas hier echt hout toe, of een gevelmateriaal in kleur (zonder houtmotief). De beoordeling van de invulling van deze aan het advies verbonden voorwaarde kan plaatsvinden in de kleine commissie.

Concluderend adviseert de commissie adviseert positief over het plan, met twee aanbevelingen en één voorwaarde.

Positief met voorwaarde en aanbevelingen

3. Prinses Julianaweg e.o.

Omschrijving: verduurzamen 228 appartementen Prinsessenstraten

  • Architect: Stijl architectuur
  • Vooroverleg, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Wederopbouw - Stratenwijken
  • Welstandsniveau: Regulier

De aanvrager heeft de vergadering bijgewoond en licht de achtergrond van het plan toe. Mogelijk krijgen de schuren een groendak. De architect licht toe dat deze buurt vroeger het einde van de stad vormde. De blokken zijn gebouwd in Korrelbeton; hergebruikt Rotterdams puin. Kenmerken van de oorspronkelijke architectuur zijn soms verloren gegaan bij renovaties. De verduurzaming van de blokken is aangegrepen als kans om het oorspronkelijke beeld weer te herstellen, bijvoorbeeld wat betreft de kozijnindeling. De bestaande balkonhekken, voordeuren, ronde ramen en schoorstenen blijven behouden, evenals het schuine overstek van de kap ter plaatse van de kopgevels. In plaats van de verschillende kleuren die nu in de blokken worden gebruikt, zal er straks sprake zijn van dezelfde kleur. Wel worden de entrees herkenbaar gemaakt. Er zullen kunststof kozijnen worden toegepast. Naast verduurzaming is er hier ook een ecologische opgave, die in het ontwerp is geïntegreerd.

Advies commissie

De commissie is heel positief over het feit dat deze buurt met karakteristieke en optimistische Wederopbouwarchitectuur wordt verduurzaamd, en niet wordt gesloopt. Heel positief is dat uit het nu voorgelegde ontwerp blijkt dat wordt nagestreefd om het oorspronkelijke architectonische beeld te behouden of (wanneer het oorspronkelijke ontwerp door een renovatie verloren is gegaan) weer te herstellen, zoals wat betreft de kozijnindeling. De commissie heeft waardering voor de aanpak die uit het plan blijkt, en complimenteert de architect en de aanvrager.

De commissie maakt de volgende opmerkingen:

-de commissie vraagt om de kruisindeling van de vensters ter plaatse van de kopgevels terug te brengen. In het algemeen is het beter om de oorspronkelijke kozijnindeling aan te houden

-de commissie vraagt om het dakranddetail te verfijnen, bijvoorbeeld door het dakranddetail een profiel te geven zodat het aanzicht van het dikkere dakpakket wordt verzacht

-ten aanzien van de verdere uitwerking wordt aandacht gevraagd voor het neggedetail, de kaders om de entrees, de vensters en voor de aansluiting van het te behouden balkonhekwerk op het dikkere gevelpakket

-de commissie vraagt aandacht voor de kwetsbaarheid (kans op beschadigingen) van het gevelmateriaal ter plaatse van de plint, in verband met de esthetische duurzaamheid van de gevel

-wellicht is het mogelijk om ter plaatse van de kopgevel begroeiing toe te passen

De commissie is benieuwd naar de verdere uitwerking van het plan. De commissie ziet het plan graag, verder uitgewerkt en met inachtneming van de gemaakte opmerkingen, als aanvraag in een volgende vergadering terug.

Positief, met opmerkingen

4. Troelstraweg ong.

Omschrijving: renovatie 4 portiekblokken

  • Architect: KAW
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling (eerder behandeld als vooroverleg)
  • Gebiedstype: Wederopbouw - stempelwijken
  • Welstandsniveau: Regulier

De architect licht het plan toe, en de omgang met de door de commissie tijdens het vooroverleg gemaakte opmerkingen. In het bijzonder betreft dit de toepassing van minerale gevelstrips. In de nieuwe situatie krijgen de blokken van een afstand bezien de kenmerken van Wederopbouw (baksteen)architectuur, maar eenmaal dichtbij is zichtbaar dat het hier gaat om een nieuw (gevel)materiaal met verschillende (en ten opzichte van metselwerk afwijkende) formaten en texturen. De monsterborden hiervan zijn nog in productie.

Het hekwerk van het balkon lijnt nu uit met de borstwering van de kozijnen. Het patroon in het hekwerk en in de geperforeerde panelen verwijst naar de structuur van de wijk. Op het dak komen geen grote installaties. De zonwering wordt verholen aangebracht, ventilatieroosters zijn zichtbaar en krijgen daarom een donkergrijze kleur. Hierdoor zullen deze niet dominant zijn in het beeld.

Er komen meer nestkasten in de gevels, en ter plaatse van het maaiveld komen insectenstenen. Een en ander is afgestemd met het bij het plan betrokken ecologische adviesbureau. De nestkasten zijn soms verholen opgenomen in de gevels (in gevels met veel gevelopeningen), en zijn soms in het zicht.

Advies commissie

De commissie heeft het plan eerder als vooroverleg beoordeeld. Bij het vooroverleg gaf de commissie aan waardering te hebben voor het ontwerp van de renovatie van deze blokken. De waardering van de commissie betrof onder andere de analyse van de bestaande architectuur, die het vertrekpunt vormde voor het ontwerp, de gevelcompositie en -proporties, en de in het ontwerp bereikte verbetering van de woonkwaliteit zoals blijkt uit de ruimere balkons.

De commissie is positief over het nu als aanvraag ter beoordeling voorliggende plan, en hoe in het plan is omgegaan met de door de commissie tijdens het vooroverleg gemaakte opmerkingen. In het bijzonder benoemt de commissie de nu voorgestelde toepassing van minerale gevelstrips. Het is heel erg positief dat er is gezocht naar patronen/texturen die geen imitatie zijn van metselwerk, en waarbij het architectuurbeeld evengoed tegelijkertijd nog verwijst naar Wederopbouwarchitectuur. De commissie is benieuwd naar de bemonstering van het kleur- en materiaalgebruik, en verbindt het ter beoordeling voorleggen daarvan als voorwaarde aan haar advies. De commissie vraagt aandacht voor de kwetsbaarheid (kans op beschadigingen) van het gevelmateriaal ter plaatse van de plint, in verband met de esthetische duurzaamheid van de gevel. Denkbaar is bijvoorbeeld het creëren van afstand tot de gevel. De commissie is positief over de voorgestelde te treffen natuurinclusieve voorzieningen, en vraagt om nog op tekening te zetten

De entreepartijen zijn op zichzelf beschouwd akkoord, maar niet akkoord is de wijze waarop deze nu aansluiten op de openbare ruimte. Het is enerzijds belangrijk dat de entreepartijen identiek zijn, anderzijds is het belangrijk dat er sprake is van een goede aansluiting op de openbare ruimte. Dat vraagt ter plaatse van één entreepartij nog om een aanpassing van de openbare ruimte. De commissie vraagt om hierover in overleg te gaan met het vakteam stedenbouw om tot een goede oplossing te komen (voorwaarde).

Concluderend is het plan akkoord, mits (voorwaarden):

-de bemonstering van het kleur- en materiaalgebruik nog ter beoordeling wordt voorgelegd.

-de aansluiting op / inrichting van de openbare ruimte ter plaatse van de entreepartijen in overleg met het vakteam stedenbouw wordt bepaald

Positief met voorwaarden

5. Singel 207 GM (SH)

  • Omschrijving: Algehele restauratie en renovatie
  • Architect: FOAM Architecten
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling (eerder behandeld als vooroverleg)
  • Gebiedstype: 19e-eeuws stedelijk weefsel
  • Welstandsniveau: Intensief

Een erfgoedadviseur licht toe dat het plan, mede naar aanleiding van de tijdens het vooroverleg door de commissie gemaakte opmerkingen, verder is uitgewerkt en als aanvraag is ingediend. Het vakteam is van mening dat er een bijzonder goed uitgewerkt en zorgvuldig plan voorligt. De erfgoedadviseur neemt puntsgewijs / thematisch de meest relevante aspecten van het plan door.

Stijlkamer begane grond

De belangrijkste resterende ingrepen in de stijlkamer betreffen de doorbraak naar de keuken en het toepassen van een verlaagd plafond tussen de moerbinten, om de kinderbinten aan het zicht te onttrekken.

De breedte van de doorbraak is nu beperkt tot drie panelen, waarbij de hoogte aansluit op de naastgelegen binnendeur. Een nieuwe latei zal de constructie opvangen en deze zal bekleed worden met een architraaf aan de keuken-zijde. Dit is goed voorstelbaar en uitgewerkt conform de opmerkingen van de commissie. Het verlaagde plafond tussen de moerbinten zal met rekwerk tegen het plafond worden gemonteerd. Uitgangspunt moet zijn dat het verlaagde plafond reversibel is, maar hoe reversibel is deze gelet op de te maken schade? Het vakteam kan zich voorstellen dat het zorgvuldig bevestigen van regelwerk tegen de kinderbinten tot schades leidt die naderhand beter te repareren zijn. Wel is het maar de vraag of deze extra belasting kunnen dragen.

Als laatste is aangegeven dat het houtwerk in dit vertrek opnieuw wordt geschilderd. Het vakteam gaat er vanuit dat het dan gaat om het opnieuw in de blanke lak zetten van de houten gelakte delen. Klopt dit?

Keuken begane grond

In de keuken wordt een schacht naast de achterdeur en een schacht naast het rookkanaal verwijderd. Deze hebben een indifferente waarden, hoewel het wel opvallend is dat het tegelwerk op de schacht naast het rookkanaal doorloopt. Vermoedelijk is het tegelwerk later aangeheeld. Wellicht dat het nu opnieuw gebruikt kan worden om tegelwerkschades te herstellen. Wat betekent het verwijderen van de schachten verder voor het plafond? Wordt het aangeheeld? Het aanwezige historische keukenblokje, die als het ware de koekoek vormt voor de kelder, blijft behouden en hier wordt een overzetkast overheen geplaatst. Deze is nog niet uitgewerkt, maar zolang deze reversibel is en zonder schade te verwijderen valt is dit voorstelbaar. Gevraagd wordt de uitwerking tijdens uitvoering af te stemmen met het vakteam Erfgoed (voorwaarde).

Keuken eerste verdieping

Deze keuken zal ontmanteld worden, waarbij het keukenblokje herplaatst zal worden. Het vakteam vraagt om dit specifiek te maken.

Toiletten

Het monument kent meerdere historische toiletten. Eerder is duidelijk geworden dat het personeelstoilet geheel onveranderd behouden blijft. Bij de overige toiletten blijft het wandtegelwerk behouden evenals de fonteintje(s), maar wordt de toiletpot en het vloertegelwerk vervangen. Hoewel voorstelbaar, benadrukt het vakteam dat veel van het vloertegelwerk gereinigd en geseald kan worden. Mocht vervanging echt noodzakelijk blijken, dan ziet het vakteam het vloertegelwerk graag bemonsterd in overeenstemming met de bestaande situatie (voorwaarde).

Badkamer eerste verdieping

De badkamer op de eerste verdieping zal feitelijk worden opgeofferd zodat de badkamer op de tweede verdieping behouden kan blijven. De ingrepen op de eerste verdieping rondom deze (nieuwe) badkamer zijn stevig. Deze beginnen allereerst met het oplossen van een constructieve problematiek. In de wand tussen de master-bedroom en badkamer zit behoorlijke scheurvorming. De architect heeft de verwachting dat de muur niet (voldoende) ondersteund wordt en stelt voor om de wand te verwijderen, een stalen ligger in de vloer aan te brengen, en om de vloer opnieuw op te bouwen. Aangezien dit een doorlopende wand is tot en met de tweede verdieping, maakt het vakteam zich zorgen over gevolgschade bij het verwijderen van deze wand. Daarnaast zou de scheurvorming ook nog verband kunnen houden met de funderingsproblematieken die een decennia geleden hersteld zijn.

Het vakteam zou willen voorstellen om eerst onderzoek te doen naar de onderliggende constructie, door van bovenaf de vloer open te leggen. Het vakteam vindt het namelijk onwaarschijnlijk dat deze wand niet deugdelijk opgevangen zou worden. Mocht blijken dat de bestaande constructie niet deugt, dan is plan op dit punt voorstelbaar. Het zou echter beter zijn om de bestaande wandstructuur te sparen, niet alleen vanwege het behoud van materiaal, maar ook om gevolgschade van bovenliggend muurdeel (met tegelwerk) en geornamenteerd stucplafond te voorkomen (voorwaarde).

Als laatste is het vakteam benieuwd wat met het verdere te verwijderen sanitair zal gebeuren? Is nagedacht over het zoveel mogelijk herplaatsen? Het schrobgootsteentje zou bijvoorbeeld in de kelder of het washok een uitstekende opstelplaats kunnen krijgen.

Badkamer tweede verdieping

De badkamer op de tweede verdieping krijgt een restauratieve aanpak, waarbij zowel het tegelwerk als sanitair blijft behouden. In de kast zal een douche worden geplaatst en de gescheurde wastafel zal vervangen worden door één van de exemplaren die in de rest van het huis vrijkomt. Het vakteam kan zich nog steeds vinden in deze aanpak. De installatietekening lijkt erop te wijzen dat de riolering vervangen wordt. Dat zal vermoedelijk lukken gelet op het gegeven dat het plafond van onderliggende badkamer verwijderd wordt, maar dit mag niet leiden tot een aantasting van het onderliggende geornamenteerde stucplafond en/of te behouden tegelwerk (voorwaarde).

Ten aanzien van de vloerafwerking wordt voorgesteld om het vloerbeschot te verwijderen en een cementdekvloer met Lewisplaat aan te brengen. Hoewel dit op de eerste verdieping voorstelbaar is, adviseert het vakteam daar in deze situatie negatief op. Het vakteam voorziet een substantiële verhoging waardoor de aansluiting met het bad en tegelwerk niet goed en/of passend gemaakt kan worden. Het vakteam adviseert om te kijken naar bijvoorbeeld een elastische gietvloer of een zeer dunne opbouw met tegelwerk. Verder wordt gevraagd het afzuigingpunt onzichtbaar weg te werken, bijvoorbeeld door gebruik te maken van het bestaande rooster.

Glas & isolatie

Voorgenomen wordt glasverbetering van het enkele glas en het glas-in-lood. Hiervoor zijn verschillende benaderingswijzen doorgevoerd. Bij de schuiframen met bovenlichten in glas-in-lood wordt een achterzetraam met schuifmechanisme toegepast. Als voorbeeld wordt 'Metaglas Metaplus Comfort Schuif' benoemd. Deze schuiframen worden aan de binnenzijde in de dagkant geplaatst. Het vakteam vindt dit een uitstekend uitgangspunt, maar merkt wel op dat niet alle dagkanten vermoedelijk voldoende ruimte bieden. Alternatieve mogelijkheden zijn bijvoorbeeld de volglazen achterzetramen van Ramengilde type BB41 of de houten achterzet-schuiframen van Allframe. Het vakteam denkt graag mee mocht dit gewenst zijn.

Voor de enkele beglazing in vaste of draaiende delen wordt DaVinci glas voorgesteld (vacuüm beglazing) met een indicatieve dikte tussen de 6 en 8 millimeter. Welk merk uiteindelijk wordt toegepast maakt minder uit, hoewel het vakteam wel adviseert om goed te kijken naar de hoogte van de randafdichting en garantietermijn, deze kunnen namelijk tussen individuele merken sterk verschillen. De geringe dikte zorgt ervoor dat infrezen niet nodig is en dat de beglazing direct in de sponning past. Het vakteam vindt ook dit een uitstekend uitgangspunt.

Bij de resterende glas-in-lood ramen worden achterzetramen aan de binnenzijde voorgesteld, bijvoorbeeld door achterzetramen van Metaglas Metaplus. Ook dit is weer en uitstekend uitgangspunt. Wel merkt het vakteam op dat het toepassen van verschillende type beglazingen in verschillende reflecties en kleurbelevingen van het glas kan leiden. Geadviseerd wordt om in de achterzetkozijnen en achterzetramen eenzelfde glas toe te passen om deze verschillen te voorkomen.

Als laatste wordt voorgesteld de kap aan de binnenzijde te isoleren door middel van 120 mm PIR isolatie. Dit is niet onvoorstelbaar zoals gedetailleerd, maar een dampopen isolatie verdient de voorkeur.

Leidingverloop en elektrische installatie

Op de installatietekeningen is het leidingverloop aangegeven. Door gebruik te maken van de bestaande voorzieningen en hier ten dele de kelder voor in te zetten, past dit binnen het monument. Op de eerste verdieping zal het verloop in de vloer uitgebreid en herzien worden. Ook daar worden weinig problemen voorzien, maar het vakteam vraagt wel speciale aandacht voor de uitvoering gelet op onderliggende stijlkamer. Op de tweede verdieping ontbreken de installatietekeningen ten aanzien van het leidingverloop vooralsnog.

Ten aanzien van de elektra is aangegeven dat er sleuven in de wanden worden gefreesd om de nieuwe elektrische installaties aan te leggen. Het vakteam merkt hierbij op dat er in het monument op meerdere plekken spanbehang aanwezig is. Tussen behang en muur moet dan voldoende ruimte zijn voor de elektra, bovendien zal hier opvulling voor nodig zijn. Het vakteam vraag om hier nog kritisch naar te kijken.

Het bestaande schakelmateriaal zal vervangen worden door nieuw, wit bakelieten schakelmateriaal. Op de begane grond zit op dit moment voornamelijk schakelmateriaal met zwart bakelieten schakelaars en glasplaatjes terwijl het op de verdieping een combinatie is van wit- en zwart bakeliet. Op de begane grond wil het vakteam vragen om alle belknopjes van het bellenbord te behouden, ondanks dat deze niet meer zullen werken. Hierop aansluiten met zwart bakeliet is dan eveneens voorstelbaar.

Concluderend complimenteert het vakteam de architect voor het zo zorgvuldig in kaart brengen en uitwerken van het renovatieplan voor deze woning. De mate van uitwerking en aandachtigheid is voorbeeldig, en geeft veel vertrouwen in de uitvoering. Het vakteam hoopt dan ook dat de architect bij de uitvoering betrokken blijft. Gelet op de hoge monumentwaarden van vrijwel alles – van indeling tot behang en van badkamer tot stopcontact – is het vakteam van mening dat er nu een plan ligt met een goede balans tussen behoud en vernieuwing. Het plan kent nog een beperkt aantal aandachtspunten zoals de badkamerwand, leidingverloop, elektra, badkamervloer, overzetkast keuken, de opbouw van het verlaagde plafond in de stijlkamer en het tuinschuurtje. De beoordeling van de invulling van deze aandachtspunten kan mogelijk ambtelijk afgedaan worden.

De architect heeft de vergadering bijgewoond en licht toe dat het plan technisch verder is uitgewerkt. Het plan wordt per ruimte / ingreep toegelicht.

Advies commissie

De commissie heeft het plan eerder als vooroverleg beoordeeld en heeft ten tijde van het vooroverleg het pand bezocht. De commissie gaf aan dat uit het plan bleek dat hetgeen werd voorgesteld, heel erg vanuit het monument was ontworpen. Ook had de commissie waardering voor de zeer heldere en voorbeeldige wijze waarop het plan in de stukken uiteen wordt gezet.

De commissie is heel positief over het nu als aanvraag ter beoordeling voorliggende plan, en complimenteert de architect en de aanvrager met het daarin bereikte resultaat. Er is sprake van een goede balans tussen het behoud van monumentwaarden enerzijds, en daar waar nodig een moderniseringsslag anderzijds. Als dringende aanbeveling geeft de commissie mee dat het belangrijk is dat de architect betrokken blijft bij de verdere uitwerking en de uitvoering, om zodoende het hier beoogde eindresultaat ook daadwerkelijk te bereiken.

De commissie onderschrijft het advies van het vakteam Erfgoed en de daarin genoemde voorwaarden:

Stijlkamer begane grond:

-uitvoering verlaagd plafond (reversibele ingreep, of de extra belasting gedragen kan worden)

-(de kleur van) het schilderwerk van het houtwerk afstemmen met het vakteam Erfgoed

Keuken begane grond:

-mogelijke gevolgen verwijderen schachten afstemmen met het vakteam Erfgoed

-uitwerking overzetkast afstemmen met het vakteam Erfgoed

Keuken eerste verdieping

-herplaatsing keukenblokje specificeren

Toiletten

-wanneer vervanging van het vloertegelwerk noodzakelijk is, en dit niet gereinigd en geseald kan worden, moet bemonstering van het vloertegelwerk (dat in overeenstemming is met de bestaande situatie) ter beoordeling worden voorgelegd

Badkamer eerste verdieping

- onderzoek naar de onderliggende constructie. Wanneer blijkt dat de bestaande constructie niet deugdelijk is, dan is plan op dit punt voorstelbaar. Het zou echter beter zijn om de bestaande wandstructuur te sparen, niet alleen vanwege het behoud van materiaal, maar ook om gevolgschade van bovenliggend muurdeel (met tegelwerk) en geornamenteerd stucplafond te voorkomen

-omgang met het te verwijderen sanitair afstemmen met het vakteam Erfgoed

Badkamer tweede verdieping

-vervanging riolering mag niet leiden tot een aantasting van het onderliggende geornamenteerde stucplafond en/of te behouden tegelwerk

-dunnere vloerafwerking toepassen

- afzuigingpunt onzichtbaar wegwerken

Glas & isolatie

-nagaan of de dagkanten voldoende ruimte bieden voor de voorgestelde oplossing, en het vakteam Erfgoed betrekken bij hierin te maken keuzes.

-aandacht voor de mogelijk onderling verschillende reflectiewaarden en kleur(beleving) van het toe te passen typen glas, in het bijzonder wanneer er verschillende typen en/of merken beglazing zouden worden toegepast. Het toepassen van eenzelfde type en merk glas voorkomt deze verschillen.

Leidingverloop en elektrische installatie

-aandacht voor de uitvoering gelet op onderliggende stijlkamer.

-ontbrekende installatietekeningen aanvullen

-bekijk of het mogelijk is om leidingwerk tussen muur en spanbehang te situeren

-belknopjes van het bellenbord behouden

-omgang met het tuinschuurtje afstemmen met het vakteam Erfgoed

Ter aanvulling / onderstreping daarvan maakt de commissie de volgende opmerkingen:

-ten aanzien van de constructie adviseert de commissie om een ‘monumenten’constructeur bij het plan te betrekken, die kan adviseren op de constructieve aspecten van het plan zoals de gescheurde badkamerwand en het draagvermogen moerbalken in verband met het extra plafond).

-na-isolatie van de kap met een dampdichtsysteem: er wordt nu gekozen voor het aftapen van de pirplaten en geen dampremmend folie. Van belang is dat het aftapen plaatsvindt bij alle naden, dus niet alleen tussen de pirplaten maar ook waar deze de gevel, gordingen of spanten raken.

-badkamer: zoek naar een dunne vloerafwerking zodat het bad kan blijven staan.

-het is de moeite waard om de kleurstelling van het originele schilderwerk van het exterieur na te gaan/te onderzoeken, en deze originele kleuren vervolgens toe te passen

-de kleuren van het schilderwerk van de stijlkamer moeten goed op de stukken/tekeningen worden aangeven

-behang moet worden gedocumenteerd

-waardevol bouwhistorisch materiaal dat vrijkomt op locatie opslaan (bijvoorbeeld in de kelder). Mogelijk kan dit later worden hergebruikt.

De commissie adviseert positief over het plan, met de genoemde punten als voorwaarden. Het vakteam Erfgoed kan de invulling van deze voorwaarden beoordelen.

Positief met voorwaarden

6. Oranjelaan 14

  • Omschrijving: dakopbouw
  • Architect: Studio Huis Arrest
  • Vooroverleg, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Wederopbouw – Stratenwijken
  • Welstandsniveau: Regulier

De architect licht (de achtergrond van) het plan toe. Beoogd is om ter plaatse van de kap bruikbare ruimtes te maken, in de vorm van een architectonisch vormgegeven dakkapel met ranke aluminium kozijnprofielen en zonder te openen ramen.

Advies commissie

De commissie begrijpt de achtergrond van het voorstel, het bruikbaar willen maken van de kapverdieping. Op het nu voorliggende plan adviseert de commissie negatief. De dakkapel voldoet niet aan de welstandscriteria ten aanzien van dakkapellen. De dakkapel is te fors in relatie tot de maat en schaal van het huis, het volume van de uitbreiding loopt van voor naar achter door en steekt boven de nok uit, en het voorstel is ook wat betreft compositie onvoldoende passend.

Op zichzelf beschouwd is het bruikbaar maken van de kapverdieping door middel van een ingreep ter plaatse van de kap hier niet ondenkbaar, maar dit vraagt om een maatwerkoplossing. De commissie vraagt om ontwerpend en schetsmatig te onderzoeken op welke wijze(n) dit zou kunnen worden gerealiseerd, en vraagt om de commissie in dit proces mee te nemen (oplossingsrichting). De commissie ziet een hierop aangepast plan graag in een volgende vergadering als vooroverleg terug.

Negatief, met oplossingsrichting

7. Karel Doormanweg ong.

  • Omschrijving: woningbouw Kompaslocatie (28 appartementen en 10 grondgebonden woningen)
  • Architect: RoosRos (bouwkundige uitwerking door FORMHET en 6D Wonen)
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling (eerder behandeld als vooroverleg)
  • Gebiedstype: Wederopbouw – stempelwijken
  • Welstandsniveau: Regulier

Het burgerlid van de commissie treedt tijdens de behandeling van dit plan terug uit de commissie, gezien de betrokkenheid van het commissielid bij het plan.

De ontwikkelaar licht toe hoe in de nu ter beoordeling voorliggende aanvraag is omgegaan met de door de commissie tijdens het vooroverleg gemaakte opmerkingen. De in het project toe te passen steen is gelijk aan de steen van de naastgelegen school. De voorzone voor de woningen ligt iets hoger dan de straat. In combinatie met de gemetselde plantenbak onder het raam en de luifel wordt de voorzone vormgegeven. De bestaande bomen blijven behouden, er komt een groene binnentuin en er komen groene erfafscheidingen aan de binnenzijde. Privaatrechtelijk zal het behoud van het groen worden geborgd. De trafo is inpandig gesitueerd en een en ander voldoet aan de daaraan gestelde eisen. Op de traforuimte komt een sedumdak.

Advies commissie

De door de commissie ten tijde van het vooroverleg gemaakte opmerking zijn overwegend goed in het plan verwerkt. De gemaakte aanpassingen ter plaatse van de entree van het appartementengebouw zijn positief. De commissie is blij met de voorgestelde natuurinclusieve maatregelen. Wellicht kunnen er in de blinde gevels nog nestkasten worden ingebouwd. De commissie vraagt om nog te bezien hoe de voorgestelde, te treffen natuurinclusieve maatregelen een zo groot mogelijk meerwaarde zouden kunnen hebben. In dit verband verwijst de commissie naar het gemeentelijke Handboek Natuurinclusief Bouwen, en er kan contact worden opgenomen met de stadsecoloog.

Concluderend adviseert de commissie positief op het plan onder de volgende voorwaarden:

-het ter beoordeling voorleggen van de bemonstering van het kleur- en materiaalgebruik. Dit betreft onder andere het metselwerk en de materialen ter plaatse van de entree (luifel en gevelmateriaal) .

-dilatatievoegen in het metselwerk moeten worden mee-ontworpen. Wanneer deze op verkeerde plekken in het metselwerk worden aangebracht, kunnen deze het gevelontwerp onderuit halen.

-het ter beoordeling voorleggen van een tekening van de gevel met de transformatorruimte, inclusief het kleur- en materiaalgebruik van gevel en van deuren, en inclusief de symbolen die op de deur zullen komen. Een tekening die vergelijkbaar is met de tekening van de tuinmuren is denkbaar.

-voorzone: het belang van een goed ontworpen, herkenbare en bruikbare voorzone, waardoor het complex ‘landt’ op deze plek, heeft de commissie tijdens vooroverleg steeds benadrukt. Het huidige voorstel ten aanzien van de voorzone is hier nog geen goed antwoord op, en is niet akkoord. Als oplossingsrichting geeft de commissie mee dat wanneer de gemetselde bloembakken een slag zouden worden gedraaid en op de erfgrens worden gesitueerd, dit een meerwaarde zal hebben wat betreft zowel de gebruikswaarde van de voorzone voor de bewoners, als wat betreft de ruimtelijke / architectonische definiëring van de voorzone. De commissie vraagt om het plan hierop aan te passen en om de aansluiting op openbaar gebied goed af te stemmen met het vakteam stedenbouw.

Positief met voorwaarden

8. Zuidendijk 585

  • Omschrijving: verbouwen agrarische bedrijfsruimte tot woning
  • Vooroverleg, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Dijklinten, Buitengebied
  • Welstandsniveau: Regulier

De bouwkundig adviseur licht toe dat het pand in slechte staat is, en dat er weinig het behouden waard is. Dit met uitzondering van de fundering / de onderste bouwlaag. Op het te behouden deel van het bestaande pand wordt een nieuw bouwvolume voorgesteld. Hierbij wordt, in een nieuw gebouw, het volume van de bestaande schuur over het gehele grondvlak doorgetrokken. Ook ter plaatse het bestaande (ten opzichte van de schuur lagere) woonhuis. Het nieuwe pand zal gaan dienen als woonboerderij / familiehuis. Het gevelontwerp wordt toegelicht. Het dak zal worden uitgevoerd in aluminium dakplaten. De omloop vormt ook de vluchtroute.

De aanvragers hebben de vergadering bijgewoond. In het plan zal aandacht worden besteed aan ecologie, biodiversiteit en natuurinclusiviteit. Zonnepanelen komen wellicht op de loods, of als een strook aan de bovenzijde van het dak.

Advies commissie

Het gaat om een woning op een mooie, prominent zichtbare en kansrijke locatie. De commissie is positief over feit dat er hier een verbouwing plaats zal gaan vinden. Ook de keuze om het souterrain van het bestaande pand te behouden is positief; dit is typisch en karakteristiek voor dijkbebouwing / een dijksituatie. Het hierop bouwen van een nieuwe volume met een lichte (gevel)opbouw is eveneens voorstelbaar. De commissie is blij dat ecologie en biodiversiteit belangrijk zullen zijn in het plan.

Evenwel stelt de commissie vast dat een ontwerpvisie op de opgave en de locatie nu nog ontbreekt. Het nieuwe pand moet goed passen in de omgeving. De commissie vraagt daarom om een ontwerpvisie op de opgave en de locatie te ontwikkelen. De wensen van de opdrachtgever spelen hierin een rol, en hierin moet onder andere de schaal en maat van de omgeving in relatie tot het nieuwe volume worden meegenomen, de volume-opbouw, het gevelontwerp, keuzes ten aanzien van kleur- en materiaalgebruik, etc. Volledigheidshalve verwijst de commissie naar de hier geldende gebiedsgerichte welstandscriteria, en naar de basiscriteria. Ten aanzien van het plan in de huidige vorm adviseert de commissie negatief. De gekozen ontwerprichting acht de commissie niet kansrijk om tot een positief advies te komen.

Vooruitlopend op een nog te ontwikkelen ontwerpvisie op de opgave en de locatie geeft de commissie daarnaast een aantal zaken mee:

-het ontwerp moet voldoende samenhang hebben, en beeldrust

-kies voor minder materiaalwisselingen, vooral in de kopgevels. Laat de omloop niet om de hoek doorgaan. Dit doet afbreuk aan dat de woning in de dijk wordt gebouwd; hierdoor lijkt het alsof de dijk wordt uitgevlakt.

-langsgevel: plaats dakkapellen in het dakvlak, los van de gevel en onderbreek de goot / de dakvoet niet. Maak dakkapellen niet te fors.

-langsgevel aan de dijk: heroverweeg de getoogde kozijnen, deze hebben geen relatie met het de rest van het ontwerp

-goot en dak: een blank gelakte houten goot is erg kwetsbaar. Kies voor een gebiedseigen detaillering en materialisering. Heroverweeg de toepassing van aluminium dakplaten; dit is hier niet goed denkbaar. Dakpannen lijken hier de meest passende keuze te zijn.

-plattegronden: aanbeveling om die rustiger te herontwerpen

De commissie houdt het plan aan.

Aanhouden (negatief op het plan in de huidige vorm)

9. Visstraat 50 GM (SH)

  • Omschrijving: Transformatie tot winkel- en appartementencomplex
  • Architect: MCK architectuur
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling (eerder behandeld als vooroverleg)
  • Gebiedstype: Historische binnenstad
  • Welstandsniveau: Intensief

Een erfgoedadviseur licht toe dat het plan, sinds de laatste behandeling van het plan als vooroverleg, verder is uitgewerkt tot aanvraag omgevingsvergunning.

Op de begane grond wordt nog steeds een ruime entree voorgesteld, waarbij de fietsenstalling en de berging in een aparte ruimte zijn ondergebracht. De entree is overtuigend vormgegeven. De hier beoogde 'rode loper', die het verleden van het gebouw zal representeren, behoeft nog een verdere uitwerking en specificering. Zal de nu voorgestelde situering van de afvalberging ook in het dagelijkse gebruik goed kunnen functioneren?

Op de verdiepingen wordt in het midden nog steeds de buitenruimte met atrium gerealiseerd. Het daklicht wordt omsloten door wat een groenstrook lijkt te zijn. Hoe ziet de detaillering van deze groenstrook met daklicht eruit, en hoe wordt gegarandeerd dat dit duurzaam groen blijft? Een beplatingsplan lijkt hier eveneens op zijn plaats. Datzelfde geldt voor de groene zijmuur waar tijdens de eerdere besprekingen sprake van was, maar wat niet naar voren komt in de planvorming. Wat betreft de omgang met de spanten is de eerder voorgestelde optie om de spanten rondom de daklicht te positioneren voorstelbaar, of voor dan wel achter de borstweringen. Op het dak komen zonnepanelen , maar deze staan niet in de doorsnedetekeningen. Staan deze onder een hoek en wat is de zichtbaarheid hiervan? Is er nagedacht over het maken van een groen dak?

Voor de voorgevel wordt in de slooptekeningen voldoende duidelijk gemaakt dat de pui in de plint in combinatie met de beplating verwijderd en vernieuwd wordt, terwijl de gevel op de verdiepingen een meer restauratieve aanpak krijgt. Zo worden de betonnen dorpels hersteld en het glas-in-lood gerestaureerd. Wat dat concreet betekent, blijft echter in de planvorming wat onduidelijk. Zodoende ontbreekt nog een zorgvuldige uitwerking van de restauratieve werkzaamheden aan de voorgevel. Deze zijn weliswaar benoemd, maar niet nader gespecificeerd. Het aan de aanvraag toevoegen van een restauratiebestek is hier van belang. Wel is duidelijk dat voor de bestaande kozijnen en ramen wordt voorgesteld deze naar binnen toe op te dikken, en het bestaande glas-in-lood voor of tussen het dubbele glas te plaatsen. Dit is geen aanpak die passend is bij een monument, bovendien maakt het vakteam zich in deze situatie zorgen over condensatie tussen het dubbele glas en het glas in lood. Ook hier geldt dat een meer restauratieve b

Boven de winkelpui worden aluminium lamellen voorgesteld, die niet op de geveltekeningen zichtbaar zijn. Wat is de gedachte hierachter, en past dit bij het te realiseren beoogde beeld? Een afwerking in bijvoorbeeld natuursteen lijkt passender. Bij de nieuwe vensteropeningen worden de kozijnen gematerialiseerd in aluminium en zoveel mogelijk achter de gevel geplaatst. Bij de nieuwe entree van de appartementen wordt een elektrische schuifdeur voorgesteld. Normaliter is dit niet of minder passend bij het monument en in het beschermde stadsgezicht. Omdat het echter overduidelijk een moderne toevoeging is, zou dit in deze specifieke situatie niet ondenkbaar zijn. Wel vraagt het vakteam zich af of – zeker voor de nieuwe kozijnen op de verdieping – of deze ook in Engels Bruin uitgevoerd moeten worden zoals de houten kozijnen, of dat een wat meer gedempte kleur niet passender is. Gaat het bij deze inzagingen om een zuivere zaagsnede, of wordt er metselwerk ingeboet? Eerder is aangegeven dat het realiseren van een entree in de zijgevel passend is, mits tot een kwaliteitsverbetering gekomen wordt van de garage entree-gevel. Het is onduidelijk of en wat hier gebeurt. Dat er iets zal moeten gebeuren is duidelijk, al is het maar omdat het bellentableau en de brievenbussen in deze gevel verwerkt zullen worden. Ten aanzien van de voorgevel ontbreekt verder een plan/uitwerking voor signage op de gevel in combinatie met eventuele zonneschermen. Deze staan wel weergeven op de impressietekening, maar niet op de gevelbeelden. Mocht het de wens zijn om dit mee te nemen in de planvorming dan dient dit nader uitgewerkt te worden.

In de nieuwbouw wordt nog steeds vezelcementplaat in zandkleur als gevelmateriaal voorgesteld. Deze lijkt blind bevestigd te worden, maar dit wordt niet specifiek vermeld. De nieuwe aluminium kozijnen worden eveneens in Donker Brons uitgevoerd, als de plint van de voorgevel, met de ventilatieroosters weg gedetailleerd in de spouw. Op een aantal plekken zijn vleermuiskasten en gierzwaluwkasten geïntegreerd in de detaillering, wat overtuigt.

In het algemeen merkt het vakteam op dat een losse kleur- en materialenstaat ontbreekt. Gevraagd wordt deze op te stellen en om de materialen te bemonsteren. Verder is eerder ruim aandacht geweest voor de borstweringen, zeker die boven de monumentale voorgevel. Gevraagd wordt om hier ook een technische tekening van aan te leveren.

Concluderend is het vakteam van mening dat er nu een heel overtuigend plan voorligt. Het vakteam complimenteert de architect dat het gelukt is om het plan vanuit het vooroverleg uit te werken tot een haalbaar definitief ontwerp. Op een aantal punten moet het plan nog nader uitgewerkt worden, met name wat betreft de restauratieve omgang met de voorgevel, de uitwerking en kwaliteit van de rode loper, het groenplan en de herplaatsing van de spanten.

De architecten hebben de vergadering bijgewoond en lichten het plan toe. Er zal een dampopen na-isolatiesysteem worden toegepast.

Advies commissie

De commissie complimenteert de architect en de aanvrager wat betreft het doorlopen (ontwerp)proces, en wat betreft de in dit complexe project voorgestelde oplossingen.

Het zal een prachtig project worden voor Dordrecht, en een goed voorbeeld van hergebruik.

Bij de beoordeling van het plan als vooroverleg gaf de commissie aan dat zij heel positief was over de opzet van het plan, de aanpak die daaruit blijkt, en over de (door)ontwikkeling van het ontwerp gedurende het vooroverleg. Het plan getuigt van realistische uitgangspunten die maken dat het plan in de verdere uitwerking kansrijk zal zijn. De commissie waardeerde het gedurende dit vooroverleg getoonde ontwerponderzoek, waardoor de commissie steeds goed is meegenomen in de overwegingen die aan ontwerpkeuzes ten grondslag liggen.

De commissie was bij de laatste behandeling van het plan als vooroverleg van mening dat er sprake was van een goede balans tussen het behoud van monumentale waarden enerzijds, en de sloop / het verwijderen van onderdelen daarvan in verband met de transformatie van het pand anderzijds. Er was zichtbaar veel moeite was gestoken in het op een lastige locatie ontwerpen van een goed plan met goede woningen, waarbij zoveel mogelijk rekening is gehouden met monumentenwaarden. Gelet daarop, en gezien de beoogde restauratieve aanpak van de voorgevel, adviseerde de commissie positief op het plan als vooroverleg.

De commissie onderschrijft het advies van het vakteam Erfgoed ten aanzien van het nu als aanvraag ter beoordeling voorliggende plan, en de daarin genoemde punten. Volledigheidshalve verwijst de commissie naar dit advies, en de daarin genoemde zaken/aspecten waarop het plan nog moet worden aangepast en/of aangevuld /opgehelderd. De commissie vraagt om een en ander goed met vakteam Erfgoed af te stemmen.

Ter aanvulling / onderstreping daarvan benoemt de commissie dat de omgang met de voorgevel vraagt om de nodige aandacht en zorgvuldigheid in relatie tot het behoud van monumentale waarden. Dit betreft bijvoorbeeld de omgang met het glas-in-lood, een onderdeel met hoge monumentwaarde. Het zou goed zijn om alle voorgestelde ingrepen ter plaatse van de voorgevel nog eens langs te lopen en een en ander goed in de stukken vast te leggen. De commissie vraagt om reclame-uitingen (concrete en te beoordelen reclame-uitingen, maar in ieder geval de positie op de gevel en de maximale afmetingen van de reclame) vast te leggen op de tekeningen. De voorgestelde 'rode loper' vraagt nog om een slag in de uitwerking, evenals het voorgestelde groen. De te treffen natuurinclusieve maatregelen zijn goed voorstelbaar. Het hergebruik van de spanten rond het daklicht lijkt het meest passend. Het in beschermd stadsgezicht toepassen van zichtbare ventilatieroosters is in beginsel niet denkbaar. De commissie houdt het plan aan, en z

Aanhouden

10. Grotekerksbuurt 16 RM (SH)

  • Omschrijving: Transformatie en renovatie
  • Architect: Stijl architectuur
  • Vooroverleg, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Historische Binnenstad
  • Welstandsniveau: Intensief

Een erfgoedadviseur licht (de achtergrond) van het plan en de situatie toe. Het monument is op dit moment stabiel, maar daarmee (nog) niet gered. Het vakteam waardeert dat de ontwikkelaar zijn nek uitsteekt om dit zeer moeilijke pand te restaureren, renoveren en herontwikkelen; daar is behoorlijk wat durf en lef voor nodig. In overleg met de ontwikkelaar en de architect is een strategie besproken waarvan deze eerste behandeling van het vooroverleg het startpunt vormt. Hoofdvraag is of de adviescommissie zich in het voorgestelde traject kan vinden en of zij de planvorming, zoals deze nu voorligt in deze fase, voorstelbaar vindt.

Het plan zou opgesplitst kunnen worden in twee delen; een deel met daarin het herstellen van de funderings- en constructie schades die zijn opgetreden door jarenlange verloedering en funderingsproblematiek en daarnaast een tweede deel betreffende het architectonisch plan tot transformatie van het symfoniegebouw tot appartementencomplex. Beide onderdelen kunnen min of meer los gezien worden, maar hebben desondanks een duidelijke samenhang. Het loskoppelen is daarmee moeilijk, maar voor de instandhouding van het gebouw wel noodzakelijk.

De projectontwikkelaar heeft de vergadering bijgewoond. De architect licht het plan toe. De beoogde doelgroep voor de woningen zijn vitale senioren. Het is mogelijk om vanaf het maaiveld gelijkvloers binnen te komen. De voorgestelde as vormt de ruimtelijke drager van het plan. Ter plaatse van de hoek waar de instorting heeft plaatsgevonden, worden buitenruimtes voorgesteld. Ter plaatse van de achtergevel worden een aantal aanpassingen voorgesteld, die qua ontwerp nog in ontwikkeling zijn. Belangrijk voor de haalbaarheid van het plan is het goed kunnen benutten van de zolder. In dat verband wordt een verhoging van de kap voorgesteld, waarmee veel zaken kunnen worden opgelost. Voornaamste vraag nu is of het denkbaar is de vergunning in twee lijnen op te splitsen: één die in hoofdzaak betrekking heeft op herstel en conservering, en één die betrekking heeft op de voorgestelde transformatie naar appartementen.

Advies commissie

Er is vanuit de commissie heel veel waardering en respect voor de opdrachtgever en de architect om hier iets moois tot stand te brengen. Uit de heldere presentatie spreekt veel aandacht voor het materiaal en de bouwhistorie van dit bijzondere gebouw, en dit wordt gewaardeerd.

Een aantal van de voorgestelde ontwerpingrepen acht de commissie voorstelbaar, zoals het maken van een lichthof, de wijze waarop de buitenruimtes zijn ingepast en de voorgestelde middenas. Dit zijn positieve ingrediënten van het plan. Is er een visie om een specifieke bouwperiode te reconstrueren? Of vormt de gelaagdheid van het pand het uitgangspunt? Een restauratieve aanpak van de voorgevel is goed voorstelbaar. Het zou mooi zijn wanneer de hoogte van de zaal nog ervaarbaar zou kunnen zijn. Aandacht wordt gevraagd voor voldoende daglicht in de appartementen, gezien de diepte van 12 meter. Is de woonkwaliteit voldoende wanneer de vloerniveaus op het voorgestelde niveau komen? Bezien kan worden welke natuurinclusieve maatregelen zouden kunnen worden geïntegreerd in het plan.

Wat betreft het faseringsvraagstuk merkt de commissie op dat dit globaal op zichzelf beschouwd voorstelbaar is vanuit het oogpunt van de conservering van monumentale waarden. Tegelijkertijd hangt de voorgestelde fasering in het plan samen met ontwerpingrepen zoals het verhogen van de kap; ingrepen die niet (alleen) gericht zijn op conservering van monumentale waarden. Daarnaast spelen zaken als de vloerniveaus in relatie tot de woonkwaliteit en de woningtypologieën.

Een vervolgoverleg, met een visie ten aanzien van de hoofdonderwerpen en waarbij goed inzichtelijk wordt gemaakt wat hierin de pijnpunten zijn / wat de gevolgen zijn voor monumentale waarden, is goed voorstelbaar. De commissie houdt het plan aan.

Aanhouden

11. Kuipershaven 155 GM (SH)

  • Omschrijving: Realisatie liftkoker
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 2e behandeling
  • Gebiedstype: Historische binnenstad
  • Welstandsniveau: Intensief

Een erfgoedadviseur licht toe dat sinds de vorige behandeling het plan zodanig is aangepast, dat voor het achterste dakdeel nu een afgeknotte kap wordt voorgesteld. Hierdoor valt het nieuwe dak feitelijk uiteen in twee delen: één groot deel aan de voorzijde en een klein afgeknot deel aan de achterzijde. In het kleine afgeknotte deel ontstaat nu voldoende ruimte voor de nieuwe voorgestelde liftkoker.

Dit deel van de kap betreft een nieuwe uitbreiding, en levert geen aantasting op van het monument. Het plan is beoordeeld op basis van kaders van het Rijksbeschermde stadsgezicht in de Welstandsnota en het beeldkwaliteitsplan. Bij het eerdere voorstel betrof het een ‘dakdoosje’, die gezien kon worden als een uitbreiding. In het beeldkwaliteitsplan staat heel duidelijk dat een dakopbouw een ondergeschikte toevoeging moet zijn aan het dakvlak. Daar was eerder geen sprake van. De dakvorm is nu zodanig veranderd, dat de opbouw is geïntegreerd in de dakvorm.

In het nu voorliggende voorstel wordt een nieuwe kapvorm geïntroduceerd in twee delen. Conform de basiscriteria in de Welstandsnota wat betreft ruimtelijke inpassing en verschijningsvorm, moet volume, maat, schaal en verschijningsvorm een positieve bijdrage leveren aan de omgeving. Ook moet er een evenwicht gevonden worden tussen identiteit van het gebouw en de samenhang van het gebouw in zijn omgeving. De compositie van een gebouw moet evenwichtig zijn met een goede verhouding en duidelijke, begrijpelijke ordening.

De voorgestelde nieuwe dakvorm is een verslechtering ten opzichte van de huidige, gerealiseerde dakvorm uit 2019/2020. Tijdens de behandeling van dat plan in 2014 is duidelijk aangegeven dat de uitbreiding onderscheidend en herkenbaar moest zijn. Door de voorgestelde ingreep valt deze uitbreiding enigszins uiteen en ontstaat er een beperkte verslechtering van het dakenlandschap. Het zou beter zijn om vast te houden aan het oorspronkelijke ontwerp zodat de nieuwe kapvorm niet aan eenduidigheid verliest.

De architect en de aanvrager hebben de vergadering bijgewoond en lichten (de achtergrond van) het huidige voorstel toe.

Advies commissie

De commissie gaf eerder al aan het dilemma te zien, en heeft oog voor de pogingen die zijn gedaan om dit op te lossen. Alhoewel de impact relatief gering lijkt te zijn, past het voorstel niet binnen de hier geldende welstandscriteria.

De commissie heeft begrip voor de zoektocht naar het inpassen van de nieuwe liftopbouw, in verband met het verhogen van het wooncomfort die dit type lift biedt. Over het plan in de huidige vorm is de commissie niet eensluidend positief. Als gevolg van de (ten opzichte van de verleende vergunning) nu aan de lift gestelde hogere eisen, ontstaat er als dakvorm een dermate veelvormig object dat het geheel uit elkaar valt. Dit is binnen beschermd stadsgezicht geen wenselijke ontwikkeling, en is niet akkoord.

Mogelijk leidt het geheel apart beschouwen van de dakvorm ter plaatse van de beoogde nieuwe lift tot een overtuigend ontwerp. Op het plan in de nu voorliggende vorm adviseert de commissie negatief, met het verzoek om de zoektocht naar een passende oplossing voort te zetten.

Negatief, met oplossingsrichting

Rondvraag

Kleine commissie | Verslag 7 juli 2025

Aanvang: 9.30 u. – 12.30 u.

Locatie: Stadskantoor, vergaderkamer 5

Aanwezig: Dhr. J. Baijense, mevr. A. Riel, dhr. D. Smit (secretaris)

1. Meidoornlaan 37

  • Omschrijving: dakkapel
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 2e behandeling
  • Gebiedstype: Wederopbouw – Stratenwijken
  • Welstandsniveau: Regulier

De aanvragers hebben de vergadering bijgewoond en lichten het plan toe.

Advies commissie

De commissie stelt vast dat het plan niet voldoet aan de welstandscriteria voor dakkapellen. In het eerdere, namens de commissie uitgebrachte, advies ten aanzien van het plan is gevraagd om het plan hierop aan te passen. De commissie hecht waarde aan de consistentie van de welstandsadvisering. Uitgangspunt is dat plannen aan de welstandscriteria moeten voldoen, tenzij er sprake is van een situatie die afwijken van de welstandscriteria zou kunnen rechtvaardigen.

Het betreft hier de eerste dakkapel op het voordakvlak van dit blok; het dakvlak is dus nog ‘ongeschonden’. De commissie komt daarom tot de conclusie dat er geen aanleiding is om af te wijken van de welstandscriteria. De commissie vraagt om het plan aan te passen aan de welstandscriteria voor dakkapellen, en houdt het plan aan. Een hierop aangepast plan kan ambtelijk worden beoordeeld.

Aanhouden

2. Kilweg 1a

  • Omschrijving: het vervangen van een schakelstation
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Stedelijke groengebieden
  • Welstandsniveau: Regulier

Advies commissie

De commissie is positief over het plan. Het is heel positief dat er biobased materialen worden toegepast, en dat er nestgelegenheden in het ontwerp zijn geïntegreerd. De commissie onderschrijft het advies van de stedenbouwkundige. Het plan is akkoord, mits (voorwaarden):

-de kleur van het hekwerk wordt afgestemd op de kleur van het geluidscherm (RAL 6012)

-het hekwerk wordt begroeid met hetzelfde type planten als het geluidscherm (winterjasmijn, clematis vitalba en lonicera henry)

Positief met voorwaarden

3. Merwekade 75 RM (DR) zijde Riedijk

  • Omschrijving: het vervangen van voegwerk
  • Architect: Elzinga architecten
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Historische binnenstad
  • Welstandsniveau: Intensief

Een erfgoedadviseur licht toe dat het plan het vervangen van het voegwerk aan de Riedijk-zijde van het pand betreft. Hier heeft het pand een trapgevel van gele ijsselsteentjes.

Het voegwerk in deze gevel is in het verleden in zijn geheel met een te harde cementmortel vernieuwd. Dit voegwerk is platvol uitgevoerd en vertoont op diverse plaatsen gebreken. Om verdere vervolgschade aan het metselwerk te voorkomen wordt voorgesteld om dit voegwerk geheel te vervangen door een voegmortel die is aangepast op de hardheid van de metselmortel en de bakstenen. Na het verwijderen van het oude voegwerk zal het muurwerk onder lage druk (met warm water) gereinigd worden, zodat de bakstenen hierbij niet beschadigd worden. De werkzaamheden zullen ook door het betrokken architectenbureau begeleid/gecontroleerd worden.

De exacte samenstelling van het nieuw aan te brengen voegmortel is nog niet bekend. Deze zal, na het verwijderen van het nu aanwezige voegwerk, door middel van het aanbrengen van enkele proefmonsters worden bepaald zodat ook de juiste kleur van het nieuwe voegwerk vastgesteld kan worden. Het oorspronkelijke type voegwerk is niet vast te stellen, omdat het voegwerk in het verleden geheel is vernieuwd. Voorgesteld wordt het nieuw aan te brengen voegwerk uit te voeren als een gesneden voeg, wat volgens de architect beter passend is bij het monument.

Mede gezien de kwaliteit van het nu aanwezige voegwerk is het vakteam positief over het plan, met als voorwaarde dat voor het aanbrengen van het nieuwe voegwerk de definitieve kleur- en samenstelling van de voeg in overleg met het vakteam erfgoed wordt bepaald.

Advies commissie

De commissie onderschrijft op hoofdlijnen het advies van het vakteam Erfgoed. Het vervangen van de voegen is op zichzelf beschouwd akkoord. Het plan is akkoord, mits (voorwaarden):

-er geen gesneden voeg wordt toegepast. Een gesneden voeg is niet passend bij de architectuur van deze trapgevel. De commissie vraagt om meer onderzoek te doen naar de oorspronkelijke voeg. De nieuwe voeg moet niet te sprekend zijn, en de voeg moet niet platvol maar iets terugliggend worden uitgevoerd. Een en ander moet voorafgaand aan de werkzaamheden in overleg met het vakteam Erfgoed definitief worden bepaald

-Kleur en samenstelling van de voeg voorafgaand aan de werkzaamheden in overleg met het vakteam erfgoed bepalen. Let bij het vaststellen van het recept van de voegmortel op dat deze zachter is dan de steen en is afgestemd op de legmortel. Een zachte kalkvoeg lijkt hier het meest voor de hand liggend.

Positief met voorwaarden

4. Wolwevershaven 36-37 RM (DR)

  • Omschrijving: het vervangen van twee balkons met trap nabij achtergevel
  • Architect: Abrahamse De Kock Architecten
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Historische binnenstad
  • Welstandsniveau: Intensief

Een erfgoedadviseur licht het plan toe. Het vervangen van de balkons en de trap aan de achtergevel, in de voorgestelde uitvoering in staal, is voorstelbaar en dit is een verbetering ten opzichte van de huidige situatie. De afmetingen van de nieuw te plaatsen balkons zouden beter afgestemd kunnen worden op de nu aanwezige balkons, om deze meer ondergeschikt te houden aan de achtergevel. Het toepassen van glazen panelen aan de binnenzijde van de balustrade is niet wenselijk.

De architect licht toe dat deze gevel van het Rijksmonument het resultaat is van een verbouwing uit 1988. De uitvoering ging destijds gepaard met financiële problemen. De gevel is uiterst schraal uitgevoerd en gematerialiseerd. De houten balkons aan deze gevel moeten worden vernieuwd. Aanvankelijk is er studie verricht naar het vernieuwen van de balkons in combinatie met het vernieuwen/verbeteren van de achtergevel. De nu ingediende aanvraag betreft alleen de balkons.

Gezocht is naar een ontwerp dat een verbetering is ten opzichte van de bestaande situatie, en die een passende moderne toevoeging aan het pakhuis vormt. De balkons liggen sterk verdiept ten opzichte van de rivier, en liggen ingeklemd tussen bebouwing. In het detail wordt het verschil gemaakt; de balkons zijn verder ingetogen en fragiel vormgegeven. Onder andere vanwege de windbelasting wordt glas achter de balustrade voorgesteld. De gebogen vorm maakt het geheel ‘zachter’, en vermindert de spiegeling van het glas.

Advies commissie

De commissie is akkoord met het plan. De balkons worden groter (dieper) gemaakt dan in de huidige situatie. Gezien de ruime tuin is dit voorstelbaar. De hiërarchische opbouw van de balkons (boven kleiner dan beneden) is een passende oplossing. Een en ander is fraai vormgegeven. Er is zichtbaar veel zorg en aandacht aan de detaillering besteed, en ten opzichte van de bestaande situatie is het plan een grote verbetering. In beginsel is het toepassen van glas als balustrade onwenselijk in beschermd stadsgezicht en bij een monument. Deze specifieke balkons liggen echter sterk terug. Vanwege de ligging en de beperkte zichtbaarheid, vanwege de te verwachten windbelasting (en het hiermee voorkomen van geïmproviseerde oplossingen achteraf) en omdat het plan een verbetering is ten opzichte van de bestaande situatie (verbetering jaren ’80 gevel van het Rijksmonument), is het toepassen van glas achter de stalen balustrade bij uitzondering in deze specifieke situatie voorstelbaar. De commissie adviseert positief.

Positief

5. Voorstraat 419 RM (DR)

  • Omschrijving: slopen van een rietplafond
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Historische binnenstad
  • Welstandsniveau: Intensief

Een erfgoedadviseur licht het plan toe dat het plan het verwijderen van plafonds betreft, waardoor de achterliggende houten balken weer zichtbaar zullen worden, evenals het plaatselijk aanwezige (restant van) een houten cassetteplafond. Een en ander blijft in het zicht. Het vakteam geeft aan dat het, gezien de staat en de vermoedelijke datering van de te verwijderen plafonds, het voorstelbaar is dat deze worden gesloopt zodat de onderliggende constructie/afwerking weer in het zicht komt. Het stucplafond nabij de voorgevel zal worden behouden. Aangegeven wordt dat deze te zijner tijd zal worden gerestaureerd. Ook wordt aangegeven dat, doordat de verlaagde plafonds zijn verwijderd, het bovenste ontbrekende gedeelte van het stucwerk tegen de gevels (aansluiting tot tegen de houten vloerdelen/balken, ongeveer 25 cm) opnieuw aangebracht zal worden. Dit is voorstelbaar.

Tenslotte wordt in de stukken genoemd dat tegen de linkerzijgevel, nabij de oplegging van de moerbalk, een stalen kolom aangebracht zal worden. Volgens de omschrijving heeft deze moerbalk ter plaatse een minimale oplegging. Omdat deze ingreep geen onderdeel uitmaakt van hetgeen is aangevraagd, en er geen nadere gegevens ter beoordeling aangeleverd, is deze ingreep niet beoordeeld en maakt deze ingreep geen onderdeel uit van de op basis van deze aanvraag te verlenen vergunning.

De aanvrager heeft de vergadering bijgewoond en geeft aan dat de stalen kolom reeds is geplaatst.

Advies commissie

De commissie onderschrijft het advies van het vakteam Erfgoed. Het verwijderen van het stuc-op-riet plafond is in dit geval akkoord. Als gevolg van de sloop worden oudere bouwdelen weer zichtbaar gemaakt. De commissie adviseert positief met als voorwaarde dat wanneer de houten vloerdelen/balken en/of het cassetteplafond opnieuw geschilderd worden, dit in overleg moet worden gedaan met het vakteam erfgoed en er voorafgaand een kleuronderzoek wordt uitgevoerd.

De commissie geeft aan dat het plaatsen van een stalen kolom niet beoordeeld is.

Positief met voorwaarde

6. Voorstraat 386 RM (DR)

  • Omschrijving: herstellen van een moerbalk
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Historische binnenstad
  • Welstandsniveau: Intensief

Een erfgoedadviseur licht toe dat het plan betreft het herstellen van een rotte moerbalk betreft. De aanvrager en de architect hebben de vergadering bijgewoond.

Advies commissie

De commissie onderschrijft het advies van het vakteam Erfgoed. De commissie is akkoord met de voorgestelde werkzaamheden en de werkwijze. De commissie adviseert positief.

Positief

7. Reeweg Oost 123F RM (SH)

  • Omschrijving: pergola's en privacyschermen ter plaatse van het dakterras
  • Legalisatieonderzoek, 1e behandeling
  • Gebiedstype: 19e-eeuws stedelijk weefsel
  • Welstandsniveau: Intensief

Een erfgoedadviseur licht de situatie toe. De Ambachtschool aan de Reeweg Oost is tussen 2016 en 2018 is getransformeerd tot appartementencomplex. Onderdeel hiervan is de realisatie van dakterrassen voor de appartementen op de bovenste bouwlaag. Dakopbouwen geven toegang tot deze dakterrassen Bij één van deze dakterrassen, het dakterras gelegen op een dominant zichtbare hoek, is nu een vrij massieve dubbele pergola gerealiseerd met meerdere privacyschermen. Het betreft hier feitelijk twee aan elkaar gekoppelde pergola's die verbonden zijn aan de dakopbouw, met privacyschermen. De uitvoering is vrij zwaar. Vanwege de situering op het dakvlak zijn de bouwwerken goed zichtbaar. De voorzieningen vormen daarmee conform de Welstandsnota geen ondergeschikte toevoeging aan het dakenlandschap en domineren daarentegen juist in het beeld van het dak. De voorzieningen zijn daarmee zoals op dit moment aanwezig wat betreft het vakteam Erfgoed niet te legaliseren. Vooral de profielafmetingen en de gesloten panelen zijn het

Advies commissie

De commissie heeft beoordeeld of hetgeen hier is gerealiseerd, legaliseerbaar is. Het pand is een Rijksmonument en de gerealiseerde bouwwerken zijn zichtbaar. De pergola’s en schermen zijn niet eenduidig vormgegeven, en zijn ook veel te ‘zwaar’ vormgegeven. Het domineert het dakenlandschap. De commissie concludeert dat de bouwwerken in de huidige vorm niet legaliseerbaar zijn.

Niet legaliseerbaar (geen zicht op legalisatie)

8. Vest 97 GM (SH)

Omschrijving: Interne wijzigingen indeling

Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling

Gebiedstype: Historische Binnenstad

Welstandsniveau: Intensief

Een erfgoedadviseur licht het plan toe. Er is aantasting van bruinrot in één van de vloerbalken onder de trap en in één van de vloerbalken van de begane grondvloer geconstateerd. Deze balken zijn deels aangetast, waarbij herstel noodzakelijk is om te komen tot een (constructief) veilige situatie. De werkzaamheden zijn dermate beperkt van omvang dat dit vermoedelijk vergunningsvrij kan worden uitgevoerd in het kader van onderhoud aan het monument. De uiteindelijke uitvoeringswijze van het herstel moet worden afgestemd met het vakteam Erfgoed. Een tweede ingreep is het versmallen van de inbouwkast op de eerste verdieping en het realiseren van een raam van 1 m x 1 m tussen kast en overloop. De indeling op de eerste verdieping stamt tenminste van na 1946, vermoedelijk uit de jaren '50. Daarmee heeft deze structuur dus enige monumentwaarden, vermoedelijk een positieve monumentwaarde. Beperkte ingrepen in deze structuur zijn voorstelbaar. Het behouden van de inbouwkast door deze te versmallen en het realiseren van

De aanvragers hebben de vergadering bijgewoond en geven aan dat er mogelijk ook werkzaamheden aan het dak zullen plaatsvinden. De erfgoedadviseur geeft aan dat dit wellicht vergunningvrij kan zijn.

Advies commissie

De commissie onderschrijft het advies van het vakteam Erfgoed. Het betreft hier dermate bescheiden ingrepen, dat deze niet leiden tot aantasting van monumentale waarden. Het plan is akkoord, mits (voorwaarde) de uitvoeringswijze van het herstel van de door bruinrot aangetaste vloerbalken wordt afgestemd met het vakteam Erfgoed.

Positief met voorwaarde

9. Toulonselaan 105-107 GM (SH)

  • Omschrijving: Herstellen van het dak
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: 19e-eeuws stedelijk weefsel
  • Welstandsniveau: Intensief

Een erfgoedadviseur licht toe dat het plan dakwerkzaamheden betreft. Slecht uitgevoerde werkzaamheden in het verleden hebben inwatering tot gevolg gehad, met de nodige schade.

Het in een romantische chaletstijl opgetrokken blok, waar de woning onderdeel van uitmaakt, is uniek in het oeuvre van de architecten J.N. Reus en H.A. Reus. Veel van de kenmerkende details van het blok bevinden zich rondom de kap. Dit betreft bijvoorbeeld de segmentbogen, de gedecoreerde gootklossen en gedecoreerde boeiboorden. Het intact houden van deze elementen is cruciaal omdat zodoende het bouwblok als eenheid waarneembaar blijft, en omdat deze elementen voor een belangrijk deel de waarde in het exterieur van het monument vertegenwoordigen.

Het vakteam is pas in een laat stadium op locatie geweest toen een belangrijk deel van de werkzaamheden al waren uitgevoerd. Zodoende heeft het vakteam de slechte staat slechts vanaf foto's kunnen beoordelen. Op foto's zijn verschillende schadepatronen zichtbaar zoals houtrot in de gootklossen, houtrot in het dakbeschot, breuk in de dakpannen en slecht aansluitende nokvorsten. Het vakteam concludeert op basis van het fotomateriaal dat er een noodzaak was tot herstel- en renovatiewerkzaamheden. Ook op de tijdens de ontmanteling gemaakte foto's is zichtbaar dat er schade was van de houten delen van de gootbak en de klossen. De balkkop van de kapconstructie lijkt nog goed, of in ieder geval voldoende, te zijn geweest. Er lijkt ook aantasting te zijn geweest van de voegen, zodanig dat stenen zijn verwijderd. Jaren van vochtimpregnatie kan resulteren in een poreuze voeg, waardoor de bakstenen vrijwel geheel los komen te liggen. Dit is een bekend schadepatroon.

Tijdens demontage is eveneens een in het verleden verwijderde schoorsteen teruggevonden. De wijze van verwijdering in het verleden roept vragen op over de kwaliteit van uitvoering. Ook is te zien dat de bestaande nog aanwezige schoorsteen in het verleden is hersteld met een slecht passende restauratiesteen, vermoedelijk omdat de schoorsteen van het dak was gewaaid. De schoorsteen is tot de restauratiesteen ontmanteld, en daarop is een RVS kap gezet met afvoer. Dit verdient niet de voorkeur, maar gelet op de eerdere aantasting is ontmanteling vanuit het vakteam niet noodzakelijk.

Bij de verdere herstelwerkzaamheden is traditioneel en passend materiaalgebruik toegepast. De in slechte staat zijnde kruispannen zijn vervangen door nieuwe, gebruikte exemplaren. Er is een aansluitende driekant-vorst toegepast op een nieuwe ruiter. De gootbakken zijn hersteld met behoud van zoveel mogelijk historisch materiaal, wat eveneens geldt voor de gootklossen. De gootbakken zijn, daar waar herstel nodig was, opnieuw met kraaldelen uitgevoerd. De boeiboorden zijn voor een groot deel vernieuwd, rekening houdend met het kenmerkende halfronde uitstulpende detail. Hierbij is de ornamentiek die eerder verdwenen was, weer gereconstrueerd. Het vakteam is bijzonder positief over de kwaliteit van uitvoering. Zowel visueel als uit de aangeleverde foto's blijkt aandacht en ambacht van de uitvoerende partij. Dat deels een aanvullende dampopen folie is aangebracht is positief voor de instandhouding van het monument.

Bezwaarlijk is de toepassing van EPDM in de gootbak, in plaats van zink. Er is een kraaltrim toegepast waardoor dit niet resulteert in een visuele aantasting, maar EPDM is geen historisch passend materiaalgebruik. Echter, omdat het niet leidt tot een visuele aantasting en er op andere plaatsen reconstructie van kenmerkende details heeft plaatsgevonden, vindt het vakteam dit acceptabel.

De toepassing van de hoekkepers en nokvorsten met ondervorst is niet akkoord. Bij het buurpand is recentelijk een vergunning verleend waarbij voorgesteld was deze in de specie te leggen, overeenkomend met de historische situatie. Het vakteam stelt dit als voorwaarde.

Het vakteam twijfelt over de toepassing van een bladvanger in de goot. Hoewel een dergelijke voorziening voorstelbaar is gelet op de vele omliggende bomen en de slechte bereikbaarheid van het dak, werkt een dergelijke voorziening alleen goed als deze bij alle dakgoten wordt doorgezet. Omdat de bladvanger nagelvast is gemonteerd kan deze bij onderhoud ook niet gemakkelijk opgetild worden. Het vakteam adviseert zodoende om de bladvanger bij toepassing of geheel door te zetten en demontabel te maken, of een bladafscheider onderdaan de hwa toe te passen, of om deze niet toe te passen.

Ten aanzien van de kleurstelling is bij het buurpand (101-103) eerder geadviseerd om terug te gaan naar de historische groene kleurstelling, die overeenkomt met Reus Groen (64). Het verdient de voorkeur om ook bij dit pand aansluiting te vinden op de kleurstelling in de achtergevel van het buurpand met o.a. ramen en kozijnhout in Reus Groen (64) conform het kleurhistorisch onderzoek.

Advies commissie

De commissie onderschrijft het advies van het vakteam Erfgoed. De noodzaak van het uitvoeren van de voorgestelde werkzaamheden is voldoende aannemelijk gemaakt. Een en ander wordt zorgvuldig uitgevoerd. Bij een monument is de toepassing van EPDM in beginsel niet denkbaar. Bij hoge uitzondering is dit in deze specifieke situatie acceptabel en akkoord. De commissie geeft als sterke aanbeveling mee om een zinken goot toe te passen. Het plan is akkoord, mits (voorwaarden):

-De toepassing van de hoekkepers en nokvorsten met ondervorst is niet akkoord. Deze moeten in de specie worden gelegd, conform de historische situatie.

- bladvanger niet toepassen, of geheel door zetten en demontabel te maken, of een bladafscheider onderdaan de hwa toepassen.

-kleurstelling overeen laten komen met de kleurstelling in de achtergevel van het buurpand met o.a. ramen en kozijnhout in Reus Groen, conform het kleurhistorisch onderzoek.

Positief met voorwaarden

10. Lange Breestraat 8 BS (SH)

  • Omschrijving: het gedeeltelijk slopen en opnieuw opbouwen van de achtergevel
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Historische binnenstad
  • Welstandsniveau: Intensief

Een erfgoedadviseur licht toe dat het pand onderdeel is van een plan voor de panden Lange Breestraat 8-22, waar in 2022-'23 vergunning voor is verleend. Het indertijd uitgevoerde bouwhistorische onderzoek naar deze panden, beschrijft deze achtergevel als mogelijk 16e eeuws. De vensters op de verdieping zijn uitgevoerd met twee steens korfbogen, uitgevoerd in helderrode bakstenen en voorzien van zandstenen sluitstenen. Een vergelijkbare korfboog is zichtbaar ter plaatse van de zolder. Vermoedelijk zullen de oorspronkelijke gevelopeningen met kruiskozijnen zijn uitgevoerd, nu zijn dit overwegend 9-ruits schuifvensters uit vermoedelijk de late 18e eeuw of begin 19e eeuw.

In afwijking van die verleende vergunning wordt nu voorgesteld om deze achtergevel geheel te slopen, en om deze opnieuw op te bouwen als een stucwerkgevel met nieuwe kozijnen. De detaillering van de nieuwe situatie is summier en details van de bestaande situatie ontbreken. Qua kleurstelling wordt aangesloten bij hetgeen eerder is vergund.

De bescherming van de cultuurhistorische waarden van deze gevel is beperkt. Het betreft hier geen monument, de achtergevel is niet zichtbaar vanuit het beschermde stadsgezicht, de contour, de maat en de verhouding worden niet gewijzigd, het plan leidt niet tot een aantasting van het dakenlandschap. Gelet daarop worden de cultuurhistorische waarden van het beschermde stadsgezicht niet aangetast als gevolg van het plan. Wel dient op grond van het Omgevingsplan de achtergevel volledig en op detailniveau bouwhistorisch te worden gedocumenteerd conform de bouwhistorische richtlijnen. Afstemming hierover kan plaatsvinden met de gemeentelijke bouwhistoricus.

Advies commissie

De commissie heeft kennisgenomen van het plan. Het plan betreft een mogelijk 16e eeuwse achtergevel, die nog goed bewaard is gebleven. De commissie hecht er waarde aan om te bepleiten de gevel alsnog te behouden. Mogelijk kan het plan voor de sloop van deze achtergevel worden heroverwogen, en kan de gevel alsnog behouden blijven en worden gerestaureerd.

Evenwel stelt de commissie vast dat de juridische bescherming van de cultuurhistorische waarden van deze gevel beperkt is. De achtergevel is niet zichtbaar vanuit het beschermde stadsgezicht en het plan leidt niet tot een aantasting van de cultuurhistorische waarden van het beschermde stadsgezicht. Het plan is akkoord, mits (voorwaarde) de bestaande achtergevel volledig en op detailniveau bouwhistorisch wordt gedocumenteerd conform de bouwhistorische richtlijnen. Een en ander dient te worden afgestemd met de bouwhistoricus van het vakteam Erfgoed.

Positief met voorwaarde

11. Voorstraat 439 BS (SH)

  • Omschrijving: detaillering aansluiting onderpan op de gootconstructie
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Historische binnenstad
  • Welstandsniveau: Intensief

Een erfgoedadviseur licht de situatie toe. Het aan de buitenzijde isoleren van het dak maakte aanvankelijk onderdeel uit van een eerder (2023 – '24) beoordeelde aanvraag ten aanzien van dit pand. De commissie had destijds aangegeven dat de stukken ten aanzien van het isoleren van de hellende- en platte daken niet voldoende bouwkundig waren uitgewerkt. Deze werkzaamheden zijn vervolgens uit de aanvraag gehaald.

Eerder dit jaar is echter geconstateerd dat het dak aan de buitenzijde zonder vergunning is geïsoleerd. De uitvoering hiervan is, zowel op technisch als op esthetisch (detail)niveau, niet optimaal. Aan de voorzijde van het pand hangt op dit moment een slabbe (spinvliesfolie?) zichtbaar over de gevel, terwijl aan de achterzijde een hoge opstand zichtbaar is, die is afgewerkt met EPDM. Dit zorgt voor een onwenselijk en historisch niet passend beeld, zeker niet gelet op de zichtlocatie tegenover de Grote Kerk.

Op detailniveau is de problematiek zichtbaar. Door het opdikken van het dak met een fors isolatieproduct komt men bij de goot niet goed uit. Hier is de isolatie plaatselijk verjongd. Door dit detail is aan de onderzijde van het dakvlak een hoge opstaande zwarte rand ontstaan, die zichtbaar is vanuit de openbare ruimte. In de stukken wordt aangegeven dat deze rand is afgewerkt met een EPDM folie. Het vakteam vraagt zich af of dit niet een spinvliesfolie is, want het toepassen van een EPDM folie onder dakbedekking is een ongebruikelijke en geen vanzelfsprekende toepassing van dit materiaal.

Er worden drie oplossingsrichtingen geschetst om tot een esthetisch beter beeld te komen. Het vakteam merkt allereerst op dat de waterlijn in alle scenario's niet goed in de goot afwatert. Met hevige regenval leidt dit tot problemen, zoals een hoge waterdruk op de gevel. Weliswaar is het een relatief klein dakvlak, maar bouwtechnisch is het detail twijfelachtig.

Vanuit het beschermde stadsgezicht is de belangrijkste eis dat er sprake is van een duurzame detaillering, passend bij de historische context en het karakter van het gebouw. Een visueel nette aansluiting van de dakpannen op de dakgoot is dan de wenselijke situatie. Bij optie 1, 3 en 4 blijft het esthetisch onwenselijke beeld onveranderd, waardoor deze opties niet akkoord zijn. Optie 2, de optie die bestaat uit het onderaan toevoegen van een extra rij dakpannen, is de meest voor de hand liggende optie. De knik die hierdoor ontstaat aan de onderzijde doorbreekt echter het dakvlak. Het detail kan op de voorgestelde wijze (bouw)technisch niet zo worden uitgevoerd. Onder een panlat ligt altijd een tengel zodat doorslaand vocht afgevoerd kan worden. Aan de onderzijde sluit een pan dan aan op een staande panlat. Bouwtechnisch gezien klopt dit detail niet. Bovendien is het nog maar de vraag, wanneer het detail wel goed uitgevoerd wordt, of er uitgekomen wordt met een volle pan en in de waterlijn. Het is raadzaam een

De aanvrager heeft de vergadering bijgewoond en licht de situatie toe. Het dak was in slechte staat en je kon door het dak naar buiten kijken. De uitgevoerde werkzaamheden hebben erin geresulteerd dat het dak niet meer lekt en dat er geen sprake meer is van tocht. Er is alleen isolatie toegevoegd, verder is alles hetzelfde gebleven. De platte delen van het dak zijn afgewerkt met EPDM folie. Deels zijn er nieuwe dakpannen toegepast. Er past nog een dakpan onder. De wens is om hier een mooie oplossing te bereiken. De aanvrager toont een aantal mogelijke oplossingen.

Advies commissie

De commissie heeft ten tijde van de beoordeling van de eerdere aanvraag (2023-'24) aangegeven dat zij heel positief was over de intenties die uit het plan spreken, maar ook dat het plan bouwkundig nog niet zodanig was uitgewerkt dat er door de commissie over het plan kon worden geadviseerd. Wat en of er wat zou wijzigen werd niet inzichtelijk gemaakt. Dit gold onder andere voor de destijds voorgestelde dakisolatie. De commissie gaf als sterke aanbeveling mee om hier deskundigheid voor in te schakelen, bijvoorbeeld een architect of een goed bouwkundig adviesbureau.

Hierop zijn ingrepen zoals de dakisolatie komen te vervallen en uit de in 2023-'24 beoordeelde aanvraag gehaald. Deze ingrepen blijken nu alsnog te zijn uitgevoerd. Een en ander is niet als legalisatie-onderzoek aan de commissie voorgelegd. Een gevolg van het op deze wijze aanbrengen van dakisolatie met deze dikte, is dat het dakvlak wordt opgetild / omhoog komt. Hier gaat het mis, en dat is duidelijk te zien aan de gevel aan de zijde van de Pottenkade. De commissie uit haar zorg wat betreft de gevolgen voor de beeldkwaliteit waar dit toe heeft geleid, en zij uit haar zorgen over de (bouw)technisch kwaliteit van de detaillering. Er is nu geen sprake van een (bouw)technisch goede oplossing en de commissie verwacht dat hier problemen uit voortkomen. De commissie heeft daarnaast twijfels over de uitvoerbaarheid van hetgeen wordt voorgesteld. De commissie geeft wederom als sterke aanbeveling mee om hier deskundigheid voor in te schakelen, bijvoorbeeld een architect of een goed bouwkundig adviesbureau.

De commissie stelt vast dat de aanvraag uitsluitend betrekking heeft op de detaillering van de aansluiting van de onderpan op de gootconstructie. Het advies van de commissie is derhalve ook beperkt tot de detaillering van de aansluiting van de onderpan op de gootconstructie. Alle getoonde opties leiden tot een beeld dat in deze omgeving wezensvreemd is. De minst bezwaarlijke oplossing is de optie die bestaat uit het toevoegen van een rij dakpannen.

Concluderend is de commissie wat betreft de detaillering van de aansluiting van de onderpan op de gootconstructie akkoord met het voorstel waarbij er aan de onderzijde van het dakvlak een rij dakpannen worden toegevoegd, onder de voorwaarden dat de nokvorsten doorlopen (nokvorsten ter plaatse van de toe te voegen rij dakpannen plaatsen) en dat de nokvorsten in de specie worden gelegd.

Positief met voorwaarden

12. Admiraalsplein 68 – 70

  • Omschrijving: reclame
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 2e behandeling
  • Gebiedstype: Woonwijken na 1990
  • Welstandsniveau: Regulier

Advies

Het op de gevel aanbrengen van reclame is goed voorstelbaar. Het is een net uitgewerkt voorstel, en dit wordt gewaardeerd. Het plan voldoet echter niet aan de volgende welstandscriteria voor reclame:

-de reclame is onvoldoende ondergeschikt aan de omgeving en aan het gebouw waarop het is aangebracht.

-reclame op of aan een gebouw is bij voorkeur mee ontworpen, zodat het er qua kleur, materiaal en

vormgeving bij past. Hier is nog onvoldoende sprake van.

-Herhaling van een reclame-uiting aan één gevel, bijvoorbeeld meer dan twee maal dezelfde tekst, is niet toegestaan.

-De totale oppervlakte van de reclame staat niet in een goede verhouding tot de schaal en maat van de gevel waarop de reclame is aangebracht. Hierbij moet op winkelpanden worden gedacht aan maximaal 8% van het geveloppervlak, eventueel te verdelen over max. 3 reclames. Hieraan voldoet het voorstel niet.

Het geheel van alle voorgestelde reclame-uitingen levert een overdaad aan reclame op en dit verstoort het beeld van de bestaande architectuur teveel. De hoeveelheid en de visuele impact van de reclame moet zich goed verhouden tot het gebouw en de omgeving. Op zichzelf beschouwd is het voorgestelde logo en de naam boven de in- en uitgang akkoord. Maar, het vervolgens op deze gevel te vaak (en bovendien in verschillende afmetingen) herhalen van het logo is niet akkoord. Eveneens niet akkoord is het dichtstickeren van puien. De voorgestelde rode horizontale lijn vormt een verstoring van de bestaande architectuur. Gevraagd wordt het plan hierop aan te passen. Het plan wordt aangehouden.

Aanhouden

13. Bakema-erf 97

  • Omschrijving: Het plaatsen van een dakopbouw op bestaande woning en dakkapel
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Woonwijken na 1990
  • Welstandsniveau: Regulier

Advies

De woning maakt onderdeel uit van een in architectonisch opzicht samenhangend buurtje, dat bestaat uit kleinere en grotere woningtypes. Voorgesteld wordt om een dakopbouw te plaatsen op een woning van het kleinere type. Het eindresultaat daarvan is vergelijkbaar met de architectuur van het grotere woningtype.

Vergelijkbare dakopbouwen met een afgeknot zadeldak zijn eerder gerealiseerd in dit buurtje, bij woningen met deze architectuur (zoals op nummer 68). De voor- en achtergevel van de dakopbouw worden uitgevoerd in metselwerk, verbijzonderd met de voor de architectuur van dit buurtje kenmerkende speklagen. De gevel- en kozijnindeling zet op een logische manier de bestaande gevel- en kozijnindeling voort. De linkerzijgevel wordt uitgevoerd als wachtgevel met donkere gevelbeplating. Aan de rechterzijde krijgt de dakopbouw een dakvlak. De op het zijdakvlak van de dakopbouw voorgestelde dakkapel voldoet aan de criteria ten aanzien van dakkapellen, en is gesitueerd op voldoende afstand van de voorgevel.

Concluderend wordt er positief geadviseerd omdat het plan goed aansluit bij de bestaande architectuur. Aandacht wordt gevraagd voor de keuze van de bakstenen, om zodoende goed aan te sluiten op het bestaande metselwerk.

Positief, met aandachtspunt

14. De Jagerweg 160

  • Omschrijving: Het plaatsen van een dakkapel aan de voorzijde van de woning
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Wederopbouw - Stratenwijken
  • Welstandsniveau: Regulier

Advies

Het plaatsen van de dakkapel aan de voorzijde van de woning is voorstelbaar. De aanvraag voldoet aan de welstandsnota en is akkoord.

Positief

15. Driehoek 20

  • Omschrijving: Het plaatsen van een dakkapel
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Woonerfwijken
  • Welstandsniveau: Regulier

Advies

Het plaatsen van de dakkapel is voorstelbaar. De aanvraag voldoet aan de criteria en daarom akkoord.

Positief

16. Driemorgen 19

  • Omschrijving: Het plaatsen van een dakkapel
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 2e behandeling
  • Gebiedstype: Stedelijke groengebieden
  • Welstandsniveau: Regulier

Advies

Het plan is opnieuw beoordeeld op basis van de eerder gemaakte opmerkingen. Het tekenwerk is aangepast conform het precedent. Het plan voldoet hiermee aan de criteria en is akkoord.

Positief

17. Dubbeldamseweg Noord 50 BS

  • Omschrijving: het uitbreiden van een dakterras
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: 19e-eeuws stedelijk weefsel
  • Welstandsniveau: Intensief

Niet beoordeeld

18. Dubbeldamseweg Zuid 136

  • Omschrijving: het splitsen van het pand in twee woningen (wijzigen van de voorgevel)
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: 19e-eeuws stedelijk weefsel
  • Welstandsniveau: Regulier

Advies

Het advies is beperkt tot de wijziging van de voorgevel. Op zichzelf beschouwd is het hier maken van twee voordeuren denkbaar. Vermoedelijk is dit de oorspronkelijke situatie. Het op de voorgestelde wijze maken van de twee voordeuren is echter niet akkoord. Als gevolg van de verandering wordt het bestaande gevel- en straatbeeld teveel verstoord. De gevelwijziging leidt tot een verstoring van de samenhang en ritmiek van de gevel op zichzelf beschouwd, en van de straatwanden. De gevelwijziging is niet in overeenstemming met de architectuur en het tijdsbeeld van de oorspronkelijke gevel, indeling en detaillering.

De gevels van de bestaande en de nieuwe situatie zijn niet correct getekend. De beeldverhouding van vensters en gevelopeningen lijkt niet correct getekend. Architectonische kenmerken zoals gevelbogen en sluitstenen, voor de architectuur van het pand wezenlijke onderdelen, ontbreken. De wijziging van het gevelbeeld is hierdoor niet goed inzichtelijk gemaakt. Gevraagd wordt om kloppend tekenwerk aan te leveren zodat het plan kan worden beoordeeld. Detaillering, waaruit zou kunnen worden opgemaakt dat de diepte van de oorspronkelijke negge niet of nauwelijks verandert, ontbreekt. Gevraagd wordt om dit aan te leveren.

Hierbij wordt meegegeven dat het voorstelbaar is om binnen de bestaande gevelopening van het voordeurkozijn, en rekening houdend met de voor de architectuur van het pand wezenlijke onderdelen zoals gevelbogen, een nieuw voordeurkozijn met twee voordeuren te maken. Hiermee wordt de oorspronkelijke situatie weer hersteld, die nog zichtbaar is bij het buurpand (nr 140 -142). Het plan wordt aangehouden.

Aanhouden

19. Esdoornlaan 27

  • Omschrijving: Het realiseren van een aanbouw en een nokverhoging
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Wederopbouw - Stratenwijken
  • Welstandsniveau: Regulier

Advies

Het plaatsen van de nokverhoging en een aanbouw aan de achterzijde is voorstelbaar.

  • Nokverhoging: Het plan is akkoord, mits (voorwaarde) materiaal- en kleurgebruik van de gevels, kozijnen, profielen en het dakvlak van de nokverhoging zijn afgestemd op de gevels, kozijnen, profielen en het dakvlak van het hoofdgebouw c.q. de eerder op het dakvlak van dit blok gerealiseerde nokverhogingen.
  • Aanbouw: Het plan is voorstelbaar. De aanbouw dient 1 meter achter de voorgevelrooillijn te beginnen. De aanbouw komt 95 cm achter de voorgevellijn en wijkt hier 5 cm van af. Deze afwijking is niet storend voor het straatbeeld. Het plan voldoet verder aan de criteria en is akkoord.

Positief met voorwaarden

20. Floresstraat 42

  • Omschrijving: Het plaatsen van een naar achter gerichte nokverhoging en een dakkapel aan de voorzijde op de tussenwoning
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Tuinwijken
  • Welstandsniveau: Regulier

Advies

Het plaatsen van de nokverhoging is voorstelbaar. De nokverhoging voldoet niet aan de criteria wat betreft de ¼ dieptemaat. Echter zijn er in deze buurt meerdere identieke nokverhogingen vergund die hiervan afwijken. Een voorwaarde is dat de nokhoogte wordt afgestemd op de buren.

Positief met voorwaarde

21. Frans Naereboutstraat 2

  • Omschrijving: Het plaatsen van een poort
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Wederopbouw - Stempelwijken
  • Welstandsniveau: Regulier

Advies

Het plaatsen van de poort is voorstelbaar. Een voorwaarde is dat de poort onopvallend uitgevoerd wordt en dient op te gaan in de materialisering van de schutting.

Positief met voorwaarde

22. Heelalstraat 46

  • Omschrijving: Het plaatsen van een dakkapel aan de voorzijde
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Wederopbouw - Stempelwijken
  • Welstandsniveau: Regulier

Advies

De dakkapel aan de voorzijde is voorstelbaar. De aanvraag voldoet aan de criteria en is akkoord.

Positief

23. Hendrik Triplaan Noord 1

  • Omschrijving: Het plaatsen van een dakkapel aan de linker zijkant van een hoekwoning
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Stedelijke groengebieden
  • Welstandsniveau: Regulier

Advies

Het plan voor het plaatsen van de dakkapel aan de zijkant van de woning is voorstelbaar. Wat betreft de maximaal mogelijke afmetingen en wat betreft de situering van de dakkapel op het dakvlak voldoet het plan aan de welstandscriteria voor dakkapellen.

Echter, er is in deze buurt een na te volgen precedent ten aanzien de vormgeving en detaillering van dakkapellen. Daar wijkt deze aanvraag van af. Wat betreft vormgeving, detaillering, kleur- en materiaalgebruik en kozijnindeling (breedtemaat draaiende delen precedent aanhouden) wordt gevraagd het ontwerp aan te passen conform het precedent. Het plan wordt aangehouden.

Aanhouden

24. Laan van Europa 100

Omschrijving: het plaatsen van een reclamezuil bij ingang parkeerplaats

  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Ontwikkelgebieden
  • Welstandsniveau: Ontwikkeling
  • Beeldkwaliteitsplan Amstelwijck

Advies commissie

Op 11 juni 2025 heeft de commissie het plan beoordeeld. De commissie gaf aan dat het plaatsen van een reclamezuil bij de ingang van de parkeerplaats op zichzelf beschouwd denkbaar is. Conform de hier geldende beeldkwaliteitscriteria dienen dergelijke naamsaanduidingen in heel Amstelwijck uniform te zijn. Een zuil die qua hoogte, uitvoering en kleurbeeld conform de zuil ter plaatse van het buurperceel wordt uitgevoerd, was wat betreft de commissie denkbaar.

Uit de nadere toelichting door de aanvrager blijkt dat in de omgeving reclamezuilen zijn gerealiseerd die qua hoogte en uitvoering vergelijkbaar zijn. Qua kleurbeeld wijkt de voorgestelde reclamezuil echter af. Als aanbeveling wordt daarom meegegeven om de zuil overwegend in een (licht)grijze kleur uit te voeren, en niet in een te witte kleur.

Positief met aanbeveling

25. Meivogelhof 16 BS (WM)

  • Omschrijving: het realiseren van een box en parkeervak in de voortuin
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling (eerder behandeld als vooroverleg)
  • Gebiedstype: Historische binnenstad
  • Welstandsniveau: Intensief

Advies

Op 31 maart 2025 heeft de commissie het plan voor het realiseren van een opbergbox als vooroverleg beoordeeld. De commissie gaf aan dat haar advies geen betrekking heeft op het parkeervak. De commissie adviseerde dat het maken van een opbergbox op zichzelf beschouwd denkbaar is, mits er sprake is van in beschermd stadsgezicht passend kleur- en materiaalgebruik. De commissie gaf aan dat de opbergbox bij voorkeur wordt vormgegeven als een eenvoudig rechthoekig bouwwerkje met een groen dak. Als aanbeveling gaf de commissie mee om de tuin te vergroenen.

Naar aanleiding van het advies van de commissie is het plan aangepast, en is het als aanvraag ingediend. Uit de stukken blijkt dat er sprake zal zijn van een bouwwerk met een eenvoudige hoofdvorm, en van in beschermd stadsgezicht passend kleur- en materiaalgebruik. Mogelijk kan nog bekeken worden of het kan worden uitgevoerd met een flauw hellend lessenaarsdak (aanbeveling); dit zou het bouwwerkje nog meer ondergeschikt maken. Mede gelet op het advies van het vakteam Erfgoed, is het plan akkoord.

Positief, met aanbeveling

26. Rechte Zandweg 53

  • Omschrijving: het realiseren van een aanbouw aan de achterzijde van de woning
  • Architect: Stijl architectuur
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Historische linten en kernen
  • Welstandsniveau: Regulier

Advies

Het plan betreft een vergunningplichtige, eenlaagse en plat afgedekte aanbouw aan de achterzijde. Over het plan is een positief stedenbouwkundig advies uitgebracht. Als gevolg van het plan krijgt de bebouwing achter het hoofdgebouw meer samenhang (meer overeenkomsten, minder onderling verschillende kenmerken). De aanbouw is vanuit de openbare ruimte niet zichtbaar. Gelet hierop, is de aanbouw passend gematerialiseerd. Aandacht wordt gevraagd voor een passende kleurstelling. Het plan is akkoord, er wordt positief geadviseerd. Als aanbeveling wordt meegegeven om nog eens te kijken naar de positie in de gevel van de gevelopeningen ter plaatse van de gang; dit kan wellicht wat regelmatiger.

Positief, met aanbeveling

27. Rijksstraatweg 68 GM (DR)

  • Omschrijving: vernieuwen daken aangebouwde schuren
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 3e behandeling
  • Gebiedstype: Historische linten en kernen
  • Welstandsniveau: Intensief

Advies

De commissie heeft het plan op 28 april en 26 mei 2025 beoordeeld. De commissie gaf aan dat het vervangen van de bestaande asbesthoudende dakbeplating van beide schuren op zichzelf beschouwd denkbaar is. Het vervangen van de dakbeplating op de lagere schuur was na de gemaakte aanpassingen akkoord. De nieuwe dakbeplating benadert (het beeld van) de bestaande dakbeplating qua kleur en type.

Het vervangen van de dakbeplating op de hogere schuur, aangrenzend aan het woongedeelte, was nog niet akkoord, gelet op de aantasting van monumentale waarden die dit tot gevolg zou hebben. Het verwijderen/laten vervallen van de sporen, rachels en de nok- en hoekkepervorsten tast de monumentale waarde en detaillering van de grote schuur ernstig aan, en is niet akkoord. Geadviseerd werd om een beter passend alternatief voor te stellen, zodat er geen detailwijzingen en/of afwerkingen ernstig worden aangetast. Daarnaast merkte de commissie op dat als gevolg van het voorgestelde gootdetail, de deuren van de schuur niet meer kunnen worden geopend. De commissie vroeg om ook vanuit de praktische bruikbaarheid nog eens naar de gootdetaillering te kijken, en gaf aan dat een eenvoudige mastgoot hier wellicht beter denkbaar is.

Het plan is naar aanleiding van de advisering door de commissie aangepast. De detailtekeningen in het bestekboekje zijn aangepast. Deze zijn niet geheel aangepast conform het laatst gegeven advies van de commissie. Daarnaast is er een stuk met de naam "voorstel detailtekening" aangeleverd, waarin de opmerkingen van de commissie wel zijn verwerkt. Beide stukken hebben dezelfde wijzigingsdatum van d.d. 05-06-2025. Aangenomen wordt dat

"voorstel detailtekening" de definitieve wijziging is; op dit stuk is deze beoordeling gebaseerd.

Er wordt voorgesteld om een dunnere isolatielaag toe te passen, zodat deze rechtstreeks op de panlatten aangebracht kan worden. De detaillering van de golfbeplating bij de muurplaat en overstekken blijft ongewijzigd. Het op deze wijze aanbrengen van isolerende dakplaten is denkbaar, omdat er geen detailwijziging aan de binnen- en buitenzijde zal plaatsvinden, en omdat de panlatten gehandhaafd kunnen blijven. Wel wordt opgemerkt dat het opmerkelijk is dat de totale dikte van het pakket (105 mm) desalniettemin ongewijzigd blijft. Op tekening wordt nog tekstueel vermeld dat "het dakpaneel direct op gording aangebracht zal worden". Deze tekst dient van tekening verwijderd te worden, want in het nieuwe detail wordt aangegeven dat deze op de nu aanwezige panlatten aangebracht zullen worden.

Verder wordt nu in de aangepaste detailtekening aangegeven dat de bestaande keramische nokpannen in de mortel zullen worden aangebracht. Ook de hoekkepervorsten moeten op deze wijze aangebracht/uitgevoerd worden. Mochten er, tijdens het verwijderen van de bestaande golfbeplating, vorsten beschadigd raken, dan dienen deze aangevuld/vervangen te worden door vorsten die qua kleur en model gelijk zijn aan de nu aanwezige vorsten.

Concluderend is het plan, mede gelet op het advies van het vakteam Erfgoed, akkoord onder de volgende voorwaarden:

-vorsten in de mortel aanbrengen en wanneer er een noodzaak is tot vervanging van vorsten, dan dienen deze aangevuld/vervangen te worden door vorsten die qua kleur en model gelijk zijn aan de nu aanwezige vorsten.

-de nu aanwezige panlatten handhaven zoals op tekening "nieuwe situatie" wordt aangegeven.

Positief met voorwaarden

28. Saturnuslaan 13

  • Omschrijving: dakkapel
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Wederopbouw - Stratenwijken
  • Welstandsniveau: Regulier

Advies

De aanvraag wijkt af van de criteria van de welstandsnota. In deze buurt zijn meerdere vergelijkbare dakkapellen gerealiseerd die breder zijn dan de 50% breedtemaat en een schuindak als kapvorm. Om de eenheid op buurtniveau te behouden kan er in dit gevel worden afgeweken van de welstandnota. De aanvraag is daarom voorstelbaar. Echter zal de hoogtemaat (1,25 m) nog aangepast dienen te worden naar de hoogtemaat van de precedent (1m). Het plan wordt daarom nog aangehouden

Aanhouden

29. Seringenstraat 27

  • Omschrijving: Het plaatsen van een dakkapel op het achterdakvlak
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Wederopbouw - Stratenwijken
  • Welstandsniveau: Regulier

Advies

De aanvraag voor het plaatsen van de dakkapel aan de achterzijde van de woning is voorstelbaar. De aanvraag is niet vergunningvrij omdat de dakkapel te hoog in de nok zit. Er resteert een pan tussen de nok en de dakkapel. In de buurt zijn meerdere vergelijkbare vergunde dakkapellen. De aanvraag is daarom akkoord.

Positief

30. Spuiboulevard 267 BS (SH)

  • Omschrijving: het wijzigen van kozijnen
  • Architect: Stijl architectuur
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 2e behandeling
  • Gebiedstype: Historische binnenstad
  • Welstandsniveau: Intensief

Advies

Op 12 mei 2025 heeft de commissie het plan beoordeeld. De commissie gaf aan dat het heel mooi is dat, als gevolg van het plan, het oorspronkelijke beeld weer enigszins wordt hersteld. De commissie vroeg om het plan op een aantal punten nog aan te vullen / aan te passen, en gaf aan dat een daarop aangepast/aangevuld plan ambtelijk zou kunnen worden beoordeeld.

Uit het nu ter beoordeling voorliggende aangevulde / gewijzigde plan blijkt dat voor de meeste vensters nu consquent draairamen worden voorgesteld. Deuren en deurkozijnen blijven behouden. Op de begane grond worden echter nog steeds draaikiepramen voorgesteld. Dit is niet akkoord. Uitgangspunt is dat overal draairamen worden toegepast, ook op de begane grond. Zodoende ontstaat er een bij het beschermde stadsgezicht passend en eenduidig beeld.

Er is een voorstel ontwikkeld ten aanzien van de kleurstelling. De kleur Itz Wit wordt voorgesteld voor de kozijnen en ramen, en de kleur Nachtblauw voor de deuren en de winkelpui. Op historische foto's valt op dat de deuren en de winkelpui inderdaad donker van kleur waren (wellicht gelakt), terwijl kozijnen en ramen licht van kleur waren. Er lijkt wel enig onderscheid te hebben gezeten tussen het lichtere raamhout en het iets donkerder kozijnhout. Wellicht kan overwogen worden om hier nog uitdrukking aan te geven in het kleurvoorstel. Maar, in het kader van het beschermde stadsgezicht is hetgeen wordt voorgesteld al een sterke verbetering. Het kleurvoorstel is daarom akkoord.

Op detailniveau is het plan overtuigend verder uitgewerkt. De aanzichtprofielen blijven gelijk met de bestaande situatie, en de kozijnen en ramen worden aan de binnenzijde beglaasd zodat glaslatten niet zichtbaar zijn vanuit het beschermde stadsgezicht. Er worden plakroeden voorgesteld, wat in beginsel niet denkbaar is. Plakroeden zijn echter in dit geval bij uitzondering voorstelbaar omdat het hier gaat om de reconstructie van de beeldwaarde, en omdat het hier niet een monument betreft. Een en ander is akkoord, mits er zwarte spacers / afstandhouders in het glas worden toegepast. Bij de vensters met een lichte kleurstelling heeft het sterk de voorkeur om witte spacers / afstandhouders toe te passen. Dit zal leiden tot een overtuigender beeld, maar ook hier is het toepassen van zwarte spacers akkoord.

Concluderend is het plan, mede gezien het advies van het vakteam Erfgoed, akkoord mits (voorwaarden):

- er ook op de begane grond draairamen worden toegepast zodat er binnen beschermde stadsgezicht passend en eenduidig beeld ontstaat

- er in het glas zwarte spacers / afstandhouders worden toegepast. Bij de vensters met een lichte kleurstelling heeft het sterk de voorkeur om witte spacers / afstandhouders toe te passen. Dit zal leiden tot een overtuigender beeld, maar ook hier is het toepassen van zwarte spacers / afstandhouders akkoord.

Positief met voorwaarden

31. Spuiweg 68

  • Omschrijving: het plaatsen van reclame op het raam en een zonnescherm aan de gevel
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: 19e-eeuws stedelijk weefsel
  • Welstandsniveau: Regulier

Advies

De voorgestelde reclame is ondergeschikt aan de omgeving en het gebouw waarop het is aangebracht. De totale oppervlakte van de reclame staat in een goede verhouding tot de schaal en maat van de gevel waarop de reclame is aangebracht. De reclame voldoet aan de welstandscriteria voor reclame. Over het zonnescherm, dat 2 meter uitsteekt en boven de straat hangt, is stedenbouwkundig positief geadviseerd. Gelet hierop, is het zonnescherm eveneens akkoord.

Het plan is akkoord, er wordt positief geadviseerd.

Positief

32. Suze Groeneweg-erf 428

  • Omschrijving: Het plaatsen van een dakkapel aan de achterzijde
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Woonerfwijken
  • Welstandsniveau: Regulier

Niet beoordeeld

33. Van Blanckenburgstraat 54

  • Omschrijving: Het verwijderen van bestaande dakkapel en plaatsen van nieuwe dakkapel
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Tuinwijken
  • Welstandsniveau: Regulier

Niet beoordeeld

34. Vissersdijk Beneden 60

  • Omschrijving: het plaatsen van reclame ten behoeve van het laadstation
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Industriegebieden en bedrijfsterreinen
  • Welstandsniveau: Regulier

Advies

Het plan betreft reclame-uitingen ten behoeve van het laadstation dat is gesitueerd op het terrein van de bouwmarkt. De reclame-uitingen zijn in strijd met het welstandscriterium dat op of aan een gebouw of op een particulier terrein alleen reclamedragers mogen worden geplaatst die een directe functionele relatie hebben met de handelsactiviteit in het gebouw of op het particuliere terrein. Dit houdt in dat alleen de naam van het bedrijf en/of het daar geproduceerde en/of verkochte hoofdproduct mag worden getoond, en bijvoorbeeld niet de naam van toeleveranciers of onderdelen van dat hoofdproduct. Op het plan wordt negatief geadviseerd.

Als oplossingsrichting wordt meegegeven dat een informatiebord van bescheiden afmetingen, mits dit geen reclame betreft en mits dit niet is gericht op de openbare weg, hier wellicht denkbaar is.

Negatief (met oplossingsrichting)

Kleine commissie | Verslag 23 juni 2025

  • Aanvang: 9.15 u. – 12.30 u.
  • Locatie: Stadskantoor, vergaderkamer 5
  • Aanwezig: Dhr. J. Baijense, mevr. A. Riel, dhr. D. Smit (secretaris)

1. Couperusstraat 19

  • Omschrijving: het vergroten van de woning over 2 verdiepingen aan de achterzijde van de woning
  • Architect: Buro Rotter
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Wederopbouw – Stratenwijken
  • Welstandsniveau: Regulier

De architect heeft de vergadering bijgewoond en licht (de achtergrond van) het plan toe. Voorgesteld wordt om de bestaande woning te verlengen met een twee- en eenlaags 'houten' volume. De gevels van de bestaande woning zullen wit worden geverfd. In het ontwerp van de uitbreiding is ervoor gekozen om niet voort te bouwen op de bestaande architectuur. Tussen de 'houten' uitbreiding en de oorspronkelijke woning komt een overgangselement dat in zink wordt uitgevoerd en dat zal functioneren als hemelwaterafvoer. Tussen de woning en de straat komt groen. De serre aan de achterkant wordt 'ingepakt' door middel van een eenlaagse voortzetting van de uitbreiding. De gevelvlakken van de eenlaagse en de tweelaagse uitbreiding zullen 10 cm ten opzichte van elkaar verspringen, omdat de volumes anders teveel aan elkaar smelten. Als gevel- en dakmateriaal wordt een composiet voorgesteld met houtprint.

Advies commissie

Het doorzetten van de doorsnede van de bestaande woning in een nieuw houten volume is een mooi ontwerpconcept, en het ontwerp van de woninguitbreiding is van hoge kwaliteit. Op hoofdlijnen is de commissie positief over het plan.

Het is echter jammer dat er nu wordt voorgesteld om de uitbreiding te materialiseren in een composiet met houtprint. De commissie heeft twijfels over de esthetische duurzaamheid van dit materiaal. De toepassing van dit materiaal doet afbreuk aan de ontwerpintenties, en dit doet het project tekort. Goed voorstelbaar (oplossingsrichting) is een uitvoering in verduurzaamd hout. Er zijn verduurzaamde houtsoorten die ca. 25 jaar meegaan.

De gevelrand wordt voorgesteld in een ander materiaal dan de gevel en het dakvlak. Het is binnen het ontwerpconcept helderder om de voorkant en de onderkant van de dakrand ook in hout uit te voeren, met dezelfde plankbreedte als de gevel en het dak. Hierdoor zal het ontwerp aan zeggingskracht winnen. De kleur van de kozijnen van het nieuwe deel kan een andere kleur zijn dan de bestaande woning. Een driehoekig raam zal lastig te onderhouden zijn; goed om hier rekening mee te houden. Ten aanzien van het schilderen van de bestaande woning vraagt de commissie om aandacht te besteden de keuze van het verfsysteem, en om dit goed te specificeren. Dit moet een daarvoor geschikte minerale verf zijn (geen latex). Kies daarnaast voor een goede kleur, en maak het wit niet te wit.

De commissie houdt het plan aan.

Aanhouden.

2. Salvia 4

Omschrijving: nieuwbouw twee-onder-een-kap woningen

Architect: Stijl architectuur

  • Voorwaarde Omgevingsvergunning, 1e behandeling (beoordeling bemonstering)
  • Gebiedstype: Wederopbouw – stratenwijken
  • Welstandsniveau: Regulier

Een architect van het bureau toont de toe te passen baksteen en de toe te passen metalen gevelbeplating. De metalen gevelbekleding met houtlook zal een mooie hoekoplossing krijgen.

Advies commissie

De commissie heeft op 24 juni 2024 positief geadviseerd over het plan, met als voorwaarde dat de bemonstering van het kleur- en materiaalgebruik nog ter beoordeling aan de commissie wordt voorgelegd. De commissie had ten aanzien van het kleur- en materiaalgebruik meegegeven dat er geen sprake zou moeten zijn van te grote contrasten, en dat het geheel niet te donker en te somber zou moeten ogen.

Met het ter beoordeling voorleggen van het kleur- en materiaalgebruik is aan deze voorwaarde voldaan. De getoonde steen is akkoord, mits er een lichtere voeg dan antraciet wordt toegepast. De commissie stelt vast dat op de geveltekeningen houten gevelbekleding wordt aangegeven (Cape Cod), terwijl er in de details een metalen gevelbekleding is getekend. Bij voorkeur wordt de gevel uitgevoerd in houten gevelbekleding (Cape Cod) zoals op de geveltekeningen is aangegeven. De geprofileerde aluminium gevelbekleding zoals getoond is daarnaast ook denkbaar, mits uitgevoerd in een passende kleur en zonder houtnerfmotief.

Geprofileerde aluminium gevelbekleding met houtnerfmotief roept twijfels op bij de commissie wat betreft de esthetische duurzaamheid (of, en zo ja hoe, er bij dit product sprake is van veroudering).

Positief (voldaan aan voorwaarde)

3. Matena'spad 77 BS (DR)

  • Omschrijving: verbouwing
  • Architect: Stijl architectuur
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: 19e-eeuws stedelijk weefsel
  • Welstandsniveau: Intensief

Een erfgoedadviseur licht het plan toe. De voorgestelde wijzing van de voorgevel tast het uiterlijk niet aan, en is denkbaar. Wel merkt het vakteam op dat op tekening wordt aangegeven dat de tussenruimte die ontstaat bij enkele raamopeningen, gebruikt zal worden als vitrine/ruimte voor reclame. Het aanbrengen van een reclame-uiting is vergunningplichtig, maar maakt geen onderdeel uit van deze aanvraag en is daarom niet beoordeeld.

Materialisering en kleur van de voorgestelde wijziging van de achter- en rechterzijgevel is als bestaand. Ter hoogte van de eerste verdieping wordt een deuropening dichtgezet met dezelfde baksteen als bestaand. Het vakteam adviseert om dit metselwerk iets terugliggend uit te voeren (voorwaarde). Concluderend adviseert het vakteam Erfgoed onder een voorwaarde positief over het plan.

De architect licht het plan toe. In hoofdzaak betreft het een interne verbouwing. Aan de buitenkant wordt er een trap toegevoegd. Er is contact geweest met de oorspronkelijk architect, dhr. De Kock. Het pand was aanvankelijk bedoeld als schoolwoningen; een school die later op een relatief eenvoudige manier tot woningen zou kunnen worden verbouwd. De in dit kader gemaakte trapsparingen blijven behouden en worden nu slechts dichtgezet. Ook de kozijnen blijven overwegend behouden, en worden in enkele gevallen vanwege de gewijzigde indeling aan de binnenzijde dichtgezet. Het kozijn kan dan bijvoorbeeld dienen als een etalage (shadowbox). Op één plek wordt de gevelopening dichtgemetseld. Ter plaatse van de begane grond komt een uitbreiding in hetzelfde materiaal als de bestaande gevel.

Advies commissie

Het plan is op hoofdlijnen akkoord. Op één punt overtuigt het plan nog niet: de wijze waarop de vensters worden dichtgezet. De commissie vraagt om dit op een zo consequent (overal in het plan op dezelfde wijze), reversibel (later makkelijk weer aan te passen) en goed bereikbaar mogelijke manier te doen. Gevelopeningen hierbij niet dichtmetselen, maar de desbetreffende kozijnen behouden en aan de binnenzijde dichtzetten. Goed denkbaar is bijvoorbeeld een oplossing die functioneert als luik / uitneembaar paneel. De commissie vraagt om het plan hierop aan te passen. Een hierop aangepast plan kan ambtelijk worden beoordeeld.

De commissie merkt tenslotte op dat reclame geen onderdeel uitmaakt van deze aanvraag, en daarom niet is beoordeeld.

Aanhouden

4. Sint Jacobsplein 71-80 BS (DR)

  • Omschrijving: het vervangen van kozijnen
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Historische binnenstad
  • Welstandsniveau: Intensief

Een erfgoedadviseur licht toe dat het plan het vervangen van kozijnen betreft, van een in beschermd stadsgezicht gelegen complex. Voorgesteld wordt om de bestaande houten kozijnen te vervangen door kunststofkozijnen met een verdiept profiel.

Binnen beschermd stadsgezicht is het gebruik van kunststof kozijnen, op grond van de hier geldende welstandscriteria, niet akkoord. Echter, het betreft hier een relatief nieuw appartementencomplex dat niet in een historische omgeving/ context is gesitueerd. Wat betreft het vakteam zou het plaatsen van kunststof kozijn in deze specifieke situatie onder voorwaarden voorstelbaar kunnen zijn, wanneer:

- de uiterlijke maatvoering en indeling overeen moet komen met het oorspronkelijke (gemaatvoerde detailtekeningen bestaande en nieuwe situatie);

- het uiterlijk van de hoekverbindingen wordt uitgevoerd als bestaand (productinformatie);

- de ventilatie toevoer voorziening, welke nu in het glasvlak is gerealiseerd, dusdanig wordt aangebracht dat deze uit het zicht wordt onttrokken.

Advies commissie

Het in beschermd stadsgezicht toepassen van kunststof kozijnen is in strijd met de hier geldende welstandscriteria, en is in beginsel daarom niet akkoord. Echter, de openbare ruimte van waaruit de kozijnen zichtbaar zullen zijn is een niet heel prominente / zichtbare plek in de binnenstad (een uitzondering binnen beschermd stadsgezicht), deze openbare ruimte is nagenoeg geheel omringd door nieuwbouw en het betreft een relatief nieuw complex. Gezien deze specifieke omstandigheden kan de commissie bij uitzondering akkoord gaan met het vervangen van houten kozijnen door kunststof kozijnen, mits:

-er kozijnen met een blokprofiel wordt toegepast

-de kozijnen haakse verbindingen krijgen (geen verstek in de hoek)

-het kozijnen betreft met een lage glansgraad (niet glimmend)

-ventilatieroosters verborgen (niet zichtbaar) zijn gedetailleerd

-de uiterlijke maatvoering en indeling overeenkomt met de oorspronkelijke situatie (gemaatvoerde (detail)tekeningen van de bestaande en de nieuwe situatie)

Een hierop aangepast / aangevuld plan kan ambtelijk worden beoordeeld. Tenslotte vraagt de commissie aandacht voor het op de voorgestelde wijze vervangen van de kozijnen. Kozijnen hebben soms een dragende functie. De commissie vraagt aandacht voor het goed nagaan van de gevolgen van het plan voor de constructieve integriteit.

Aanhouden

5. Voorstraat 453 RM (DR)

  • Omschrijving: Uitgraven van een kelder en het vervangen van een gekraakte begane grondvloer Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Historische binnenstad
  • Welstandsniveau: Intensief

Een erfgoedadviseur licht toe dat de commissie in 2022 een plan heeft beoordeeld voor dit pand, als onderdeel van een aanvraag voor het renoveren, splitsen en herinrichten van 3 monumenten. Deze werkzaamheden zijn nog in uitvoering. Tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden zijn gebreken geconstateerd aan de begane grondvloer van nummer 453. Het nu voorliggende plan betreft het vervangen van de gekraakte begane grondvloer en het uitgraven van een aanwezige kelder van nummer 453.

Het plan is nog niet definitief, omdat nog niet duidelijk is wat er zich onder de vloer bevindt. Er is, via een aan de voorzijde van het pand gemaakt inspectiegat, geconstateerd dat er onder de granitovloer (die aan de bovenzijde is afgewerkt met linoleum met daaronder een laag stampbeton) een zandlaag aanwezig is. Deze zandlaag is dusdanig verzakt/ingeklonken, dat de vloer hierdoor niet meer wordt ondersteund. Als gevolg hiervan hangt de vloer ernstig door, en is deze plaatselijk gebroken. Op ongeveer 1,60 meter onder de nu aanwezige vloer is een tegelvloer aangetroffen van een oude kelder.

Er wordt nu als eerste toestemming gevraagd om de doorhangende vloer in zijn geheel te verwijderen, om vervolgens de ruimte hieronder te ontgraven en zo de kelder zichtbaar te maken. Wanneer duidelijk in kaart kan worden gebracht wat er onder de huidige vloer aanwezig is, zal het plan verder definitief gemaakt worden. De verwachting is dat de kelder gelijk zal zijn aan de kelder van het naastliggende pand (nr. 457), waar deze op eenzelfde wijze is teruggebracht. Wanneer duidelijk is wat de afmetingen zijn van de oorspronkelijke kelder, zal een definitief plan voor de indeling en de opbouw van begane grondvloer opgesteld worden.

Voorgesteld wordt om de nieuwe begane grondvloer uit te voeren als combinatievloer. De nu aangeleverde informatie betreft enkel algemene productinformatie omdat nog niet duidelijk is hoe de onderliggende situatie, na het verwijderen van zand, in de praktijk zal zijn.

De definitieve (gemaatvoerde) (detail)tekeningen van de nieuwe vloer hadden wellicht al ter beoordeling aangeleverd kunnen worden, omdat deze verder zonder ondersteuning aangebracht kan worden. De exacte locatie van de trap naar de kelder kan later definitief vastgesteld worden wanneer duidelijk is wat de situatie onder de huidige vloer nu is.

Voor het aanbrengen van deze voorgestelde vloer zullen, zoals ook bij een houten vloer het geval zou zijn, diverse inkassingen voor de oplegging van de lateibalken gemaakt moeten worden. Maatvoering/tekenwerk hiervan ontbreekt nog.

Het is voorstelbaar dat de begane grondvloer in deze situatie in zijn geheel verwijderd zal moeten worden. De vloer hangt fors door en is reeds gebroken omdat deze onvoldoende wordt ondersteund. Op deze vloer zijn verder geen binnenwanden aanwezig. Wel ondersteunt deze vloer de verdiepingstrap, die een indifferente monumentenwaarde heeft.

Concluderend is het plan, mede gezien de conditie van de begane grondvloer, wat betreft het vakteam Erfgoed voorstelbaar. Wel moet er nog een definitief plan met de benodigde gemaatvoerde (detail)tekeningen voor de nieuwe begane grondvloer ter beoordeling worden voorgelegd. Het vakteam geeft aan dat dit verder los staat van de situatie die onder de bestaande begane grondvloer aangetroffen zal worden.

De eventuele wijziging/verplaatsing voor een trap naar de kelder kan later vastgesteld worden.

Verder moet goed worden aangegeven dat deze aanvraag enkel het ontgraven van de vermoedelijke kelder betreft, en het vernieuwen van de begane grondvloer. Verdere werkzaamheden aan en/of in de vermoedelijke kelder zal apart moeten worden bekeken en beoordeeld. Tevens mag er, vanuit het behoud van archeologisch waarden, in eerste instantie niet verder worden ontgraven dan de oorspronkelijke vloertegels van de kelder.

Advies commissie

De concrete nu voorliggende vraag is of de bestaande begane grondvloer mag worden verwijderen en of eronder mag worden afgegraven. De huidige vloer lijkt niet meer te kunnen worden hersteld. De commissie is daarom akkoord met het verwijderen van de huidige begane grondvloer, zodat er onderzoek naar de kelder kan worden gedaan en er ontgraven kan worden.

De voorgestelde nieuwe vloer is niet akkoord. Een broodjesvloer is geen geëigende oplossing voor het hier maken van een nieuwe vloer. Het tekenwerk moet aangevuld / verbeterd worden. De commissie merkt daarnaast op dat er oorspronkelijk een split level aanwezig was. De commissie houdt het plan aan.

Aanhouden (akkoord op verwijderen vloer en ontgraven)

6. Kuipershaven 3 GM (DR)

  • Omschrijving: het isoleren van wanden en plafond in keuken en vernieuwen raamkozijn
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Historische binnenstad
  • Welstandsniveau: Intensief

Een erfgoedadviseur licht toe dat het plan het renoveren van de keuken en vervangen van een raamkozijn betreft. De werkzaamheden zijn grotendeels uitgevoerd.

In de keukenruimte, ter hoogte van de verdieping in de achteraanbouw, worden tegen de buitengevels geïsoleerde achterzetwanden geplaatst, en zal het plafond geïsoleerd worden.

Het raam en kozijn nabij de keuken, in de zijgevel van de aanbouw, is reeds vervangen door een kunststof venster met een draaikiepraam, dubbele beglazing, een ventilatierooster in het glasvlak en een dichtpaneel aan de onderzijde.

Het isoleren en aanbrengen van achterzetwanden tegen het buitenmuurwerk is voorstelbaar. Op de detailtekeningen wordt ook goed aangegeven dat rekening wordt gehouden met het voorkomen van een eventueel damppunt in de isolatielaag.

Het kunststof raamkozijn is niet passend is bij een monument en tast de monumentwaarden aan. Het past eveneens niet bij de kwaliteit van het beschermde stadsgezicht en het historische stadsbeeld, en het toepassen van een draaikiepraam en zichtbare ventilatievoorziening is niet akkoord. Uit aangeleverde foto’s blijkt dat de ramen en het kozijn waren uitgevoerd in hout, met twee naar buiten draaiende ramen. Niet duidelijk is hoe de oorspronkelijke situatie was aan de boven- en onderzijde van dit raamkozijn. Dit dient nader aangetoond te worden.

Concluderend is het aanbrengen van isolatie en achterzetwanden nabij de keuken wat betreft het vakteam Erfgoed voorstelbaar. Het toepassen van een kunststof raamkozijn met draaikiepraam en een ventilatievoorziening in het glasvlak is niet akkoord. Het vervangen van het raamkozijn door een raamkozijn conform de oorspronkelijke uitvoering (detaillering en materialisering) is voorstelbaar. Ten behoeve van verduurzaming zouden de nieuwe houten ramen kunnen worden voorzien van bijvoorbeeld een vacuümbeglazing

De aanvrager heeft de vergadering bijgewoond en geeft aan er niet van op de hoogte te zijn dat het pand een gemeentelijk monument is. De keuze voor het hier maken van een kunststof kozijn heeft deels te maken met de beperkte bereikbaarheid van het kozijn. Daarnaast is het bij een houten kozijn noodzakelijk om de gevel onder het kozijn op te metselen, bij een kunststof kozijn niet.

Advies commissie

De commissie onderschrijft het advies van het vakteam Erfgoed. De voorgestelde na-isolatie is akkoord, evenals als de voorgestelde gewijzigde keuken.

Niet akkoord is het vervangen van het houten kozijn door een kunststof kozijn. Bij monumenten is plaatsen van kunststof kozijnen niet passend en dit is daarom niet denkbaar. Eveneens niet denkbaar is een uitvoering van het kozijn met draaikiepraam en met zichtbare ventilatieroosters. Gezien de aantasting van monumentale waarden die een en ander tot gevolg heeft, is dit niet akkoord.

Het vervangen van het kozijn door een houten kozijn conform de oorspronkelijke situatie is denkbaar (oplossingsrichting). De commissie vraagt om in overleg met het vakteam Erfgoed te zoeken naar een oplossing. Opmetselen onder een kozijn is ook bij een houten kozijn niet noodzakelijk.

Negatief (kunststof kozijn), deels positief (na-isolatie en keuken)

7. Groenmarkt 78 RM (DR)

  • Omschrijving: uitvoeren van vergunningplichtige onderhoudswerkzaamheden
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Historische binnenstad
  • Welstandsniveau: Intensief

Een erfgoedadviseur licht toe dat het plan het uitvoeren van vergunningplichtige onderhoudswerkzaamheden betreft: het geheel vernieuwen van het voegwerk en gevellood van de aangegeven schoorstenen, het geheel vernieuwen van het gevellood boven het platte dak nabij de voorgevel en het uitvoeren van het schilderwerk in de achtergevel waar een kleuromslag zal plaatsvinden. Plaatselijk herstel, waarbij materiaal en detaillering ongewijzigd zullen blijven, kan vergunningsvrij worden uitgevoerd (o.a. panbedekking nalopen, nokvorsten aansabelen, plaatselijk herstel houtwerk e.d.). De werkzaamheden aan het voegwerk en het gevellood zijn reeds grotendeels uitgevoerd. De kwaliteit van het oude gevellood is niet te beoordelen omdat dit niet meer aanwezig is. Het nieuwe gevellood wordt volgens de aangeleverde beschrijving uitgevoerd in 18 ponds bladlood.

Deze werkzaamheden zijn wat betreft het vakteam Erfgoed voorstelbaar. Wel wordt opgemerkt dat de wijze waarop het gevellood en de loketten worden aangebracht niet in de werkomschrijving wordt aangegeven. Het gevellood dient, in verband met krimp en rek bij temperatuurverschillen, verwerkt te worden in stroken van maximaal één meter lengte met onderlinge overlapping van minimaal 8 cm en van de weerzijde af overlappend. Tevens dient het bladlood voldoende diep (minimaal 3cm diep in de voeg) aangebracht te worden. Het reeds aangebrachte gevellood aan de achterzijde van de topgevel, boven het platte dak, voldoet niet aan deze criteria en dient dan ook opnieuw aangebracht te worden.

Het gehele voegwerk van enkele schoorstenen, nabij het platte dak gedeelte bij de voorgevel, is geheel verwijderd. In de werkomschrijving is aangegeven dat het voegwerk op enkele plaatsen plaatselijk hersteld zal worden en dat de samenstelling van dit nieuwe voegwerk bestaat uit schelpenkalk, voegmortel en een deel zand. Bij plaatselijk herstel moet het slechte voegwerk voldoende diep uitgehakt worden. De samenstelling van dit nieuwe voegwerk dient aangepast op de kleur en samenstelling van het oorspronkelijke metsel- en voegwerk en op de hardheid van de bakstenen. Om te bepalen of het nieuwe voegwerk het oorspronkelijke voegwerk zo goed mogelijk zal benaderen, moeten er eerst enkele proefmonsters worden geplaatst om deze goed op kleur te kunnen beoordelen. Het nieuwe voegwerk van de schoorstenen dient in dezelfde kleur uitgevoerd te worden als het overige voegwerk van het pand. Het reinigen van het muurwerk, door middel van enkel stoom wat het muurwerk verder niet zal aantasten, is wat betreft het vakteam

Wat betreft de kleuromslag is de volgende kleurstelling in Dordtse kleuren wat betreft het vakteam voorstelbaar:

  • Achtergevel: ramen - Wantij, kozijnen - Gele oker, windveer en dekker (plank) – Gele oker, hekwerk : Metaal of Reusgroen of Ruttengroen
  • Voorgevel: kozijnen: Bentheimer , ramen: conform bestaand

Concluderend wordt er vanuit het vakteam Erfgoed positief geadviseerd op het plan, mits:

-het bladlood op de juiste wijze wordt aangebracht

-de kleur/hardheid van het nieuwe voegwerk (na het aanbrengen en het vooraf ter beoordeling voorleggen van enkele proefmonsters) wordt afgestemd met het vakteam Erfgoed.

Advies commissie

De commissie is positief over het feit dat uit het plan blijkt dat het pand goed onderhouden wordt. De voorgestelde kleuromslag is positief, en is akkoord. De commissie onderschrijft het advies van het vakteam Erfgoed. Het plan is akkoord, mits (voorwaarden):

-het bladlood op de juiste wijze wordt aangebracht

-de kleur/hardheid van het nieuwe voegwerk (na het aanbrengen en het vooraf ter beoordeling voorleggen van enkele proefmonsters) wordt afgestemd met het vakteam Erfgoed. Van belang bij de keuze van de voegmortel is dat deze zachter moet zijn dan de steen.

De invulling van deze voorwaarden kan door het vakteam Erfgoed worden beoordeeld.

Positief met voorwaarden

8. Stationsplein 1 t/m 4 RM (SH) (Markettenweg)

  • Omschrijving: Vervangen kabelgoten perronoverkappingen Station Dordrecht
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: 19e-eeuws stedelijk weefsel
  • Welstandsniveau: Intensief

Een erfgoedadviseur licht toe dat het plan het vervangen van de kabelgoten betreft bij de perronoverkapping en de perronluifel van Station Dordrecht. De bestaande kabelgoten en kabelkokers bestaan uit verschillende typen van (in de loop van de tijd) verrommelde kabelgoten en kokers in staal en/of een witte kleurstelling. Vanwege de nu te beperkte omvang, en het jarenlang maken van provisorische aanpassingen, worden deze kabelgoten vervangen door nieuwe exemplaren. Zodoende kan er weer een verzorgd beeld wordt gerealiseerd, en kan er op een verantwoorde wijze verticaal transport van kabels plaatsvinden.

Op tekening is zichtbaar dat de nieuwe kabelgoten fors breder worden dan de bestaande kabelbanen en kabelkokers. Een belangrijk verschil is echter dat de nieuwe kabelgoten in de kleur van het dakbeschot of de dakconstructie worden gespoten. Hierdoor zullen de nieuwe kabelgoten in het beeld minder dominant aanwezig zijn. Door gebruik te maken van de aanwezige bevestigingspunten vindt er geen fysieke aantasting plaats van het monument.

Weliswaar is het jammer dat de kabelgoten een stuk zwaarder worden uitgevoerd dan de bestaande situatie, maar het beter verzorgde beeld dat dit oplevert, in een passende kleurstelling, is daarentegen positief. De overmaat van de nieuwe kabelgoten zorgt ervoor dat eventuele nieuwe of aangepaste installaties zouden kunnen worden ingepast, zonder dat dit onmiddellijk zou leiden tot een verrommeling van het beeld zoals nu het geval is. Het vakteam adviseert positief over het plan.

Advies commissie

De commissie onderschrijft het advies van het vakteam Erfgoed. Het vervangen van de kabelgoten tast de monumentale waarden niet aan. Het plan leidt tot een verbetering van het beeld ten opzichte van de bestaande situatie, en vanwege de overmaat in de nieuwe kabelgoot zal er ook in de toekomst geen sprake zijn van een verrommeld beeld. De commissie adviseert positief.

Positief

9. Grote Appelsteiger 2 GM (SH)

  • Omschrijving: Herziening vergunning t.a.v. interne renovatie
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Historische binnenstad
  • Welstandsniveau: Intensief

Een erfgoedadviseur licht toe dat de commissie In 2024 positief heeft geadviseerd over het plan voor het splitsen, renoveren en restaureren van de panden aan de Voorstraat 243 – 247 en Grote Appelsteiger 2 – 4. Grote Appelsteiger 2 is verkocht, en de restauratie en renovatie van dit pand is ondertussen al vergevorderd.

In het algemeen kan worden gesteld dat de werkzaamheden met zorg en aandacht worden uitgevoerd. Er is regelmatig contact met het vakteam, en planwijzigingen worden netjes besproken en toegelicht. In het kader van een aantal planwijzigingen wordt nu een complete herzieningsvergunning aangevraagd zodat – vooral op detailniveau – zaken anders uitgevoerd kunnen worden dan in de vergunning voor de panden aan de Voorstraat 243 – 247 en Grote Appelsteiger 2 – 4 is vastgelegd.

Door de eigenaar is in overleg met het vakteam besloten om uit te gaan van een volledig capillair actief isolatiesysteem met Isovlas. Op deze wijze is het behoud van zowel de kapconstructie als de vloeren met moer- en kinderbinten beter gegarandeerd. Dit is van toepassing op het detail van de gootaansluiting met getimmerde goot en verholen goot.

Bij de verholen goot is in overleg met het vakteam besloten om hier EPDM toe te passen in plaats van het eerder vergunde zink. Hoewel zink altijd de voorkeur heeft, was dit op deze locatie technisch vrijwel niet uitvoerbaar. De goot heeft hier een beloopbare breedte van niet meer dan 100 millimeter die op enkele punten verder versmalt en wijkt. Daarnaast is deze goot vrijwel niet toegankelijk zonder steigerwerk, wat het inspecteren en onderhouden bemoeilijkt. Het verhogen van de goot kon door de aansluitende daken helaas niet. Het vakteam kan zich in deze uitzonderlijke situatie vinden in de toepassing van EPDM. Het risico op schade van de middeleeuwse kap en de moeilijke uitvoerbaarheid van een zinken goot maken dat dit in deze situatie te verantwoorden is.

Het pand kent verder een wat merkwaardige patio tussen twee bouwdelen in op de eerste verdieping, overdekt door het dakterras. In de eerder afgegeven vergunning was hier geen detailtekening voor aangeleverd. Voorgesteld wordt deze overeenkomend met de vergunningstekeningen van boven te isoleren met een PIR-isolatieplaat en bitumen. Dit komt overeen met de uitgangspunten van het verdere project en is voor het vakteam geen bezwaar.

Bij de vloerconstructie van de eerste verdiepingsvloer wordt – in tegenstelling tot de vergunning – een zwevende dekvloer voorgesteld, zodat de moerbinten- met kinderbinten aan de onderzijde in het zicht kunnen blijven en geen (brandwerend) plafond noodzakelijk is. De zwevende dekvloer resulteert niet in problemen met aansluitingen van vensteropeningen en/of zijn oplosbaar omdat het nieuwe invullingen betreffen. Dat de balklaag in het zicht gehouden wordt is voor het monument positief. Zodoende adviseert het vakteam hierop ook positief. Bij de vloerconstructie van de tweede verdiepingsvloer blijft de vloerconstructie eveneens gehandhaafd en aan de onderzijde in het zicht.

Op plattegrondniveau kent het plan enkele kleine wijzigingen die niet bezwaarlijk zijn voor het monument. Bijvoorbeeld het vervangen van de indifferente binnendeur in de indifferente binnenmuur voor een dubbele taatsdeur. Datzelfde geldt bijvoorbeeld voor het iets vergroten van de badkamer.

Concluderend adviseert het vakteam positief over het plan, en is het vakteam blij met de communicatie en de kwaliteit van uitvoering.

Advies commissie

De commissie onderschrijft het advies van het vakteam Erfgoed. De voorgestelde wijzigingen ten aanzien van het pand Grote Appelsteiger 2, ten opzichte van de verleende vergunning voor het splitsen, renoveren en restaureren van de panden aan de Voorstraat 243 – 247 en Grote Appelsteiger 2 – 4, zijn akkoord. De commissie adviseert positief.

Het ter plaatse van de verholen goot toepassen van EPDM n plaats zink is in beginsel niet denkbaar. Echter, dat het maken van een zinken goot op deze locatie en in deze situatie technisch vrijwel niet uitvoerbaar is, is wat betreft de commissie voldoende aannemelijk gemaakt. Bij uitzondering is het in deze uitzonderlijke situatie daarom akkoord om EPDM toe te passen. Het risico op schade aan de middeleeuwse kap en de moeilijke uitvoerbaarheid van een zinken goot maken dat dit in deze situatie te verantwoorden is, gelet op het belang van het behoud van monumentale waarden.

Positief

10. Arentsburg 63

  • Omschrijving: Het realiseren van een uitbouw van het dak
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 2e behandeling
  • Gebiedstype: Woonerfwijken
  • Welstandsniveau: Regulier

Advies

Voorgesteld wordt het schuine dakvlak aan de voorzijde door middel van een dakopbouw recht te trekken. Dakopbouwen met een vergelijkbare massa en opzet zijn eerder bij dit type woning (zelfde architectuur) in deze buurt gerealiseerd, zoals bijv. nr. 62 (advies in verslag d.d. 08-11-2021). Op hoofdlijnen is het plan denkbaar.

Kenmerkend voor de bestaande architectuur is de hoofdopzet met gemetselde schijven, met daartussen bandramen en gevelbetimmering. Door een bandraam toe te passen sluit het plan goed aan bij de karakteristieken van de bestaande architectuur. Het plan is akkoord, er wordt positief geadviseerd.

Positief

11. Assumburg 91

  • Omschrijving: het realiseren van een dakopbouw
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Woonerfwijken
  • Welstandsniveau: Regulier

Advies

Vergelijkbare dakopbouwen zijn eerder gerealiseerd bij woningen met deze architectuur in deze buurt.

Het gevelontwerp heeft een logische relatie met de onderliggende gevel, en het kleur- en materiaalgebruik is afgestemd op de bestaande architectuur. Het plan is akkoord. Het kenmerkende gootdetail wordt in de dakopbouw overgenomen; dat is positief. Als aanbeveling wordt meegegeven om afstand te houden tot het gootdetail (linker- en rechter bovenhoek kozijn op dezelfde afstand van het gootdetail als in de bestaande gevel).

Positief met aanbeveling

12. Balsa 31

  • Omschrijving: Het realiseren van een opbouw op de huidige garage
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Woonwijken na 1990
  • Welstandsniveau: Regulier

Advies

Het realiseren van de een dakopbouw op de bestaande garage is voorstelbaar. De dakopbouw voldoet aan de criteria voor dakopbouwen. Een voorwaarde is dat de dakopbouw en garage een eenheid vormen in materialisatie en kleurgebruik. Daarnaast mogen er geen ramen zitten in de gevel grenzend met de buren.

Positief met voorwaarde

13. Hendrik Triplaan Noord 1

  • Omschrijving: Het plaatsen van een dakkapel aan de linker zijkant van een hoekwoning
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Stedelijke groengebieden
  • Welstandsniveau: Regulier

Niet beoordeeld

14. Kasperspad 34 BS (DR)

Omschrijving: Het plaatsen van zonnepanelen

Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling

  • Gebiedstype: 19-eeuws stedelijk weefsel
  • Welstandsniveau: Intensief

Advies

Het voorliggende plan betreft het plaatsen van 11 zonnepanelen op het voordakvlak van de woning aan de Kasperspad 34 te Dordrecht, welke gelegen is in het beschermd stadsgezicht. In de nu geldende welstandsnota staat aangegeven dat zonnepanelen niet op een dakvlak mogen worden

aangebracht dat gericht is op of goed zichtbaar is vanuit de (semi-)openbare ruimte. De voorkeur gaat uit naar plaatsing van de voorziening op het achter- of zijdakvlak als deze zijde en de aan te

brengen voorzieningen niet te goed zichtbaar zijn vanaf de weg of het openbaar groen/water.

Vooruitlopend op de geplande verruiming van het welstandsbeleid zou het op deze locatie wel mogelijk zijn om zonnepanelen op het voordakvlak te plaatsen.

Vooruitlopend op deze geplande verruiming, is het plaatsen van zonnepanelen op het voordakvlak in deze situatie voorstelbaar zou zijn. Wel dienen de panelen op voldoende afstand van de dakranden geplaats te worden zoals in de welstandsnota staat aangegeven (voorwaarden):

• Tussen de nok en de bovenrand van de voorziening dient minimaal één pan te resteren.

• Tussen de goot en de onderrand van de voorziening dient minimaal één pan te resteren.

• Tussen dakkapel of schoorsteen en de randen van de voorziening dient minimaal één pan te

resteren.

• De voorziening mag niet ten koste gaan van de karakteristiek van de kapvorm.

De panelen dienen zoveel mogelijk als één gesloten vlak aangebracht moeten worden. Als suggestie wordt meegegeven dat de kleur van de zonnepanelen afgestemd zou kunnen worden op de kleur van

de dakpannen.

Positief met voorwaarden

15. Kinkelenburg 244

  • Omschrijving: Het plaatsen van een dakkapel
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Woonerfwijken
  • Welstandsniveau: Regulier

Advies

De dakkapel wordt als eerste geplaatst op dit blok en is hiermee trendsetter. De aanvraag voor deze dakkapel voldoet aan de criteria en is akkoord.

Positief

16. Noordendijk 380

Omschrijving: het realiseren van een herontwikkeling van het bestaande pand naar een zorginstelling

  • Architect: DAR Architect
  • Aanvraag omgevingsvergunning (wijz. verleende vergunning), 2e behandeling
  • Gebiedstype: Wederopbouw - Stempelwijken
  • Welstandsniveau: Regulier

Advies

Op 31 maart 2025 heeft de commissie het plan beoordeeld. De commissie gaf aan op hoofdlijnen akkoord te zijn met de voorgestelde wijzigingen. De commissie waardeerde dat de wijzingen goed inzichtelijk zijn gemaakt op het tekenwerk. Ook op de nu ter beoordeling voorgelegde stukken zijn de wijzigingen goed inzichtelijk gemaakt.

Op 31 maart 2025 gaf de commissie aan niet akkoord te zijn met het (ten opzichte van de hoofdbebouwing) afwijkende gevelmateriaal van de aanbouw. De aanbouw huisvest niet een bijzonder programma, wat een dergelijk (ten opzichte van de hoofdbebouwing) afwijkend gevelmateriaal zou kunnen rechtvaardigen, maar een woonstudio. De commissie gaf aan dat het denkbaar is om deze woonstudio in hetzelfde materiaal uit te voeren als het hoofdgebouw, met als overgang van het hoofdgebouw naar de aanbouw een kleine verkenning die uitdrukt dat de aanbouw een uitzondering vormt op de hoofdmassa. Ook vroeg de commissie om te onderzoeken of de oriëntatie van deze woonstudio zou kunnen worden gedraaid. De gevelopeningen bieden nu uitzicht op de parkeerplaats, maar bij een gedraaide oriëntatie kan uitzicht op groen worden geboden. Tenslotte benoemde de commissie het op de aanbouw maken van een groendak als een kans. Dit zowel als een natuurinclusieve maatregel, als gelet op de verbetering van het uitzicht van de bewoners die zic

Hierop is het plan aangepast. De aanbouw heeft nu hetzelfde gevelmateriaal gekregen als het hoofdgebouw, en de aanbouw sluit op een zorgvuldige manier aan op het hoofdgebouw. Op de aanbouw wordt een groendak gemaakt. De gevelopening in de voorgevel ter plaatse van het souterrain is gewijzigd en lijnt uit met de daarboven gelegen gevelopeningen.

Onderzocht is of de oriëntatie van de woonstudio in de aanbouw zou kunnen worden gedraaid. Gebleken is dat een draaiing van de oriëntatie van de woonstudio niet het hiermee door de commissie beoogde uitzicht op groen zou opleveren. Het plan is daarom op dit punt niet gewijzigd.

Concluderend is met de gemaakte aanpassingen een goede invulling gegeven aan de door de commissie gemaakte opmerkingen. Het plan is akkoord. Volledigheidshalve wordt verwezen naar het advies van 16 mei 2022 ten aanzien van het oorspronkelijke plan, en de aan dat advies verbonden voorwaarde en meegegeven aanbevelingen.

Positief

17. Palissander 44

  • Omschrijving: Het plaatsen van een dakopbouw
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Woonwijken na 1990
  • Welstandsniveau: Regulier

Advies

Het plaatsen van de dakopbouw is voorstelbaar. De aanvraag voldoet aan de welstandsnota. De aanbouw wordt geplaatst naast een eerdere gerealiseerde dakopbouw. Een voorwaarde is daarom dat de hoogte wordt afgestemd op die van de buren.

Positief met voorwaarde

18. Papendrechtsestraat 1

Omschrijving: reclame en gevelwijziging

Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling

  • Gebiedstype: Ontwikkelgebieden
  • Welstandsniveau: Ontwikkeling
  • Beeldkwaliteitplan Stadswerven

Advies

Het plan betreft reclame (de eerste in dit complex) en een gevelwijziging (openslaande deur vervangen door een dicht paneel) ter plaatse van een bedrijfsruimte in het door architectenbureau Klunder ontworpen complex.

Op zichzelf beschouwd is het realiseren van een reclame-uiting, wanneer die zich goed verhoudt tot het architectonische ontwerp van dit complex, voorstelbaar. De aanvraag is echter nog niet goed beoordeelbaar, zowel wat betreft de reclame als wat betreft de gevelwijziging. Niet inzichtelijk is gemaakt welk deel van het complex door dit bedrijf wordt gebruikt. De criteria ten aanzien van reclame voor gebouwen waarin meerdere bedrijven gevestigd zijn waarschijnlijk van toepassing. Ook is niet duidelijk hoe deze reclame-uitingen zich verhouden tot (de gevels van) het gehele complex. Geveltekeningen bestaand en nieuw ontbreken, waardoor een beoordeling van de reclame in relatie tot het grotere geheel nog niet mogelijk is. Op basis van de aangeleverde informatie lijkt er sprake van een overdaad aan reclame. Ook verhoudt het ontwerp, de omvang en de situering van de reclame zich niet goed tot de (zorgvuldige) architectuur van het complex. Het is raadzaam om hierover contact op te nemen met de oorspronkelijke arch

De gevelwijziging is nog niet beoordeelbaar, aangezien gevels en details van de bestaande en de nieuwe situatie volledig ontbreken.

Gevraagd wordt het plan conform de gemaakte opmerkingen aan te passen / aan te vullen. Het plan wordt aangehouden.

Aanhouden

19. Papendrechtsestraat 15

  • Omschrijving: balkonbeglazing
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Ontwikkelgebieden
  • Welstandsniveau: Ontwikkeling
  • Beeldkwaliteitplan Stadswerven

Advies

Het plan betreft het plaatsen van balkonbeglazing. Het betreft de eerste aanvraag voor het plaatsen van balkonbeglazing in dit door architectenbureau Klunder ontworpen complex, en wordt daarmee maatgevend (het na te volgen precedent) voor latere aanvragen ten aanzien van balkonbeglazing in dit complex.

Na aanvulling is het plan beoordeelbaar. Tevens is er door het secretariaat contact opgenomen met de oorspronkelijke architect in verband met een goede inpassing van de balkonbeglazing. De oorspronkelijke architect gaf een aantal randvoorwaarden mee ten aanzien van het plaatsen van balkonbeglazing:

- Glaspanelen zonder verticale zijprofielen

- Overige profilering en begeleiding in dezelfde kleur als het hekwerk van het desbetreffende balkon

- Indien bij een gebouw eenmaal een leverancier is gekozen, bij voorkeur bij volgende situaties

hetzelfde systeem toepassen.

Uit de aanvraag blijkt dat de balkonbeglazing achter de bestaande balustrade wordt gepositioneerd. Hierdoor is de verandering ten opzicht van het bestaande beeld relatief beperkt. De glaspenelen hebben geen verticale zijprofielen. De kleur van de profielen is identiek aan de kleur van het hekwerk van het balkon (RAL 7013).

Het plan is akkoord, er wordt positief geadviseerd. Opgemerkt wordt dat goedkeuring van de Vereniging van Eigenaren (VVE) een vereiste zal zijn ten aanzien van het realiseren van de balkonbeglazing.

Positief

20. Pijnenburg 5

  • Omschrijving: het uitbreiden van een schuine opbouw op de 2e verdieping van de woning
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 2e behandeling
  • Gebiedstype: Woonerfwijken
  • Welstandsniveau: Regulier

Advies

Voorgesteld wordt het schuine dakvlak aan de voorzijde door middel van een dakopbouw recht te trekken. Dakopbouwen met een vergelijkbare massa en opzet zijn eerder bij dit type woning (zelfde architectuur) in deze buurt gerealiseerd, zoals bijv. nr. 62 (advies in verslag d.d. 08-11-2021). Op hoofdlijnen is het plan denkbaar.

Kenmerkend voor de bestaande architectuur is de hoofdopzet met gemetselde schijven, met daartussen bandramen en gevelbetimmering. Door een bandraam toe te passen sluit het plan goed aan bij de karakteristieken van de bestaande architectuur. Het plan is akkoord, er wordt positief geadviseerd.

Positief

21. Slangenburg 5

  • Omschrijving: reclame
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 2e behandeling
  • Gebiedstype: Woonerfwijken
  • Welstandsniveau: Regulier

Advies

De voorgestelde reclame-uitingen zijn op hoofdlijnen voorstelbaar. Grotendeels betreft het plan het vervangen van de reclame-uitingen van de voorheen hier gevestigde supermarkt. Reclame moet voldoen aan de welstandscriteria voor reclame. In omgevingen waar winkels, bedrijven en wonen gemengd voorkomen, geldt dat lichtreclames met verlichting tenminste tussen 22:00 uur en 06:00 uur uitgeschakeld moeten zijn.

Aanvankelijk voldeed het plan niet aan de welstandscriteria voor reclame. Hierop is het plan aangepast. Het nu ter beoordeling voorgelegde aangepaste plan is akkoord.

Positief

22. Twintighoevenweg 31

  • Omschrijving: Het plaatsen van een dakkapel aan de voor- en achterzijde
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 2e behandeling
  • Gebiedstype: Tuinwijken
  • Welstandsniveau: Regulier

Advies

Het voorstel betreft het plaatsen van een dakkapel aan de achterzijde en het vervangen van de bestaande dakkapel aan de voorzijde. De dakkapel aan de voorzijde verhoudt zich op een logische manier tot het hoofdgebouw voor wat betreft positionering en de verdeling van de ramen. Hiermee voldoet de aanvraag aan de welstandsnota. De dakkapel aan de achterzijde is niet vergunningvrij. Dakkapellen van een vergelijkbare omvang en situering op het dakvlak zijn eerder gerealiseerd bij woningen met deze architectuur.

Positief

23. Van Eesterenplein 81

Omschrijving: reclame

  • Aanvraag omgevingsvergunning, 2e behandeling
  • Gebiedstype: Woonwijken na 1990
  • Welstandsniveau: Regulier

Advies

De aanvraag betreft een verandering van de invulling van de bestaande reclame-uiting haaks op de gevel (wijziging invulling), en de verandering van de reclame-uiting (lichtbak) boven de entreedeur. In omgevingen waar winkels, bedrijven en wonen gemengd voorkomen, geldt dat lichtreclames / reclame met verlichting tenminste tussen 22:00 uur en 06:00 uur uitgeschakeld moeten zijn.

De gewijzigde invulling van de reclame-uiting haaks op de gevel is akkoord. Een wijziging van de reclame boven de deur is denkbaar, mits de reclame qua breedte blijft binnen de breedte van het bovenlicht van de dubbele entreedeur (niet voorbij zijstijlen pui). Hierop is het plan aangepast. Uit de nieuwe impressie blijkt dat de reclame, als gevolg van de aangepaste maatvoering, qua breedte blijft binnen de breedte van het bovenlicht van de dubbele entreedeur (de reclame steekt niet meer voorbij de zijstijlen van de pui). Het plan voldoet hierdoor aan het welstandscriterium dat reclame op of aan een gebouw qua kleur, materiaal en vormgeving goed past bij de bestaande architectuur. Het plan is akkoord, er wordt positief geadviseerd.

Positief

24. Wolbrandsstraat 24

  • Omschrijving: Het plaatsen van een nokverhoging
  • Aanvraag omgevingsvergunning, 1e behandeling
  • Gebiedstype: Tuinwijken
  • Welstandsniveau: Regulier

Advies

De aanvraag voor de dakopbouw is voorstelbaar. Op dit blok is er al een eerdere dakopbouw gerealiseerd die nagenoeg identiek lijkt aan deze aanvraag. Echter is op de tekening te zien dat de achtergevel niet in hetzelfde vlak zit met de eerder gerealiseerde. Voorwaarde is dat de achtergevel in hetzelfde vlak komt te liggen als de eerder gerealiseerde dakopbouw. De voorgestelde nokhoogte is wel identiek aan de eerder geplaatste.

Positief met voorwaarde