Vandaag zijn de uitkomsten van het steekproefonderzoek PFOA/C8 en het literatuuronderzoek naar relaties tussen PFOA en gezondheidseffecten bekendgemaakt. De betrokken gemeenten vinden de uitkomst van het steekproefonderzoek positief voor de meeste omwonenden; hun bloedwaarde wijkt niet af van de gemiddelde achtergrondwaarde.
11 mei 2017
Zorg is er wel voor de kleine groep direct omwonenden. Het RIVM bevestigt de eerdere conclusie dat zij verhoogde concentraties PFOA in hun bloed hebben. Ook vinden de gemeenten Dordrecht, Papendrecht en Sliedrecht het jammer dat ze ondanks de gedegen onderzoeken bewoners niet meer zekerheid kunnen geven over de mogelijke gezondheidseffecten van PFOA. De gemeenten steunen de aanbevelingen van het RIVM. Ook vinden zij dat de uitkomsten de noodzaak onderstrepen om meer te doen aan onderzoek en het beperken van de huidige uitstoot van dergelijke stoffen.
Het feit dat de uitkomsten van de steekproef in lijn zijn met de modelberekeningen vinden de gemeenten positief. Uit de steekproef blijkt dat de concentraties PFOA in het bloed van mensen die verder van de fabriek (lichtblauwe contour) vergelijkbaar is met de achtergrondwaarde die iedereen in het bloed heeft. In de modelberekening ging het RIVM uit van een licht verhoogde PFOA-waarde voor deze groep. Dat is een geruststellend bericht voor deze omwonenden. Ook bij omwonenden die minder lang in de omgeving wonen komt de concentraties PFOA in hun bloed overeen met de achtergrondwaarde.
De steekproef bevestigt echter ook dat in de directe omgeving (donkerblauwe contour) van de fabriek omwonenden hogere concentraties PFOA in hun bloed hebben. Het is ook aannemelijk dat die concentraties in het verleden nog hoger zijn geweest, met mogelijk gezondheidseffecten tot gevolg. Deze zorgen blijven dus helaas bestaan.
Het literatuuronderzoek heeft relaties aangetoond tussen PFOA in het bloed en gezondheidseffecten, met name kleine veranderingen in cholesterol, leverenzymen en geboortegewicht. Het oorzakelijke verband met PFOA in het bloed is niet aangetoond. De gemeenten hadden gehoopt dat het literatuuronderzoek meer duidelijkheid en scherpte had verschaft over welke effecten bij welke bloedconcentraties optreden. Hierover blijven dus onzekerheid en vragen.
De gemeenten sluiten zich aan bij de drie aanbevelingen van het RIVM:
Het RIVM verwacht dat een gezondheidsonderzoek onder omwonenden weinig tot geen gezondheidswinst oplevert. De DG&J onderschrijft dit in haar advies aan de gemeenten.
De rapporten geven weer iets meer inzicht in de situatie rond PFOA. Ook lopen er nog diverse onderzoeken. Wat de gemeenten betreft onderstreept dit alles eens te meer de noodzaak van het kritisch (blijven) onderzoeken van perfluorverbindingen in diverse vormen. We moeten leren van het verleden. Daarom blijven wij ook zeer scherp op de huidige uitstoot van dergelijke stoffen en steunen de provincie bij haar inzet om de uitstoot terug te blijven dringen. De betrokken overheden trekken daarin samen op in het belang van onze inwoners.
We snappen dat er nog altijd vragen leven over PFOA. Op de website van het RIVM staat een uitgebreid overzicht van vragen en antwoorden. De individuele deelnemers aan de steekproef hebben een brief ontvangen van de DG&J inclusief een informatieblad. Deze zijn ook te vinden op de website van de DG&J, www.dienstgezondheidjeugd.nl. Mensen met vragen over PFOA en gezondheid kunnen contact opnemen met de DG&J via tel 078 770 8500 of info@dienstgezondheidjeugd.nl. Mensen met klachten of zorgen over de eigen gezondheid kunnen contact opnemen met hun huisarts.
Op korte termijn organiseren de gemeenten een informatiebijeenkomst met toelichting van het RIVM op de rapporten. Meer informatie hierover volgt.