Uitspraak rechtbank in beroepszaak Oasen tegen vergunning Chemours

De rechtbank Den Haag heeft vandaag het beroep van drinkwaterbedrijf Oasen ongegrond verklaard. Oasen vocht het besluit aan van de provincie Zuid-Holland, waarbij de lozing van een bepaalde hoeveelheid van de GenX-stof FRD-903 is toegestaan. Het beroep van Chemours tegen de beperking van de uitstoot van E1 is wel gegrond verklaard.

Bericht van www.rechtspraak.nl:

De rechtbank oordeelt dat er met de huidige kennis over de stof FRD-903 geen aanwijzingen zijn dat lozing van de daarvan toegestane hoeveelheid tot nadelige gevolgen leidt voor het milieu en de volksgezondheid.

Vergunning om stoffen te lozen

De Dordtse fabriek Chemours produceert kunststoffen en maakt daarbij gebruik van de zogenaamde GenX-technologie. Hierbij wordt de omstreden stof FRD-903 gebruikt en ontstaat de stof E1. Voor de lozing van deze stoffen op de gemeentelijke riolering en in de lucht heeft Chemours een vergunning van de provincie Zuid-Holland.

​Geen nadelige gevolgen

De provincie heeft in april 2017 de hoeveelheid FRD-903 die Chemours mag lozen beperkt van 6.400 naar 2.035 kg per jaar. Deze verlaging was gebaseerd op een advies van Rijkswaterstaat. Volgens Oasen had de provincie de toegestane lozing verder moeten verlagen omdat deze stof via het (drink)water schadelijk is voor de volksgezondheid en het milieu. Oasen zou daardoor dure extra zuiveringsmaatregelen moeten treffen. De rechtbank oordeelt aan de hand van het door haar gevraagde deskundigenadvies dat er met de huidige kennis over de stof FRD-903 geen aanwijzingen zijn dat lozing van de toegestane hoeveelheid tot nadelige gevolgen leidt voor het milieu en de volksgezondheid.

Geen strijd met rechtszekerheidsbeginsel

De nieuwe vergunningsvoorschriften schrijven ook voor dat Chemours binnen bepaalde termijnen moet onderzoeken hoe de lozing verder kan worden beperkt. De rechtbank volgt niet het betoog van Oasen dat het in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel om niet ook een termijn te stellen waarbinnen Chemours de lozing moet terugbrengen.

Beroep Chemours gegrond

De rechtbank heeft het beroep dat Chemours tegen het besluit van de provincie heeft ingesteld wel gegrond verklaard. De provincie had ook de toegestane lozing van de stof E1 in de lucht beperkt, van 450 kg naar 50 kg per jaar. Op grond van het deskundigenadvies is de rechtbank van oordeel dat het laagst haalbare niveau voor Chemours 59 kg per jaar is.